NL

Leren in het Achterhuis

De onderduikers in het Achterhuis waren veel bezig met leren en lezen.

Fotograaf: Allard Bovenberg.

Deze leerboekjes zijn gebruikt in het Achterhuis.

Fotograaf: Allard Bovenberg. Gebruiksrechten: Collectie Anne Frank Stichting

Voor de kinderen in het Achterhuis was het van belang ervoor te zorgen dat ze na de verwachte beëindiging van de oorlog en het herstel van de normale verhoudingen terug naar school kodnen. Anne schrijft er regelmatig over dat ze hoopte en verwachtte haar opleiding te kunnen vervolgen. In juli ’44, enkele weken na D-Day, denkt ze in oktober weer in de schoolbanken te kunnen zitten.[1] Margot, Anne en Peter waren geregeld bezig hun schoolkennis bij te houden. Ook een aantal van de volwassenen hield zich met (zelf-)studie bezig. De door Hermann van Pels opgestelde en door Anne aangehaalde Prospectus en leiddraad voor het Achterhuis stelde dat de onderduikers elkaar zouden helpen en verbeteren bij het maken van fouten in de Nederlandse taal.[2]

Anne

Anne bezocht de Zesde Montessorischool aan de Niersstraat in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Het was aanvankelijk de bedoeling dat ze daar na de zomer van 1941 een extra jaar zou blijven, maar vanwege de onderwijssegregatie moest ze naar het Joods Lyceum.[3] In augustus ’42 kreeg ze, eenmaal ondergedoken, van haar vader bijles. Haar schoolkennis was aan het wegzakken.[4] Haar vader probeerde haar te helpen met sommen, maar omdat ze ook hem boven de pet gingen moest Margot bijspringen.[5] Ze studeerde op het Frans, vooral onregelmatige werkwoorden en las het boek La belle Nivernaise van Alphonse Daudet.[6] Het Duits lezen ging vooruit.[7] Ze leerde ook de woorden ‘bordeel’ en ‘cocotte’, wat niet tot het reguliere lesprogramma zal hebben behoord.[8]

Op 27 april 1944 beschrijft Anne wat ze op een dag zoal leerde. Over Brazilië haalt ze passages aan uit haar land- en volkenkundeboek. De vergelijking tussen de Mississippi en de Missouri komt uit hetzelfde boek.[9] De passages over apen en nijlpaarden ontleende ze ook aan een schoolboek.[10] Ze noemt daarnaast een groot aantal historische figuren, maar niet bekend is welk boek ze daar bij  gebruikte. Ze hield van geschiedenis, maar tegen algebra, meetkunde en rekenen had ze een weerzin.[11] Algebra leerde ze slechts onder druk van haar vader.[12] Kunst, mythologie, Nederlandse literatuur en bijbelse geschiedenis behoorden ook tot haar vakken.[13] Voor haar laatste verjaardag, 12 juni 1944, kreeg ze onder meer het boekje Beginselen der plantkunde.[14] Voorin schreef ze: “Anne Frank 12 Juni 1944 Achterhuis”.[15] Daar Anne nooit een bijzondere interesse voor planten aan de dag had gelegd, zal dit cadeau ook een voortvloeisel zijn geweest van de hoop op een terugkeer naar school.

Anne volgde samen met Margot en haar vader de cursus steno van het instituut Cursus Zelfontwikkeling.[16] Dit instituut uit Amsterdam-West bood al jarenlang correspondentiecursussen aan. Begin 1940 kostte deze cursus steno 65 cent per maand.[17] In september 1943 was dat 85 cent per maand.[18] Nog voor het einde van dat jaar steeg de prijs naar een gulden per maand.[19] De vorderingen komen regelmatig in het dagboek ter sprake, heel toepasselijk soms ook in stenovorm. Anne wilde van 75 lettergrepen per minuut naar 140.[20] Volgens de B-versie deden Anne, Margot en Peter de cursus,[21] en is deze in maart ’43 klaar.[22] Anne was er echter ook in juli van dat jaar nog mee in de weer.[23]

Margot

Margot moest in de herfst van 1941 het Gemeentelijk Lyceum voor Meisjes verlaten,[24] om naar het nieuw opgerichte Joods Lyceum te gaan.[25] In het Achterhuis hield Margot de reguliere schoolvakken bij, en volgde net als Anne en haar vader de stenocursus. Ze overwoog bij hetzelfde instituut een cursus ‘Schoonschrijven’ te volgen.[26] Anne komt hier in haar dagboek echter niet meer op terug.

