NL

Theodor Metz

De econoom Theodor Metz was een kennis van Otto Frank.

De econoom Theodor Metz was een kennis van Otto Frank. In 1922 trouwde Metz met de kunstenares Herta Baumgarten.[1] Zij schreef bij het overlijden van Otto Frank  - ze was inmiddels zelf weduwe - een condoleancebrief aan Fritzi Frank.[2] Ten tijde van Otto Franks naturalisatie was Metz referentie voor hem.[3] Ook bij de 'ontvijanding' speelde hij een rol.[4] Metz was na de Eerste Wereldoorlog secretaris van het Eerste Nederlandse Koopmansgilde in Düsseldorf, daarna vanaf 1926 secretaris van de Nederlandsche Kamer van Koophandel voor Duitsland.[1] Het Bankgeschäft Michael Frank was lid van deze Kamer.[5]

Begin jaren twintig hield hij spreekuren voor Nederlandse bedrijven die problemen ondervonden bij het afwikkelen van contracten in Duitsland.[6] Toen ondanks de groeiende devaluatie in Duitsland steeds meer Nederlands-Duitse handelscontracten op basis van de gulden werden afgesloten, nam het aantal conflicten toe. Deze werden vooral door Metz beslecht. Hij kwam veel naar Nederland om met belanghebbenden te spreken.[7]

Otto Frank, Hortense Frank-Schott, Leni Elias-Frank en Erich Elias waren op 5 mei 1924 in Frankfurt bij hem te gast. Edith Frank was er op 25 oktober 1930. Zij tekenden allen het gastenboek. Op 13 december 1959 tekende Otto Frank hetzelfde gastenboek nogmaals.[8] Door Otto's bemoeienissen nam het gezin van Metz na 1945 twee oorlogswezen op.[9]

Bij oprichting in 1923 en van 1927-’33 was Metz betrokken bij de Centrale Maatschappij voor Handel en Industrie; Otto Frank volgde hem in december 1933 op als commissaris. Metz stond in 1923 in relatie tot o.a. Dimitri von Saher en Paul Stanfield.[10]

Het hoofdkantoor van de Kamer van  Koophandel werd in 1933 vanwege de veranderde politieke situatie in Duitsland naar Den Haag verplaatst[11] en in april 1933 kwam het gezin Metz van Frankfurt am Main naar Den Haag.[12] In mei 1939 werden ze bij wet tot Nederlander genaturaliseerd.[13] Voortaan luidde zijn naam Theodoor Maurits Metz.[14]

Kort na de Duitse bezetting van Nederland eisten de Duitse autoriteiten dat de Joodse medewerkers van de Kamer ontslagen zouden. De Joodse Metz zag zich daardoor gedwongen 'vrijwillig' ontslag te nemen, maar ging vervolgens als 'adviseur' aan de slag. In werkelijkheid bleef Metz als directeur optreden. Maar in 1943 kwam hieraan een einde toen de Handelskamer door de Duitsers werd gesloten. In datzelfde jaar werd Metz met zijn gezin gedeporteerd. Gedurende de laatste oorlogsjaren zat het gezin in verschillende concentratiekampen, waaronder Theresienstadt. Het hele gezin overleefde.[14]

Na 1945 werd hij hoofdambtenaar op het Ministerie van Economische Zaken.[1]  Hij was voorzitter van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag.[15] Na de oorlog schreef Metz mee aan twee publicaties over de Duits-Nederlandse Handelskamer.[16]

Metz werd door Anne Frank Stichting benaderd voor advies in economische en Duitse aangelegenheden, en kwam eventueel in aanmerking voor een plaats in de Raad van Advies.[17]

Bron persoonsgegevens.[14] Adressen: Unter den Eichen 12, Frankfurt am Main; Thomsonlaan 170, Den Haag,[12]  Kwartellaan 18 ('46).[1]

Noten

  1. a, b, c, d NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, Amsterdam, inv. nr. 292, N.V. Nederlandsche Opekta Maatschappij (Archief Opekta): Losse map belangrijke zaken Otto Frank).
  2. ^ Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), Otto Frank Archief (OFA), reg. code OFA_065: Herta Metz-Baumgarten aan Fritzi Frank, 24 augustus 1980.
  3. ^ Nationaal Archief (NL-HaNA, Den Haag, Justitie / Verbaal en Kabinet, 2.09.22, inv.nr. 13402: Otto Frank aan Th. de Meester, 9 februari 1946.
  4. ^ NL-HaNA, Nederlands Beheersinstituut (NBI): Beheersdossiers, nummer toegang 2.09.16: Th. de Meester aan Nederlandsch Beheerinstituut, 7 januari 1946; NIOD, Archief 292, losse map belangrijke zaken Otto Frank.
  5. ^ Institut für Stadtgeschichte (Frankfurt am Main), Industrie- und Handelskammer, inv. nr. 176: Ledenlijst Nederlandsche Kamer van Koophandel voor Zuid-Deutschland.
  6. ^ "In Duitschland gesloten contracten", Amersfoortsch Dagblad, 16 december 1921.
  7. ^ "Nederlandsch-Duitsche Handelsgeschillen", Amersfoortsch Dagblad, 7 december 1922.
  8. ^ Privébezit: gastenboek van het echtpaar Metz-Baumgarten, 1922-1964.
  9. ^ Mededeling Daniël Metz (kleinzoon), april 2010.
  10. ^ Noord-Hollands Archief, Haarlem, Handelsregister Amsterdam, Kamer van Koophandel Amsterdam, inv. nr. 3154, dossier 19874.
  11. ^ H.P. van den Aardweg, J.P.J.C. Hüllstrung (red.), Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Nederlanders en hun werk, Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, 1938, p. 1004.
  12. a, b Nationaal Archief, Den Haag (NL-HaNA), Ministerie van Justitie, Verbaalarchief, 1915-1955; Kabinetsarchief, 1915-1940, nummer toegang 2.09.22, inv. nr. 13402.
  13. ^ Verslag der Handelingen van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, 1938-1939, 678-679.
  14. a, b, c Zie: 'Der erste Geschäftsführer - De eerste directeur: Theodoor Moritz Metz', in: Deutsch-Niederländische Handelskammer - Duits-Nederlandse Handelskamer: Chronik - Kroniek 1905-2015, Den Haag: Duits-Nederlandse Handelskamer, 2015, p. 8-9.
  15. ^ AFS, AFC, reg. code OFA_322: Otto Frank aan Henri van Praag, 3 januari 1960.
  16. ^ Unter der Lupe, Probleme des deutschen Wirtschaftslebens. In Auftrag der Deutsch-Niederländischen Handelskammer redigiert von K. Albrecht, Th. M. Metz und G. Steuer (Den Haag 1958); en Fünfzig Jahre Niederländische Handelskammer für Deutschland, 1905-1955. Im Auftrag des Vorstandes der Kammer verfasst von Th. M. Metz  (Den Haag 1955).
  17. ^ AFS, AFC, reg. code OFA_322: H.Th. Bakker aan Otto Frank, 26 juli 1960.