{"id":193,"files":[],"main_image":null,"latitude":"52.37433","longitude":"4.88691","events":[],"subjects":[{"id":396124419,"image":null,"url":"https://research.annefrank.org/en/onderwerpen/f10c5572-ef2e-4ba0-995d-57828a30f7bd/","published":true,"uuid":"f10c5572-ef2e-4ba0-995d-57828a30f7bd","name":"Businesses","name_nl":"Bedrijven","name_en":"Businesses","description":"
The objective of businesses is to sell products and/or services to customers, thereby generating revenue.
","description_nl":"Bedrijven hebben tot doel producten en/of diensten te verkopen aan klanten, waardoor omzet kan worden gedraaid.
","description_en":"The objective of businesses is to sell products and/or services to customers, thereby generating revenue.
","summary":"Businesses aim to sell products and/or services to customers, thereby generating revenue.","summary_nl":"Bedrijven hebben tot doel producten en/of diensten te verkopen aan klanten, waardoor omzet kan worden gedraaid.","summary_en":"Businesses aim to sell products and/or services to customers, thereby generating revenue.","same_as":["https://data.niod.nl/WO2_Thesaurus/2210"],"parent":null,"files":[]},{"id":396124613,"image":null,"url":"https://research.annefrank.org/en/onderwerpen/60010658-62d2-4c3e-bb62-14f0f43117e3/","published":true,"uuid":"60010658-62d2-4c3e-bb62-14f0f43117e3","name":"Otto Frank and the publication of Anne's Fables and Short Stories","name_nl":"Otto Frank en de uitgave van Annes verhaaltjes","name_en":"Otto Frank and the publication of Anne's Fables and Short Stories","description":"Even before the publication of 'The Secret Annex', Otto Frank approached several publishers to publish Anne's short stories, which she had written while in hiding.
\r\n\r\nAnne started writing these stories in the summer of 1943:
\r\n\r\n'A break in the Secret Annex sketches. A few weeks ago I started writing a story, something I made up from beginning to end, and I've enjoyed it so much that the products of my pen are piling up.[1] The short stories are recorded in the diary, on loose sheets and in a cardboard notebook: Short stories, and events from the Secret Annex described by Anne Frank. Dedicated Thursday 2 September 1943.'[2]\r\n\r\n
Anne got the idea to publish them during the period in hiding: 'Dear Kitty, (…) I want to ask the magazine The Prince if they'll take one of my fairy tales, under a pseudonym of course. But up to now all my fairy tales have been too long, so I don't think I have much of a chance'.[3] Otto Frank related in 1959 that Anne asked Jo Kleiman to send the story Blurry the Explorer, among others, under the name of his daughter Corrie (a pseudonym for Jopie Kleiman). But Kleiman thought this was too dangerous. [4]
\r\n\r\nAfter Otto Frank retrieved his daughter's writings, he first had the short stories written out and translated to send to his family in autumn 1945. The first story is: Blurry, der Weltentdekker [sic], which is about a little bear.[5] Otto Frank wrote to his mother on 12 December 1945: 'Frl. Schütz wird Dir wohl eine Uebersetzung von Annes Märchen Eva's Traum senden, was sie mir im letzten Jahr zum Geburtstag gegeben hatte.'[6]
\r\n\r\nIn the little story Why? Otto Frank recognised the influence of the letter he had sent her when she was 10 and which she had pasted in her diary, through the text: 'It will be a support to me for life.'[7] According to Otto Frank, the little story Give! was childishly idealistic, but typical of Anne. Following the example of her mother and grandmother, she used the oft-used phrase: 'No one has yet become poor from giving.'[8] Otto Frank found the story A Maths Lesson telling about Anne's psychology.[9]
\r\n\r\nOn two occasions, Contact Publishers rejected the manuscript of the short stories.[10] Then Otto Frank tried in vain to interest other publishers.[11] Eventually, he and Contact came to an agreement. The publisher suggested editing the collection in such a way that Kaatje, judged to be less strong, would not be included. Moreover, the school memories were given a place in the back, mainly because of their importance for Anne's "psychology". In 1949. Contact nevertheless published Do You Remember? Fables and Short Stories.[12]
\r\nA wider selection of Anne's stories was also published by Contact in 1960: Tales from the House Behind[13] The publisher would have preferred a complete edition but understood that Otto Frank did not want the "weaker parts" published.[14]
Nog voor publicatie van 'Het Achterhuis' benaderde Otto Frank verschillende uitgevers om Annes verhaaltjes uit te geven, die zij tijdens de onderduikperiode had geschreven.
