NL

Manufacture de gants Reinhard-Handschuhfabrik Reinhard

De Reinhard-handschoenenfabriek was opgericht door Albert Reinhard, een aangetrouwde oom van Otto Frank.

De Reinhard-handschoenenfabriek was aanvankelijk een leerlooierij en -ververij die in 1882 was opgericht door Albert Reinhard en was gevestigd in Grund, een wijk in het midden van Luxemburg-Stad. Reinhard was getrouwd met Carolina (Lina) Frank, een tante van Otto Frank. In de jaren 1890 kocht hij nog meer leerlooierijen in de omgeving en breidde zo zijn bedrijf uit, onder andere met een handschoenenfabriek.[1] 

Na een brand in december 1904, werd het bedrijf herbouwd en uitgebreid. De fabriek in het stadscentrum aan de Plaetisgaass (Rue Plaetis) werd in 1910 voltooid. Destijds was het het grootste industriële bedrijf in de stad. Op het hoogtepunt werkten er zo'n 1.000 mensen, onder wie veel vrouwen. Vaak werkten alle leden van gezinnen die in de buitenwijken woonden in de handschoenenindustrie. Volwassenen en jongere mannen werkten in het looien en verven. Hondenuitwerpselen werden gebruikt in het looiproces dat nodig was om de felbegeerde glacé-handschoenen te produceren. Kleurstoffen werden gemaakt met behulp van menselijke urine. Vrouwen naaiden of borduurden de handschoenen, in de eigen ateliers van de fabriek of vanuit huis. Er waren fijne naalden nodig om de handschoenen te borduren. Er was dan ook vooral vraag naar jonge meisjes wier gezichtsvermogen nog niet was ontsierd door de slechte verlichting in hun huizen in de buitenwijken.

Reinhard breidde het bedrijf verder uit met het opzetten van handschoenmakerijen in Esch-sur-Sûre, Wiltz en Vianden, evenals een verffabriek. Een deel van de geproduceerde koopwaar werd verkocht op internationale markten, waardoor het bedrijf hard werd getroffen door het economische isolement van Luxemburg tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het aantal werknemers daalde van 560 in 1914 tot 300 tegen het einde van de oorlog. Na de oorlog trad het herstel in en op het hoogtepunt in 1925 werkten er zo'n 1.000 mensen bij het bedrijf.

Na de dood van Albert Reinhard in 1924 werd het bedrijf eigendom van de broers Siegmund (1869-1944) en Hermann Geiershöfer (1876-1942), afkomstig uit Neurenberg, die allebei getrouwd waren met een dochter van Carolina Frank en Albert Reinhard: Siegfried met Lucie (1882-1949) en Hermann met Irma (1884-1943).

De Duitse bezetter nam tijdens de Tweede Wereldoorlog de fabriek  in beslag. In 1941 nam de Duitse onderneming Baxmann & Wagner O.H.G. het bedrijf over. De productie van handschoenen werd gestaakt ten gunste van het vervaardigen van gasmaskers.

Fredy Albert Geiershöfer (1907- onbekend) en Charlotte Thyes-Geiershöfer (1911-2006), de twee kinderen van Hermann en Irma Geiershöfer, waren in 1940 naar de Verenigde Staten geëmigreerd. In 1944-45 keerden zij terug, namen de ambachtsfabriek weer over en gingen opnieuw handschoenen en dassen produceren. Eind jaren vijftig werd de productie defintief stopgezet. Fredy Geiershöfer, die in 1948 officieel de achternaam Storm (Sturm) van zijn vrouw Fanny aannam,[2] emigreerde samen met zijn dochter Marie-Louise naar de VS. Een deel van de fabriek werd gekocht door brouwerij Funck-Bricher, later Brasserie Nationale. Het andere deel van het gebouw werd overgenomen door de gemeente Luxemburg, die het sloopte om er een park aan te leggen.

Het gedeelte dat tot de Brasserie Nationale behoorde, werd in 1985 gerestaureerd en omgebouwd tot woongebouw.

Noten

  1. ^ Alle informatie over de Reinhard-handschoenenfabriek werd ontleend aan: Ingrid Schmit-Thomas, Die Handschuhfabrik im Grund, Revue: d’Lëtzebuerger Illustrëiert, no. 34, 21 augustus 1986, p. 42-44 (via eLuxemburgensia); "Qualität für die feine englische Dame": die Handschuhfabrik in Luxemburg, Luxemburger Wort, 17 september 2016; Wikipedia: Händschefabréck Reinhard am Stadgronn; D’Industriegeschicht vu Lëtzeburg: Händschefabréck Albert Reinhard am Gronn; Chronicle.lu: Industrial Heritage: Textiles in Luxembourg, 31 oktober 2024; Smart guide self-guided tour of Luxembourg-City: The Reinhard glove factory.
  2. ^ Journal officiel du Grand-Duché de Luxembourg, Arrêté grand-ducal du 21 janvier 1948 autorisant le sieur Fredy-Albert Geiershöfer et sa fille à changer leur nome patronymique conre ceui de Storm.