HTTP 200 OK
Allow: GET, HEAD, OPTIONS
Content-Type: application/json
Vary: Accept
{
"id": 396124486,
"image": null,
"url": "https://research.annefrank.org/en/onderwerpen/51248696-c48e-46a3-bb8d-f29f2a314745/",
"published": true,
"uuid": "51248696-c48e-46a3-bb8d-f29f2a314745",
"name": "Jewish Council",
"name_nl": "Joodsche Raad",
"name_en": "Jewish Council",
"description": "<p>On <strong>12 February 1941</strong> (the day after a brawl on Waterlooplein in which a WA member was fatally wounded), A. Asscher (chairman, Kerkeraad der Ned.-Israelitische Hoofdsynagoge - 'Council of the Main Dutch-Israelite Synagogue'), L.H. Sarlouis (chief rabbi, Ashkenazi Israelite congregation) and D. Francès (Portuguese-Israelite rabbi) were <em>aufgefordert </em>by Hans Böhmker to form a representative body for the Amsterdam Jews.<sup data-footnote-id=\"nqc9f\"><a href=\"#footnote-1\" id=\"footnote-marker-1-1\" rel=\"footnote\">[1]</a></sup></p>\r\n\r\n<p>This <em>Joodsche Raad voor Amsterdam </em>(Jewish Council for Amsterdam)<sup data-footnote-id=\"iu0vw\"><a href=\"#footnote-2\" id=\"footnote-marker-2-1\" rel=\"footnote\">[2]</a></sup> was given administrative duties over time in respect of all Jewish residents of the Netherlands.<sup data-footnote-id=\"xcv1j\"><a href=\"#footnote-3\" id=\"footnote-marker-3-1\" rel=\"footnote\">[3]</a></sup> The work of the Council was headed by chairmen David Cohen and Abraham Asscher. After the war, opinions on the Council were generally negative, particularly as regards the attitude of the chairmen of the Jewish Council. The Council is said to have insisted too much on obedience with German authority.<sup data-footnote-id=\"9e540\"><a href=\"#footnote-4\" id=\"footnote-marker-4-1\" rel=\"footnote\">[4]</a></sup></p>\r\n\r\n<p>Several people in the Frank family's immediate circle were involved with the Council. For instance, Hans Goslar, Albert Lewkowitz and wife, Hello's niece Wilma de Jonge, Peter Schiff's mother and Anne's classmate Appie Reens worked there in various capacities.<sup data-footnote-id=\"jscyn\"><a href=\"#footnote-5\" id=\"footnote-marker-5-1\" rel=\"footnote\">[5]</a></sup></p>\r\n\r\n<section class=\"footnotes\">\r\n<header>\r\n<h2>Footnotes</h2>\r\n</header>\r\n\r\n<ol>\r\n\t<li data-footnote-id=\"nqc9f\" id=\"footnote-1\"><sup><a href=\"#footnote-marker-1-1\">^</a> </sup><cite>J. Presser, <em>Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom 1940-1945</em>, 's-Gravenhage: Staatsuitgeverij, 1965, deel I, p. 81.</cite></li>\r\n\t<li data-footnote-id=\"iu0vw\" id=\"footnote-2\"><sup><a href=\"#footnote-marker-2-1\">^</a> </sup><cite>Wordt door Anne aangeduid als: <em>Joodse Raad</em>. Anne Frank, Dagboek A, 21 september 1942, 2e en 6 oktober 1942, in: <em>Verzameld werk</em>, Amsterdam: Prometheus, 2013.</cite></li>\r\n\t<li data-footnote-id=\"xcv1j\" id=\"footnote-3\"><sup><a href=\"#footnote-marker-3-1\">^</a> </sup><cite>Presser, <em>Ondergang</em>, deel I, p. 454-455.