Zacharias Frank
Zacharias Frank was de grootvader van Otto Frank.
De overgrootvader van Anne Frank, Zacharias Frank, werd in 1811 geboren in Niederhöchstadt, ongeveer tien kilometer van de vesting- en garnizoensstad Landau in Rijnland-Palts, aan de huidige Oberkehrgasse 10. Het gezin woonde nog niet zo lang in de Zuidelijke Palts, in het grensgebied tussen Duitsland en Frankrijk. De ouders van Zacharias kwamen uit Fürth in Beieren. Vader Abraham was huisleraar en rabbijn van de Joodse gemeenschap in Niederhochstadt.[1] Hij had, net als veel van zijn geloofsgenoten, zijn geboortestad Fürth verlaten om elders zijn fortuin te zoeken. Omdat de Palts en Landau in die tijd Frans grondgebied waren, kreeg Zacharias bij zijn geboorte de Franse nationaliteit.[2] Die verloor hij weer toen de Palts door het Congres van Wenen aan Beieren werd toebedeeld[3] en in 1831 definitief onder bestuur van de Duitse Bond kwam te staan.[4]
Veel joden uit de omgeving verhuisden naar Landau om daar als koopman te gaan werken. Zo ook Zacharias. Aanvankelijk was hij de uitbater van een eenvoudige herberg in Niederhochstadt,[5] maar in 1841 verliet de bijna 30-jarige Zacharias het ouderlijke dorp en verhuisde naar Landau, nadat hij een vergunning had verkregen om een ijzerhandel te openen.[6] Het jaar daarvoor was hij getrouwd met Babette, ook wel Barbara, Hammelfett, geboren in 1814. Zij was afkomstig uit Fürth, dezelfde plaats als waar de vader van Zacharias vandaan kwam. Haar denigrerende achternaam was het resultaat van een antisemitische inschrijving in de burgerlijke stand in Beieren: Babette's echte naam was Hammelburg, maar de ambtenaar van de burgerlijke stand in Fürth veranderde het in het hatelijke Hammelfett ('schapenvet').[7]
Zacharias Frank deed goede zaken. Hij werd bankier, legde zich toe op het uitlenen van geld en zou zich Hirsch Frank gaan noemen.[8] Hij kocht uitgestrekte wijngaarden in het nabijgelegen Albersweiler en werd eigenaar van de voormalige posthalte en taveerne Zur Blum.[9]
Tussen 1842 en 1855 werden er elf kinderen geboren: Rebecca (1842-1928), Jacob (1843-1878), Rosalia (Rosa; 1844-1929), Sophie (1846-1927), Emil (1847-1906), de jonggestorven Veronica (1849), Arnold (1850-1872), Michael (1851-1909), Leon (1853-1915), Carolina (Lina; 1854-1930) en Caroline (1855-1929).[10]
Toen Zacharias Frank in 1870 Zur Blum aan de Kaufhausgasse in Landau verwierf, was hij 59 jaar oud en waren de meeste van zijn kinderen al uitgevlogen. Slechts twee van hen - Sophie, getrouwd met bankier Leo Loeb, en Arnold, een bierbrouwer - bleven in hun geboorteplaats Landau wonen. De anderen verlieten allemaal de Pfalz om te verhuizen naar Frankfurt, Parijs, Luxemburg en de Verenigde Staten.
Oudste dochter Rebecca huwde de twaalf jaar oudere Oskar Loewi en verhuisde naar de VS, om na de dood van Oskar samen met haar kinderen weer terug te keren naar Europa.[11] Rebecca werd gevolgd naar de VS door Rosalia, die trouwde met Ottmar Loewi, de jongere broer van Oskar.[12]
Jacob richtte onder de familienaam een bankbedrijf op in Frankfurt. Leon vertrok op 26-jarige leeftijd naar Parijs, waar hij samen met zijn zakenpartner Willy Wolfsohn, de bank Frank, Wolfsohn & Co oprichtte. Hij trouwde zijn nicht Nanette, de oudste dochter van Rebecca en Oskar Loewi.[13] Leon, die zichzelf nu Léon noemde, en Nanette waren de ouders van binnenhuisarchitect Jean-Michel Frank. Caroline trouwde met Ferdinand Em(m)anuel, een welvarende zakenman uit Frankfurt am Main,[14] de stad waar ook Michael Frank, de vader van Otto Frank, zich in 1879 zou vestigen en een bankiershuis opbouwde.