In de herfst van 1943 schreef Margot zich wel in bij de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) voor een cursus ‘Elementair Latijn’[27] Ze koos voor een tempo van één les per week, met betaling van een maand vooruit en ze wilde het materiaal na afloop houden. Ze stuurde haar lessen in onder de naam Elly Voskuijl.[28] Het was dan ook Bep die zorg droeg voor het versturen van de gemaakte opdrachten.[29] Docent A.C. Nielson corrigeerde Margots werk, en plaatste daar zeer geregeld complimenten bij.[30] Otto Frank, oud-gymnasiast, hielp Margot en in de B-versie omschrijft Anne hen als ‘de Latijners’.[31]

Tijdens de onderduikperiode deed Margot naast de cursus Latijn ook aan Engels, Frans, steno (Engels, Duits en Nederlands), mechanica, goniometrie, stereometrie, natuurkunde, scheikunde, algebra, meetkunde, Engelse, Franse en Duitse literatuur, boekhouden, aardrijkskunde, moderne geschiedenis, biologie en economie.[32]

Na de arrestatie schreef Bep aan de LOI dat ze de cursus wilde stopzetten.[33] Pas in juni ’45 schreef ze aan dit instituut hoe de zaak werkelijk in de steel zat.[34] Nielson kreeg in 1947 een exemplaar van Het Achterhuis van Otto Frank, en schreef in zijn bedankbrief: 'Gedurende de oorlog hebben honderden onderduikers […] onze lessen gevolgd. […] Honderden brieven uit deze tijd bewaar ik als een kostbare herinnering aan de vele eenzame en angstige onderduikers, aan wie mijn lessen troost en cultuur brachten […].'[35]

In correspondentie over de naoorlogse Entschädigung schreef Otto Franks advocaat op zijn gezag dat Margot graag medicijnen had willen studeren. De Latijnse cursus was als voorbereiding hierop bedoeld.[36] Anne schrijft dat Margot als kraamverpleegster naar Palestina wilde gaan.[37] Dit speelde rond de tijd dat in het Achterhuis Palestina op de tweesprong werd gelezen, waarin de professionele kinderverzorging daar uitgebreid ter sprake kwam.[38] Otto Frank meende dat deze koerswijziging gevolg was van de toenemende hopeloosheid die door de zich voortslepende bezetting wordt veroorzaakt.[37]

Otto en Edith Frank

Anne kreeg bijles van haar vader, maar zij hielp hem met Nederlands. Ze maakte zich vrolijk om zijn fouten, bijvoorbeeld toen hij het Nederlandse ‘klotsen’ en het Duitse ‘glotzen’ door elkaar haalde.[39] Over het Nederlands van haar moeder was ze nogal negatief.[40] In hoeverre Edith Frank de Nederlandse taal beheerste, is onduidelijk. Volgens haar man kreeg ze ook enige tijd Engelse les van Rosey Pool, een latere lerares aan het Joods Lyceum.[41] In het Achterhuis leerde Edith volgens Anne nog steeds Engels, maar dan schriftelijk.[42] Verbetering van de Engelse taalbeheersing gebeurde in principe met het oog op de voorgenomen emigratie naar Engeland of Amerika.

Peter

Voor hij ging onderduiken volgde Peter een beroepsopleiding. Op een bekende foto van hem is hij bezig aan de bekleding en vering van een stoel of bank.[43] Volgens Anne leerde hij in het Achterhuis nog steeds houtbewerking.[13] Waarschijnlijk doelde ze daarmee op de theorie van deze opleiding.

Peter was in de herfst van ’42 bezig met Engels, en begin ’44 met Frans.[44] Met het Frans kreeg hij hulp van Anne, die overigens schrijft dat hij goed was in Engels en aardrijkskunde.[45] In 1963 vertelde Otto Frank dat hij op 4 augustus 1944 Peter juist met Engels hielp toen de Sicherheitsdienst het Achterhuis binnenviel.[46]

Hermann en Auguste van Pels

De Prospectus en leiddraad voor het Achterhuis, volgens Anne door Hermann van Pels gemaakt,[2] was in vrij goed Nederlands gesteld. Anne suggereert elders dat zijn Nederlands te wensen overliet,[47] wat erop zou kunnen duiden dat hij daar hulp bij heeft gehad. Auguste van Pels bestudeerde volgens Anne een taalboekje terwijl ze in een pan roerde.[48] De museale collectie van de Anne Frank Stichting bevat een Kleine Niederländische Sprachlehre voor school en zelfstudie.[49] Ondanks haar pogingen sprak ze volgens Anne 'schandelijk' Nederlands.[50] Als dat klopt is er van het in de 'Prospectus’ genoemde goede voornemen elkaar met het leren van de taal te helpen toch niet zo veel terechtgekomen.