</cite></li>\r\n\t<li data-footnote-id=\"9e540\" id=\"footnote-4\"><sup><a href=\"#footnote-marker-4-1\">^</a> </sup><cite>Een overzicht van verschillende visies: Dick Houwaert, inleiding op <em>Het Joodsche Weekblad. Volledige uitgave van alle nummers verschenen van 11/4/1941-28/9/1943, </em>Den Haag: Omniboek, 1979, p. 7-48, aldaar p. 8-11; Willy Lindwer, <em>Het fatale dilemma. De Joodsche Raad voor Amsterdam, 1941-1943</em>, Den Haag: Sdu Uitgeverij Koninginnegracht, 1995; Bart van der Boom, <em>De politiek van het kleinste kwaad. Een geschiedenis van de Joodse Raad voor Amsterdam, 1941-1943</em>, Amsterdam: Boom, 2022. Zeer kritisch is Hans Knoop, <em>De Joodsche Raad. Het drama van Abraham Asscher en David Cohen, </em>Amsterdam: Elsevier, 1983.</cite></li>\r\n\t<li data-footnote-id=\"jscyn\" id=\"footnote-5\"><sup><a href=\"#footnote-marker-5-1\">^</a> </sup><cite>Stadsarchief Amsterdam, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaarten H. Goslar, A. Lewkowitz, H. Bloch, W. de Jonge, E. Lewin en A. Reens.</cite></li>\r\n</ol>\r\n</section>",
"description_nl": "<p>Op <strong>12 februari 1941</strong> (daags na een vechtpartij op het Waterlooplein waarbij een WA-lid dodelijk gewond raakt) werden A. Asscher (voorzitter Kerkeraad der Ned.-Israelitische Hoofdsynagoge), L.H. Sarlouis (opperrabbijn Hoogduitse Israëlitische gemeente) en D. Francès (Portugees-Israëlitisch rabbijn) door Hans Böhmker <em>aufgefordert </em>een vertegenwoordigend lichaam voor de Amsterdamse Joden te vormen.<sup data-footnote-id=\"nqc9f\"><a href=\"#footnote-1\" id=\"footnote-marker-1-1\" rel=\"footnote\">[1]</a></sup></p>\r\n\r\n<p>Deze <em>Joodsche Raad voor Amsterdam</em><sup data-footnote-id=\"iu0vw\"><a href=\"#footnote-2\" id=\"footnote-marker-2-1\" rel=\"footnote\">[2]</a></sup> kreeg na verloop van tijd bestuurstaken ten aanzien van alle Joodse ingezetenen van Nederland.<sup data-footnote-id=\"xcv1j\"><a href=\"#footnote-3\" id=\"footnote-marker-3-1\" rel=\"footnote\">[3]</a></sup> De werkzaamheden van de Raad stonden onder leiding van de voorzitters David Cohen en Abraham Asscher. Het oordeel achteraf over met name de houding van voorzitters van de Joodsche Raad is over het algemeen negatief. De Raad zou te veel hebben aangedrongen op gehoorzaamheid aan het Duitse gezag.<sup data-footnote-id=\"9e540\"><a href=\"#footnote-4\" id=\"footnote-marker-4-1\" rel=\"footnote\">[4]</a></sup></p>\r\n\r\n<p>In de directe omgeving van de familie Frank waren diverse mensen bij de Raad betrokken. Zo waren Hans Goslar, Albert Lewkowitz en echtgenote, Hello’s nichtje Wilma de Jonge, Peter Schiffs moeder en Annes klasgenoot Appie Reens er in verschillende hoedanigheden werkzaam.<sup data-footnote-id=\"jscyn\"><a href=\"#footnote-5\" id=\"footnote-marker-5-1\" rel=\"footnote\">[5]</a></sup></p>\r\n\r\n<section class=\"footnotes\">\r\n<header>\r\n<h2>Footnotes</h2>\r\n</header>\r\n\r\n<ol>\r\n\t<li data-footnote-id=\"nqc9f\" id=\"footnote-1\"><sup><a href=\"#footnote-marker-1-1\">^</a> </sup><cite>J. Presser, <em>Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom 1940-1945</em>, 's-Gravenhage: Staatsuitgeverij, 1965, deel I, p. 81.