NL

Gemeentelijke Luchtbeschermingsdienst

De Gemeentelijke Luchtbeschermingsdienst zag toe op de naleving van de maatregelen tegen luchtgevaar in oorlogstijd.

Fotograaf C.F. Jansen (1895-1961). Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Keizersgracht 611, met de Luchtbeschermingsdienst in het sousterrain.

Fotograaf C.F. Jansen (1895-1961). Beeldbank Stadsarchief Amsterdam. Gebruiksrechten: Publiek domein

Adres: Sinds 1939 gevestigd op Keizersgracht 609-611, Amsterdam.[1]

In 1937 werd deze gemeentelijke dienst ingesteld. De taak was om door het treffen van voorbereidingen – zoals alarmering, verduistering en het inrichten van schuilkelders – het aantal slachtoffers bij een luchtaanval zoveel mogelijk te beperken, de getroffenen hulp te bieden en de materiële schade te beperken.[2] 

Op 16 mei 1940 maakte de Duitse overheid bekend dat de aanvankelijke schorsing van de Luchtbescherming was opgeheven. Op verduistering en ongewenste lichtuitstraling werd streng toegezien.[3] In juni 1940 benadrukte burgemeester De Vlugt nog eens op het grote belang van afdoende verduistering. Politie en Luchtbeschermingsdienst hadden beiden een taak bij het toezicht hierop.[4]

Jacques Presser vermeldt in Ondergang dat de General-Major der Ordnungspolizei Schumann op 1 juli 1940 beveelde dat (onder andere) alle Joden voor de vijftiende uit de Luchtbescherming dienden te worden gezet. Aanleiding waren beschuldigingen dat leden van de Luchtbescherming op de verjaardag van Prins Bernhard tot demonstraties hadden aangezet.[5]

Bij lichtuitstraling tijdens de verduisteringsuren konden politie en Luchtbescherming optreden. Op Prinsengracht 263 gebeurde dat op 4 maart 1941, toen twee agenten ʼs avonds de deur forceerden om een vergeten lamp uit te doen.[6]

In januari ʼ42 kwam er een Duitse verordening die de luchtbeschermingsmaatregelen aanscherpte. Handelen in strijd met voorschriften (b.v. op het gebied van verduistering) kon worden bestraft met hechtenis of een geldboete.[7]

Noten

  1. ^ Algemeen Handelsblad, 10 september 1939, ochtendeditie; Bianca Stigter, Atlas van een bezette stad: Amsterdam 1940-1945, Amsterdam: Atlas Contact, 2019, p. 177.
  2. ^ Stadsarchief Amsterdam (SAA), toegangsnr. 5227, Archief van de Luchtbeschermingsdienst: Inleiding op de inventaris van het archief van de Luchtbeschermingsdienst, versie 21.1, 30 mei 2012.
  3. ^ ʼGeen zichtbaar licht!‘, Nieuws van den Dag, 16 mei 1940.
  4. ^ ʼVerduistering moet afdoende zijn‘, Algemeen Handelsblad, 12 juni 1940, ochtendeditie.
  5. ^ J. Presser, Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom, 1940-1945, 's-Gravenhage: Staatsuitgeverij, 1965, deel I, p. 18-19.
  6. ^ SAA, Gemeentepolitie Amsterdam, inv. nr. 6439: Rapporten Marnixstraat, 4 maart 1941, mut. 10.00 n.m.
  7. ^ ʼLuchtbeschermingsverordening‘, Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied 1942, p. 57-67, aldaar p. 65; Anne Frank, Dagboek B, 25 maart 1943, in: Verzameld werk, Amsterdam: Prometheus, 2013.