Fritz Pfeffer

In verband met zijn voorgenomen emigratie naar Zuid-Amerika leerde Pfeffer zichzelf Spaans. Hij vertaalde hiervoor onder meer een Spaanstalig reisgidsje Holande. Mi viaje a travès de los Paises Bajos van W. Fernandez Flores in het Nederlands.[51] Anne schrijft herhaaldelijk over Pfeffer die onverdroten aan zijn ‘pensum’ werkte.[52]

Bij het verbeteren van zijn correspondentie kreeg hij hulp van Margot; Anne noemt het neerbuigend 'onderwijs voor kinderen die niet verder komen.'[53] In aanmerking genomen dat Pfeffer in 1920 tot “Dr. med. dent.” was gepromoveerd,[54] zullen zijn cognitieve vermogens in werkelijkheid niet zo slecht zijn geweest.

De onderduikers waren veel bezig met leren en lezen, omdat er naast de huishoudelijke taken en ondersteunende werkzaamheden voor de bedrijven niet veel was te doen. Met name de kinderen probeerden hun kennis op peil te houden met het oog op een verwachte terugkeer naar school.

Noten

  1. ^ Anne Frank, Dagboek A, 21 juli 1944, in: Verzameld werk, Amsterdam: Prometheus, 2013.
  2. a, b Anne Frank, Dagboek B, 17 november 1942, in: Verzameld werk.
  3. ^ Anne Frank, Dagboek A, 16 juni 1942, in: Verzameld werk.
  4. ^ Anne Frank, Dagboek A, 14 augustus 1942, in: Verzameld werk.
  5. ^ Anne Frank, Dagboek A, 14 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  6. ^ Anne Frank, Dagboek A, 22, 26 en 30 september, 6, 7, 10 en 15 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  7. ^ Anne Frank, Dagboek A, 18 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  8. ^ Anne Frank, Dagboek A, 28 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  9. ^ J. Brummelkamp en J.J. Fahrenfort, Beknopte Land- en Volkenkunde, Groningen [etc.]: Wolters, 1942, p. 79-82, 52-53.
  10. ^ A.J. van Pesch, Leerboek der dierkunde, Groningen: Wolters, 1931, p. 143, 137.
  11. ^ Anne Frank, Dagboek A, 6 april 1944, in: Verzameld werk.
  12. ^ Anne Frank, Dagboek A, 20 maart 1944, in: Verzameld werk.
  13. a, b Anne Frank, Dagboek A, ongedateerd (mei 1944), in: Verzameld werk.
  14. ^ Anne Frank, Dagboek A, 13 juni 1944, in: Verzameld werk.
  15. ^ Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), reg. code A_AFrank_VII_20: .Schutblad, D. Horn en S. de Gast, Beginselen der plantkunde. Ten dienste van H.B.S. 3-j. c., lagere klassen van H.B.S. 5-j. c. en gymnasia en daarmee gelijkstaande inrichtingen van onderwijs, 's-Gravenhage: Ykema, 1935.
  16. ^ Anne Frank, Dagboek A, 14 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  17. ^ Advertentie, Herstel. Algemeen Katholiek Weekblad, 16 februari 1940.
  18. ^ Advertentie, Dagblad van Noord-Brabant, 3 september 1943.
  19. ^ Advertentie, Dagblad voor Noord-Holland, 3 december 1943.
  20. ^ Anne Frank, Dagboek A, 2 mei 1943, in: Verzameld werk.
  21. ^ Anne Frank, Dagboek B, 1 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  22. ^ Anne Frank, Dagboek B, 27 maart 1943, in: Verzameld werk.
  23. ^ Anne Frank, Dagboek B, 11 juli 1943, in: Verzameld werk.
