Kantoorwerk en praktische werkzaamheden in het Achterhuis
De onderduikers in het Achterhuis hielden zich behalve met zelfstudie, lezen en het huishouden met allerlei andere werkzaamheden bezig.
De onderduikers in het Achterhuis hielden zich met allerlei werkzaamheden bezig. Die konden te maken hebben met het huishouden, de inrichting van het Achterhuis of met ondersteuning van de bedrijven in het pand. Buiten dat ze zichzelf bezig wilden houden, was het werk voor de bedrijven ook van economisch belang: andere inkomsten hadden de onderduikers niet, en de bedrijven konden efficiënter werken. Dit werk viel weer uiteen in enerzijds helpen met de administratie en anderzijds met handwerk. Het voortbestaan van de bedrijven was van belang voor inkomsten, maar ook voor de continuïteit van de onderduikplek..
Werkzaamheden in huis
Praktische werkzaamheden kwamen over het algemeen vooral op Hermann en Peter van Pels neer. Toen alleen nog de familie Frank in het Achterhuis verbleef, veroorzaakte Margot kortsluiting met de stofzuiger. Gevolg was dat ze tot de volgende dag zonder licht zaten.[1] Otto Frank wist kennelijk niet waar de stoppenkast zat of hoe hij een zekering moest vervangen. Toen er na de komst van de familie Van Pels weer kortsluiting was, dit keer in een bureaulamp, gingen ‘de heren’ wel naar het magazijn en ging direct het licht weer aan.[2]
Het was ook Van Pels die een provisiekast op zolder in orde maakte. Peter timmerde van alles op de vliering. Voor de divan op zijn kamer verzorgde Kleiman een springveer, die Peter er vervolgens zelf inmaakte.[3]
Peter en Anne deden ook simpelere karweitjes, zoals inrichten van hun kamers en het opplakken van plaatjes.[4] Mevrouw Van Pels was vooral degene die kookte en bakte.
Fritz Pfeffer was arts en tandarts. In het Achterhuis behandelde hij de gebitten van zijn mede-onderduikers.[5] Toen Anne griep had, werd ze ook door Pfeffer onderzocht.[6] Ze omschrijft Pfeffer ook wel als ‘de eeuwig werkende’.[7]
Opekta en Gies & Co.
Vooral in de beginperiode schreef Anne herhaaldelijk over kantoorwerk en ‘werk beneden’. Ze maakte met haar vader debiteurslijsten en sorteerde met Margot een in de war geraakte kaartenbak. Ook moest er een ‘verkoopsboek’ worden bijgehouden, wat volgens Anne haar vader zou gaan doen.[8] Bep gaf Anne en Margot veel kantoorwerk.[9]
Begin ’43 was er een bericht over het inpakken van braadjus in poedervorm voor Gies & Co. Anne werd draaierig en lacherig van het saaie karweitje.[10] Otto Frank en Hermann van Pels waren noodgedwongen uit de bedrijven teruggetreden, maar ze bemoeiden zich nog met de gang van zaken. Ze maakten zich boos om Victor Kugler die met zijn experimenten de relatie met de firma’s Westermann en Heijbroek op het spel zette.[11] Toen er directieleden van Pomosin uit Frankfurt kwamen om over leveringen te spreken, luisterde Otto Frank het gesprek af.[12] In 1971 verklaarde hij in zijn adres aan Yad Vashem dat Kugler weloverwogen een deel van de omzet niet in de boeken opnam om zo het onderduiken te bekostigen.[13] Het ligt voor de hand te concluderen dat onderduikers en bedrijven elkaar over en weer hielpen.
Noten
- ^ Anne Frank, Dagboek A, 12 juli 1942, in: Verzameld werk, Amsterdam: Prometheus, 2013.
- ^ Anne Frank, Dagboek A, 10 oktober 1942, in: Verzameld werk.
- ^ Anne Frank, Dagboek A, 3 mei 1944, in: Verzameld werk.
- ^ Anne Frank, Dagboek A, 21 september, 18 oktober en 5 november 1942, in: Verzameld werk.
- ^ Anne Frank, Dagboek A, 15 februari en 30 juni 1944; Dagboek B, 10 december 1942, in: Verzameld werk.
- ^ Anne Frank, Dagboek B, 22 december 1943, in: Verzameld werk
- ^ Anne Frank, Dagboek B, 4 augustus 1943; Verhaaltjes en gebeurtenissen uit het Achterhuis, ''Het Achterhuis van 8 aan tafel'', in: Verzameld werk.
- ^ Anne Frank, Dagboek A, 14 augustus, 21, 25 en 30 september, 14, 15, 18 en 20 oktober, 7 november 1942, in: Verzameld werk.
- ^ Anne Frank, Dagboek B, 11 juli 1943, in: Verzameld werk.
- ^ Anne Frank, Dagboek B, 13 januari 1943, in: Verzameld werk.
- ^ Anne Frank, Dagboek A, 20 oktober 1942, in: Verzameld werk.
- ^ Anne Frank, Dagboek B, 1 april 1943, in: Verzameld werk.
- ^ Otto Frank aan Yad Vashem, 10 juni 1971 ((http://www.yadvashem.org/yv/en/righteous/stories/pdf/otto_frank_letter.pdf).