Rosalia zou uiteindelijk ook terugkeren naar Frankfurt. Emil werd bierbrouwer in Mühlburg, nabij Karlsruhe, en trouwde met Auguste Haber.[15] Dochter Carolina (Lina) huwde Albert Reinhard, een ondernemer in de leerindustrie in Luxemburg.[16]
Hun ouders bleven achter in Landau. Zacharias overleed op 27 juli 1884, zijn vrouw op 10 oktober 1891. Na het overlijden van Babette Frank werden alle nog in leven zijnde kinderen eigenaar van het familiehuis Zur Blum, maar in 1901 werd dat het exclusieve eigendom van Sophie Loeb-Frank, weduwe van de in datzelfde jaar overleden Leo Loeb. Hun zoon Ernst overleed in 1903 en na de dood van moeder Sophie in 1927 erfde dochter Olga Loeb (1876-1946) het pand. Om aan vervolging door de nazi's te ontsnappen, vluchtte Olga in 1939 naar Luxemburg, waar ze onderdak vond bij familie, mogelijk de kinderen van haar tante Carolina. Niettemin werd ze in 1941 geïnterneerd in het klooster Cinqfontaines (Pafemillen of Fünfbrunnen)[17] en van daaruit op 6 april 1943 naar Theresienstadt gedeporteerd. Ze overleefde het en keerde terug naar Luxemburg, waar ze op 16 september 1946 overleed.[18]
Bron persoonsgegevens.[10]
Noten
- ^ Stadt Landau in der Pfalz, Anne Frank und ihre südpfälzische Verwandtschaft (von Stadtarchivarin Christine Kohl-Langer), 12 juni 2019.
- ^ Maarten van Buuren, Een ruimte voor de ziel: opkomst en ondergang van Jean-Michel Frank (1895-1941), Amsterdam: Lemniscaat, 2013, p. 36.
- ^ Het Congres van Wenen was een congres waar na de val van Napoleon de nieuwe Europese grenzen werden bepaald.
- ^ Wikipedia: Landau in der Pfalz.
- ^ Bernhard Kukatzki, Der jüdische Friedhof in (Nieder-)Hochstadt, Landau in der Pfalz; [s.n.], 1995, p. 5.
- ^ Mirjam Pressler, 'Groeten en liefs aan allen': het verhaal van de familie van Anne Frank, Amsterdam: Bert Bakker, 2010, p. 27. De stadsarchivaris van Landau noemt 1840 als het jaar dat Zacharias zich in Landau vestigde. Stadt Landau in der Pfalz, Anne Frank und ihre südpfälzische Verwandtschaft, 12 juni 2019.
- ^ Aldus Carol Ann Lee, Het verborgen leven van Otto Frank, Amsterdam: Balans, 2002, p. 22.
- ^ Edith Vierling, Das Frank-Loeb'sche Haus zu Landau in der Pfalz, München: GRIN, 2009, p. 10.
- ^ Lee, Het verborgen leven van Otto Frank, p. 22-23; Pressler, 'Groeten en liefs aan allen', p. 27.
- a, b Zowel Melissa Müller als Mirjam Pressler presenteren stambomen van de familie Frank, maar beide zijn onvolledig en geven soms onjuiste informatie. Melissa Müller, Anne Frank: de biografie, 5e, geh. herz. druk, Amsterdam: Bert Bakker, 2013, p. 468; Pressler, 'Groeten en liefs aan allen', p. 418-419. Voor een korte, heldere uiteenzetting over de stamboom van de familie Frank, zie: Van Buuren, Een ruimte voor de ziel, p. 305-313. Van Buuren gaat ook in op de varianten van de voornamen, die dan weer eens Duits, dan weer eens Frans gespeld werden.
- ^ Van Buuren, Een ruimte voor de ziel, p. 307-308. Na de dood van Oskar in 1875 keerde Rebecca met haar kinderen terug naar Europa om zich uiteindelijk in 1882 in Parijs te vestigen.
- ^ Van Buuren, Een ruimte voor de ziel, p. 308.
- ^ Van Buuren, Een ruimte voor de ziel, p. 307.
- ^ Carol AnneLee, Anne Frank 1929-1945: het leven van een jong meisje: de definitieve biografie, Amsterdam: Balans, 2009, p. 38. Zij noemt ook Rosalia, maar dat klopt dus niet.
- ^ Find a Grave, database en afbeeldingen, gedenkplekpagina voor Emil Frank (21 Jan 1847–31 Mei 1906), Find a Grave-gedenkplek-ID 128399751.
- ^ Wikipedia: Händschefabréck Reinhard am Stadgronn. Curieus is dat toen Leon Frank in 1914 een aanvraag deed voor het Franse staatsburgerschap, hij ook moest vermelden welke familieleden te zijnen laste waren. Daarbij noemde hij naast twee van zijn zoons, ook vier tantes: Mme Loewi (Rosa), Mme Loeb (Sophie), Mme Reinhard (Lina) en Mme Emmanuel (Caroline). Van Buuren, Een ruimte voor de ziel, p. 38-39.
- ^ Het klooster van Cinqfontaines werd in 1941 gebruikt om de Luxemburgse Joden tijdelijk in te huisvesten. Van daaruit werden zij geleidelijk aan in kleinere groepjes afgevoerd naar de getto's en later direct naar de kampen. Wikipedia: Pafemillen.
- ^ Olga Loeb was een enthousiaste amateurschilder en in 2022 dook op een rommelmarkt in Landau een door haar vervaardigd schilderij, 'Stilleven met klaprozen en madeliefjes' op. Stadt Landau in der Pfalz, Besonderes Fundstück aus Landaus jüdischer Geschichte: Ruhango-Markt schenkt Stadt Stillleben von Olga Loeb für Rückkehr ins Frank-Loebsche Haus, 27 mei 2022; Kleiner Schatz jüdischer Geschichte taucht im Flohmarkt auf, Die Rheinpfalz, 3 juni 2022.