Kamp Westerbork
Westerbork was het Nederlandse doorgangskamp voor de deportaties van met name Joden naar de concentratie- en/of vernietigingskampen Auschwitz, Sobibor, Bergen-Belsen en Theresienstadt.
Westerbork fungeerde vanaf oktober 1939 als een vluchtelingenkamp voor Duits-Joodse vluchtelingen die, vooral na de Kristallnacht, naar Nederland waren gekomen.[1] Na de capitulatie in mei 1940 bleef de leiding van het kamp vooralsnog in Nederlandse handen, maar werd het regime strenger.[2]
Op 1 juli 1942 werd het kamp officieel overgedragen aan de Duitse autoriteiten. Westerbork heette nu officieel Polizeiliches Judendurchgangslager onder het gezag van de Befehlhaber der Sicherheitspolizei und Sicherheitsdienst (BdS) en het Reichssicherheitshauptamt (rsha). Het kamp maakte vanaf die datum deel uit van het uitgebreide systeem van Duitse concentratiekampen en functioneerde als belangrijk doorgangspunt voor de systematische moord op de Joden uit Nederland.[3]
Vanaf 15 juli 1942 werden ruim 100.000 Joden vanuit het kamp doorgestuurd naar concentratie- en/of vernietigingskampen: Auschwitz-Birkenau, Sobibor, Bergen-Belsen en Theresienstadt. Soms werd onderweg gestopt om mannen bij Duitse werkkampen af te geven. In Westerbork werden naast Joden ook Roma, Sinti en soms verzetsmensen vastgehouden.
Aan het hoofd van Westerbork stond vanaf 13 oktober 1942 kampcommandant ss-Obersturmführer Albert Konrad Gemmeker (1907-1982). In maart 1944 werd in opdracht van Gemmeker een film gemaakt over het kamp, waarin hij wilde laten zien hoe goed en efficiënt het kamp georganiseerd was.[4] Deze film laat een duidelijk propagandistisch beeld zien van het functioneren van doorgangskamp Westerbork. Vijf maanden na de opnames van de film kwamen ook de acht onderduikers uit het Achterhuis in Westerbork terecht.[5]
Het laatste transport uit Westerbork was op 4 september 1944. De achtergebleven gevangenen zaten gevangen tot de bevrijding van het kamp op 12 april 1945.
Noten
- ^ Zie de website van Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
- ^ Bas von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis. Anne Frank en de andere onderduikers in de kampen, Amsterdam: Querido, 2020, p. 69.
- ^ Von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis, p. 59; Frank van Riet, De bewakers van Westerbork, Amsterdam: Boom, 2016, p.27-62; Jacques Presser, Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom, 1940-1945, ’s-Gravenhage: Aspekt, 1965, deel II, p. 295-296.
- ^ De film werd gemaakt door kampgevangene Rudolf Breslauer (1903-1945). De opnamen begonnen op 5 maart 1944. De film wordt bewaard in het archief van Beeld en Geluid.
- ^ Von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis, p. 73.