NL

Groenteboer Henk van Hoeve gearresteerd

Van Hoeve werd door de SD gearresteerd omdat hij Joodse onderduikers verborg.

Op 25 mei 1944 vielen vier SD'ers onder leiding van Pieter Schaap[1] de groentewinkel en woning van Henk en Riek van Hoeve binnen en vonden daar twee ondergedoken Joden: Richard Weisz en diens vrouw Ruth Weisz-Neumann.[2] De SD zou per anonieme brief zijn ingelicht over de onderduikers op de zolder van Van Hoeve.[3] Het echtpaar Weisz en Henk van Hoeve werden gearresteerd. Anne Frank schreef daar nog dezelfde dag over in haar dagboek:

'Iedere dag wat anders, vanochtend is Van Hoeven gepakt, hij had twee Joden in huis. Het is een zware slag voor ons, niet alleen dat die arme Joden weer aan de rand van de afgrond staan, voor v. Hoeven is het vreselijk. De wereld staat hier op z’n kop, de meest fatsoenlijke mensen worden weggestuurd naar concentratiekampen, gevangenissen en eenzame cellen en het uitschot regeert over jong en oud, rijk en arm. De een vliegt er door de zwarte handel, de tweede door Joden of andere schuilers in, niemand, die niet bij de N.S.B.ers is weet wat er morgen gebeurt. Ook voor ons is v. Hoeven een zeer zwaar gemis. (...) Dat zal hongeren worden, maar alles is niet zo erg dan ontdekt worden.'[4]

Met de arrestatie van bonnenleveranciers Martin Brouwer en Pieter Daatzelaar twee maanden eerder was de voedselvoorziening van de onderduikers al eens in gevaar gekomen; ze waren bang dat er nu weer tekorten zouden ontstaan. Bovendien begonnen de bewoners van het Achterhuis zich na de arrestatie van Van Hoeve steeds onveiliger te voelen.[5]

Van Hoeve ging via het Huis van Bewaring aan de Weteringschans naar Kamp Vught en overleefde uiteindelijk vier concentratiekampen.[3] Het echtpaar Weisz had minder geluk. Zij kwamen in Westerbork in Strafbarak 67 terecht en werden van daaruit op 3 september 1944 in dezelfde trein als de familie Frank naar Auschwitz gedeporteerd, waar zij op 5 september aankwamen.[6] Vervolgens werden zij van elkaar gescheiden en naar verschillende kampen gestuurd. Richard Weisz stierf op 7 januari 1945 in Baden-Württemberg, Zuid-Duitsland, in het mannenkamp Hailfingen, terwijl zijn vrouw hoogstwaarschijnlijk in concentratiekamp Flossenbürg in Beieren, 400 kilometer verderop, om het leven kwam.[7] 

Van Hoeves vrouw was bij de inval op 25 mei 1944 niet gearresteerd, en zette na de arrestatie van haar echtgenoot de groentehandel voort. Op 8 juli 1944 schrijft Anne dat de onderduikers 18 pond doperwten van mevrouw van Hoeve hadden gekregen.[8]

Noten

  1. ^ Pieter Schaap was een van de fanatiekste Jodenjagers in Amsterdam. Zie: Ad van Liemp & Jan H. Kompagnie (red.), Jodenjacht: de onthutsende rol van de Nederlandse politiek in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam: Balans, 2011, p. 212-214.
  2. ^ Sytze van der Zee, Vogelvrij. De jacht op joodse onderduikers, Amsterdam: De Bezige Bij, 2010,  p. 371. Zie ook het hoofdstuk 'De groenteman', in: Rosemary Sullivan, Het verraad van Anne Frank: het baanbrekende onderzoek van een internationaal coldcaseteam in Nederland, Amsterdam: Ambo|Anthos, 2022, p. 238-248.
  3. a, b Anne Frank Stichting, Getuigenarchief, Van Hoeve: Verslag van oorlogsbelevenissen door H. van Hoeve, “Groenteman van Anne Frank”.
  4. ^ Anne Frank, Dagboek A, 25 mei 1944, in: Verzameld werk, Amsterdam: Prometheus, 2013. 
  5. ^ Anne Frank, Dagboek A, 26 mei 1944.
  6. ^ Het Nederlandse Rode Kruis, Den Haag, Oorlogsnazorg: Transportlijst 3 september 1944.
  7. ^ Volker Mall, Johannes Kuhn, Harald Roth, Die Häftlinge des KZ-Außenlagers Hailfingen/Tailfingen: Daten und Porträts aller Häftlinge, 2. erw. und überarb. Aufl., Norderstedt: Books on Demand, 2021, p. 507
  8. ^ Anne Frank, Dagboek A, 8 juli 1944.