</cite></li>\r\n\t<li data-footnote-id=\"iu0vw\" id=\"footnote-2\"><sup><a href=\"#footnote-marker-2-1\">^</a> </sup><cite>Wordt door Anne aangeduid als: <em>Joodse Raad</em>. Anne Frank, Dagboek A, 21 september 1942, 2e en 6 oktober 1942, in: <em>Verzameld werk</em>, Amsterdam: Prometheus, 2013.</cite></li>\r\n\t<li data-footnote-id=\"xcv1j\" id=\"footnote-3\"><sup><a href=\"#footnote-marker-3-1\">^</a> </sup><cite>Presser, <em>Ondergang</em>, deel I, p. 454-455.</cite></li>\r\n\t<li data-footnote-id=\"9e540\" id=\"footnote-4\"><sup><a href=\"#footnote-marker-4-1\">^</a> </sup><cite>Een overzicht van verschillende visies: Dick Houwaert, inleiding op <em>Het Joodsche Weekblad. Volledige uitgave van alle nummers verschenen van 11/4/1941-28/9/1943, </em>Den Haag: Omniboek, 1979, p. 7-48, aldaar p. 8-11; Willy Lindwer, <em>Het fatale dilemma. De Joodsche Raad voor Amsterdam, 1941-1943</em>, Den Haag: Sdu Uitgeverij Koninginnegracht, 1995; Bart van der Boom, <em>De politiek van het kleinste kwaad. Een geschiedenis van de Joodse Raad voor Amsterdam, 1941-1943</em>, Amsterdam: Boom, 2022. Zeer kritisch is Hans Knoop, <em>De Joodsche Raad. Het drama van Abraham Asscher en David Cohen, </em>Amsterdam: Elsevier, 1983.</cite></li>\r\n\t<li data-footnote-id=\"jscyn\" id=\"footnote-5\"><sup><a href=\"#footnote-marker-5-1\">^</a> </sup><cite>Stadsarchief Amsterdam, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaarten H. Goslar, A. Lewkowitz, H. Bloch, W. de Jonge, E. Lewin en A. Reens.</cite></li>\r\n</ol>\r\n</section>",
"description_en": "<p>On <strong>12 February 1941</strong> (the day after a brawl on Waterlooplein in which a WA member was fatally wounded), A. Asscher (chairman, Kerkeraad der Ned.-Israelitische Hoofdsynagoge - 'Council of the Main Dutch-Israelite Synagogue'), L.H. Sarlouis (chief rabbi, Ashkenazi Israelite congregation) and D. Francès (Portuguese-Israelite rabbi) were <em>aufgefordert </em>by Hans Böhmker to form a representative body for the Amsterdam Jews.<sup data-footnote-id=\"nqc9f\"><a href=\"#footnote-1\" id=\"footnote-marker-1-1\" rel=\"footnote\">[1]</a></sup></p>\r\n\r\n<p>This <em>Joodsche Raad voor Amsterdam </em>(Jewish Council for Amsterdam)<sup data-footnote-id=\"iu0vw\"><a href=\"#footnote-2\" id=\"footnote-marker-2-1\" rel=\"footnote\">[2]</a></sup> was given administrative duties over time in respect of all Jewish residents of the Netherlands.<sup data-footnote-id=\"xcv1j\"><a href=\"#footnote-3\" id=\"footnote-marker-3-1\" rel=\"footnote\">[3]</a></sup> The work of the Council was headed by chairmen David Cohen and Abraham Asscher. After the war, opinions on the Council were generally negative, particularly as regards the attitude of the chairmen of the Jewish Council. The Council is said to have insisted too much on obedience with German authority.