Bonnenleveranciers in Zwolle vrijgelaten
In maart 1944 was er ongerustheid in het Achterhuis omdat hun bonnenleveranciers in Zwolle gevangen zaten. Na twee weken kwamen ze vrij.
Een lastig probleem voor onderduikers was de voedselvoorziening. De oorlogsomstandigheden leidden tot schaarste en de overheid stelde daarom een distributiesysteem met bonnen in. Wie in onderduik verdween verloor vrijwel altijd direct toegang tot die bonnen en moest daar op clandestiene, en dus riskante, wijze aan zien te komen. Het Achterhuis betrok bonnen van twee vertegenwoordigers.
Anne Frank noteerde de arrestaties van Martin Brouwer en Pieter Daatzelaar, enkele dagen na elkaar, in haar dagboek. Ze was bang dat er nu tekorten zouden ontstaan, en ze maakte zich zorgen om het tweetal.[1] Beide mannen waren vertegenwoordigers van de firma Gies & Co. en waren, hoewel ze niet van de onderduik op de hoogte waren, met Frank en Van Pels wel goed bekend. Na ongeveer twee weken, waarin Anne enkele keren op de zaak terugkomt, werden zij op 22 maart 1944 om vier uur in de middag vrijgelaten, twee weken na hun arrestatie.[2] De volgende dag schreef Anne ook dat in haar dagboek op. Zij volgde de zaak dus op de voet en het goede nieuws had het Achterhuis snel bereikt.
Noten
- ^ Anne Frank, Dagboek A, 10, 14 en 23 maart 1944, in: Verzameld werk, Amsterdam: Prometheus, 2013.
- ^ Collectie Overijssel (voorheen Historisch Centrum Overijssel), Gemeentepolitie Zwolle (toegang 0725), inv. nr. 25: dag- en nachtrapporten van de afdeling Bijzondere Wetten en Economische Dienst, 22 maart 1944, mut. 16.00.
Digitale Bestanden (1)
Artikel 4 augustus 1944 kort.
Artikel over de achtergronden van de arrestatie van Anne Frank en haar lotgenoten, en over het mogelijke verband met de eerdere aanhouding van de 'bonnenmannen'. Dit is een verkorte versie van een uitgebreid en geannoteerd onderzoeksverslag.
Publiek domein