Walter Holländer geïnterneerd in kamp Zeeburg
Nadat Walter Holländer om gezondheidsredenen was vrijgelaten uit concentratiekamp Sachsenhausen en op voorwaarde dat hij Duitsland zou verlaten, kreeg hij toestemming naar Nederland af te reizen. Daar verkreeg hij slechts een machtiging tot voorlopig verblijf.
In afwachting van zijn vertrek uit Nederland werd hij geplaatst in het interneringskamp Zeeburg in Amsterdam. Daar werd hij op 27 december 1938 door het Amsterdamse Bevolkingsregister ingeschreven als ingezetene.[1] Interneringskampen als Zeeburg waren bedoeld om te verhinderen dat vluchtelingen in de Nederlandse economie geïntegreerd zouden raken en moesten emigratie buiten Nederland bevorderen. Geïnterneerden moesten zelf betalen voor hun verblijf, hoewel het hun was verboden zelf geld te verdienen. Het verblijf van Walter werd bekostigd door het Comité Joodsche Vluchtelingen.
Walter zelf beschreef zijn situatie als volgt: ‘In dit vluchtelingenkamp waren we opgesloten, stonden we onder toezicht van de politie en was het niet mogelijk of toegestaan om iets te doen waarmee je een inkomen kon verwerven’.[2] Hij mocht Zeeburg voor slechts voor korte perioden verlaten, maar alleen met schriftelijke toestemming en dan alleen om een bezoek te brengen aan Huize Oosteinde, een soort Duits-Joods cultuurcentrum dat in januari 1937 was geopend en waar vluchtelingen konden lezen, studeren en meedoen aan sportactiviteiten. Het is goed mogelijk dat Walter Holländer, die een heel jaar lang op zijn visum voor de Verenigde Staten heeft moeten wachten, daar een cursus Engels heeft gevolgd.[2]
Met hulp van zijn broer Julius, die een borgstelling regelde, scheepte Walter op 17 december 1939 in op de boot naar Amerika.[3]
Noten
- ^ Stadsarchief Amsterdam, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart W. Holländer.
- a, b Melissa Müller, Anne Frank. de biografie, 5e, geheel herz. druk, Amsterdam: Bert Bakker, 2013, p. 112.
- ^ NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, Comité voor Joodsche Vluchtelingen, inv. nr. 389: Otto Frank aan Comité voor Joodsche Vluchtelingen, 27 december 1938.