\r\n\r\nAnne begon met het schrijven van deze verhaaltjes in de zomer van 1943:
\r\n\r\n'Een onderbreking in de Achterhuisschetsen. Ik ben een paar weken geleden begonnen om eens een verhaal te schrijven, iets dat helemaal verzonnen is en heb daar zo'n plezier aan gekregen dat m'n pennekinderen zich opstapelen.[1] De verhaaltjes zijn opgetekend in het dagboek, op de losse vellen en in een gekartonneerd schrift: Verhaaltjes, en gebeurtenissen uit het Achterhuis beschreven door Anne Frank. Ingewijd Donderdag 2 september 1943.'[2]\r\n\r\n
Tijdens de onderduik kreeg Anne het idee om ze uit te geven: 'Liefste Kitty, (…) Ik wil bij de "Prins" aanvragen of ze een sprookje van me plaatsen, natuurlijk onder een pseudoniem, maar daar mijn sprookjes tot nu toe nog te lang zijn, denk ik niet dat ik veel kans op slagen heb.'[3] Otto Frank vertelde hierover in 1959 dat Anne aan Jo Kleiman vroeg om onder andere het verhaaltje Blurry op te sturen onder de naam van zijn dochter Corrie (= pseudoniem voor Jopie Kleiman). Maar Kleiman vond dit te gevaarlijk.[4]
\r\n\r\nNadat Otto Frank de geschriften van zijn dochter kreeg, liet hij najaar 1945 eerst de verhaaltjes uitschrijven en vertalen om aan zijn familie te sturen. Het eerste verhaaltje is: Blurry, der Weltentdekker [sic], dat gaat over een beertje.[5] Otto Frank schreef aan zijn moeder op 12 december 1945: 'Frl. Schütz wird Dir wohl eine Uebersetzung von Annes Märchen Eva’s Traum senden, was sie mir im letzten Jahr zum Geburtstag gegeben hatte.'[6]
\r\n\r\nIn het verhaaltje Waarom? herkende Otto Frank de invloed van de brief die hij haar op haar tiende had gestuurd en die zij in haar dagboek had geplakt, door de tekst: 'Het zal me een steun voor het leven zijn.'[7] Het verhaaltje Geef! was volgens Otto Frank kinderlijk idealistisch, maar wel typisch Anne. In navolging van haar moeder en grootmoeder gebruikte ze het veel gebezigde zinnetje: 'Niemand is nog van geven arm geworden.'[8] Het verhaal Een Wiskunde-les vond Otto Frank veelzeggend over de psychologie van Anne.[9]
\r\n\r\nTot tweemaal toe wees Uitgeverij Contact het manuscript van de verhaaltjes af.[10] Vervolgens probeerde Otto Frank tevergeefs andere uitgeverijen te interesseren.[11] Uiteindelijk werden hij en Contact het toch eens. De uitgeverij stelde voor de bundel zodanig te redigeren dat Kaatje, beoordeeld als minder sterk, er niet in kwam. Bovendien kregen de schoolherinneringen een plaats achterin, vooral vanwege hun belang voor de "psychologie" van Anne. Zo verscheen in 1949 Weet je nog? Verhalen en sprookjes toch bij Contact.[12]
\r\nIn 1960 verscheen bij Contact ook nog een ruimere selectie van Anne’s verhaaltjes: Verhalen rondom het Achterhuis.[13] De uitgever wilde het liefst een integrale uitgave maar begreep dat Otto Frank de "zwakkere gedeelten" niet gepubliceerd wilde zien.[14]
Even before the publication of 'The Secret Annex', Otto Frank approached several publishers to publish Anne's short stories, which she had written while in hiding.