<sup data-footnote-id=\"9e540\"><a href=\"#footnote-4\" id=\"footnote-marker-4-1\" rel=\"footnote\">[4]</a></sup></p>\r\n\r\n<p>Several people in the Frank family's immediate circle were involved with the Council. For instance, Hans Goslar, Albert Lewkowitz and wife, Hello's niece Wilma de Jonge, Peter Schiff's mother and Anne's classmate Appie Reens worked there in various capacities.<sup data-footnote-id=\"jscyn\"><a href=\"#footnote-5\" id=\"footnote-marker-5-1\" rel=\"footnote\">[5]</a></sup></p>\r\n\r\n<section class=\"footnotes\">\r\n<header>\r\n<h2>Footnotes</h2>\r\n</header>\r\n\r\n<ol>\r\n\t<li data-footnote-id=\"nqc9f\" id=\"footnote-1\"><sup><a href=\"#footnote-marker-1-1\">^</a> </sup><cite>J. Presser, <em>Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom 1940-1945</em>, 's-Gravenhage: Staatsuitgeverij, 1965, deel I, p. 81.</cite></li>\r\n\t<li data-footnote-id=\"iu0vw\" id=\"footnote-2\"><sup><a href=\"#footnote-marker-2-1\">^</a> </sup><cite>Wordt door Anne aangeduid als: <em>Joodse Raad</em>. Anne Frank, Dagboek A, 21 september 1942, 2e en 6 oktober 1942, in: <em>Verzameld werk</em>, Amsterdam: Prometheus, 2013.</cite></li>\r\n\t<li data-footnote-id=\"xcv1j\" id=\"footnote-3\"><sup><a href=\"#footnote-marker-3-1\">^</a> </sup><cite>Presser, <em>Ondergang</em>, deel I, p. 454-455.</cite></li>\r\n\t<li data-footnote-id=\"9e540\" id=\"footnote-4\"><sup><a href=\"#footnote-marker-4-1\">^</a> </sup><cite>Een overzicht van verschillende visies: Dick Houwaert, inleiding op <em>Het Joodsche Weekblad. Volledige uitgave van alle nummers verschenen van 11/4/1941-28/9/1943, </em>Den Haag: Omniboek, 1979, p. 7-48, aldaar p. 8-11; Willy Lindwer, <em>Het fatale dilemma. De Joodsche Raad voor Amsterdam, 1941-1943</em>, Den Haag: Sdu Uitgeverij Koninginnegracht, 1995; Bart van der Boom, <em>De politiek van het kleinste kwaad. Een geschiedenis van de Joodse Raad voor Amsterdam, 1941-1943</em>, Amsterdam: Boom, 2022. Zeer kritisch is Hans Knoop, <em>De Joodsche Raad. Het drama van Abraham Asscher en David Cohen, </em>Amsterdam: Elsevier, 1983.</cite></li>\r\n\t<li data-footnote-id=\"jscyn\" id=\"footnote-5\"><sup><a href=\"#footnote-marker-5-1\">^</a> </sup><cite>Stadsarchief Amsterdam, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaarten H. Goslar, A. Lewkowitz, H. Bloch, W. de Jonge, E. Lewin en A. Reens.</cite></li>\r\n</ol>\r\n</section>",
"summary": "De Joodsche Raad was een op initiatief van de Duitse bezetter in februari 1941 in het leven geroepen Joodse organisatie die de Joodse gemeenschap in Amsterdam moest besturen.",
"summary_nl": "De Joodsche Raad was een op initiatief van de Duitse bezetter in februari 1941 in het leven geroepen Joodse organisatie die de Joodse gemeenschap in Amsterdam moest besturen.",
"summary_en": "De Joodsche Raad was een op initiatief van de Duitse bezetter in februari 1941 in het leven geroepen Joodse organisatie die de Joodse gemeenschap in Amsterdam moest besturen.",
"same_as": [
"https://data.niod.nl/WO2_Thesaurus/corporaties/4557"
],
"parent": 396124591,
"files": []
}