  24. ^ Stadsarchief Amsterdam, Archief van de Secretarie, Afdeling Onderwijs, inv. nr. 7410: Opgave 16 juli 1941.
  25. ^ Dienke Hondius, Absent. Herinneringen aan het Joods Lyceum Amsterdam, 1941-1943, Amsterdam: Vassallucci, 2001, p. 282.
  26. ^ Anne Frank, Dagboek B, 23 juli 1943, in: Verzameld werk.
  27. ^ Anne Frank, Dagboek B, 3 november 1943, in: Verzameld werk.
  28. ^ AFS, AFC, reg. code A_MFrank_I_060 en 064: Afschrift aanvraagformulier en ontvangstbevestiging.
  29. ^ AFS, AFC, reg. code A_MFrank_I_071: Bep Voskuijl aan LOI, 11 juni 1945.
  30. ^ AFS, AFC, reg. code A_MFrank_I_074-110: Correcties lessen.
  31. ^ Anne Frank, Dagboek B, 11 november 1943, in: Verzameld werk.
  32. ^ Anne Frank, Dagboek A, 16 mei 1944, in: Verzameld werk.
  33. ^ AFS, AFC, reg. code A_MFrank_I_068: Briefje d.d. 10 augustus 1944.
  34. ^ AFS, AFC, reg. code A_MFrank_I_071: Bep Voskuijl aan LOI, 11 juni 1945.
  35. ^ AFS, AFC, Otto Frank Archief (OFA), reg. code OFA_100: A.C. Nielson aan Otto Frank, 17 juli 1947.
  36. ^ AFS, AFC. reg. code OFA_069: F. Fafflok aan ‘Entschädigungsbehörde’, 17 november 1966.
  37. a, b Anne Frank, Dagboek A, 8 mei 1944, in: Verzameld werk.
  38. ^ László Faragó, Palestina op de tweesprong, Amsterdam: Nederlandsche Keurboekerij,1937, hoofdstuk XIX.
  39. ^ Anne Frank, Dagboek A, 26 september 1942, in: Verzameld werk.
  40. ^ Anne Frank, Dagboek B, 2 september 1942, in: Verzameld werk.
  41. ^ AFS, AFC, reg code OFA_132; Otto Frank aan Vallentine Mitchell & Co., 22 november 1950; AFS, AFC, reg code OFA_154, Otto Frank aan Nathan Straus, 22 november 1950.
  42. ^ Anne Frank, Dagboek A, 16 mei 1944, in: Verzameld werk.
  43. ^ AFS, AFC, reg. code A_vPels_III_001: Foto op onbekende datum.
  44. ^ Anne Frank, Dagboek A, 21 september 1942 en 16 februari 1944, in: Verzameld werk.
  45. ^ Anne Frank, Dagboek A, 16 februari 1944, in: Verzameld werk.
  46. ^ Nationaal Archief, Den Haag, Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, inv. nr. 23892: Verklaring Otto Frank, p.v.b. 86/1963 v.H., p. 3.
  47. ^ Anne Frank, Dagboek B, 2 september 1942, in: Verzameld werk.
  48. ^ Anne Frank, Dagboek B, 10 december 1942, in: Verzameld werk.
  49. ^ AFS, AFC, reg. code A_Achterhuis_VII_121: Th.G.G. von Valette, Kleine Niederländische Sprachlehre für den Gebrauch in Schulen und zum Selbstunterricht, Heidelberg: Groos, 1931.
  50. ^ Anne Frank, Dagboek B, september 1942, in: Verzameld werk.
  51. ^ AFS, AFC, reg. code A_Pfeffer_I_014: “Mijn reis door Nederland: uit het Spaans vertaald door Fredo. 16 VI, 1943”.
  52. ^ Anne Frank, Dagboek A, 14 maart 1944; Dagboek B, 14 maart 1944; Verhaaltjes en gebeurtenissen uit het Achterhuis, “Het beste tafeltje”, 13 juli 1943, in: Verzameld werk.
  53. ^ Anne Frank, Dagboek B, 5 augustus 1943, in: Verzameld werk.
  54. ^ Pfeffer aan zijn ‘Konabiturienten’, 12 oktober 1920, aangehaald in Jürgen Dauernheim, “Dr. Fritz Pfeffer aus Gießen – Anne Franks “Dr. Dussel” (Eine Ergänzung)”, in: Mitteilungen des Oberhessischen Geschichtveriens Giessen, (2012), nr. 97, p. 221-227, aldaar 223.