\r\n\r\nAnne started writing these stories in the summer of 1943:
\r\n\r\n'A break in the Secret Annex sketches. A few weeks ago I started writing a story, something I made up from beginning to end, and I've enjoyed it so much that the products of my pen are piling up.[1] The short stories are recorded in the diary, on loose sheets and in a cardboard notebook: Short stories, and events from the Secret Annex described by Anne Frank. Dedicated Thursday 2 September 1943.'[2]\r\n\r\n
Anne got the idea to publish them during the period in hiding: 'Dear Kitty, (…) I want to ask the magazine The Prince if they'll take one of my fairy tales, under a pseudonym of course. But up to now all my fairy tales have been too long, so I don't think I have much of a chance'.[3] Otto Frank related in 1959 that Anne asked Jo Kleiman to send the story Blurry the Explorer, among others, under the name of his daughter Corrie (a pseudonym for Jopie Kleiman). But Kleiman thought this was too dangerous. [4]
\r\n\r\nAfter Otto Frank retrieved his daughter's writings, he first had the short stories written out and translated to send to his family in autumn 1945. The first story is: Blurry, der Weltentdekker [sic], which is about a little bear.[5] Otto Frank wrote to his mother on 12 December 1945: 'Frl. Schütz wird Dir wohl eine Uebersetzung von Annes Märchen Eva's Traum senden, was sie mir im letzten Jahr zum Geburtstag gegeben hatte.'[6]
\r\n\r\nIn the little story Why? Otto Frank recognised the influence of the letter he had sent her when she was 10 and which she had pasted in her diary, through the text: 'It will be a support to me for life.'[7] According to Otto Frank, the little story Give! was childishly idealistic, but typical of Anne. Following the example of her mother and grandmother, she used the oft-used phrase: 'No one has yet become poor from giving.'[8] Otto Frank found the story A Maths Lesson telling about Anne's psychology.[9]
\r\n\r\nOn two occasions, Contact Publishers rejected the manuscript of the short stories.[10] Then Otto Frank tried in vain to interest other publishers.[11] Eventually, he and Contact came to an agreement. The publisher suggested editing the collection in such a way that Kaatje, judged to be less strong, would not be included. Moreover, the school memories were given a place in the back, mainly because of their importance for Anne's "psychology". In 1949. Contact nevertheless published Do You Remember? Fables and Short Stories.[12]
\r\nA wider selection of Anne's stories was also published by Contact in 1960: Tales from the House Behind[13] The publisher would have preferred a complete edition but understood that Otto Frank did not want the "weaker parts" published.[14]
Address: Herengracht 168, Amsterdam.[1]
\r\n\r\nPrad was an advertising agency that Otto Frank was in contact with after the war. Before the war, Maurice Aronson had been very successful with his advertising agency Arc's. When he set up another agency after the war, he again looked for a four-letter name. He considered choosing 'Prograd' ('progression and advertising'), but eventually accepted his wife's suggestion to call the business 'Prad'.[2]
\r\n\r\nIn 1949, Prad agency offered Otto Frank two proof drawings, made by (Arthur) Goldsteen, for the proposed publication of the little story written by Anne while in hiding, Do you remember? [3] [4]
\r\n\r\nIn 1963, Prad was one of the largest advertising agencies in the Netherlands.[5]
\r\n\r\nAdres: Herengracht 168, Amsterdam.[1]
\r\n\r\nPrad was een reclame bureau waar Otto Frank na de oorlog contact mee had. Voor de oorlog had Maurits Aronson veel succes met zijn reclamebureau Arc's. Toen hij na de oorlog opnieuw een bureau oprichtte, zocht hij weer een naam met vier letters. Hij overwoog 'Prograd' ('progressie en adverteren') te kiezen, maar nam uiteindelijk het voorstel van zijn vrouw over om de zaak 'Prad' te noemen.[2]
\r\n\r\nIn 1949 bood bureau Prad Otto Frank twee proeftekeningen aan, gemaakt door (Arthur) Goldsteen, voor de voorgenomen uitgave van het door Anne tijdens de onderduik geschreven verhaaltje, Weet je nog? [3] [4]
\r\n\r\nIn 1963 was Prad een van de grootste reclamebureaus van Nederland.[5]
\r\n\r\nAddress: Herengracht 168, Amsterdam.[1]
\r\n\r\nPrad was an advertising agency that Otto Frank was in contact with after the war. Before the war, Maurice Aronson had been very successful with his advertising agency Arc's. When he set up another agency after the war, he again looked for a four-letter name. He considered choosing 'Prograd' ('progression and advertising'), but eventually accepted his wife's suggestion to call the business 'Prad'.[2]
\r\n\r\nIn 1949, Prad agency offered Otto Frank two proof drawings, made by (Arthur) Goldsteen, for the proposed publication of the little story written by Anne while in hiding, Do you remember? [3] [4]
\r\n\r\nIn 1963, Prad was one of the largest advertising agencies in the Netherlands.[5]
\r\n\r\n