NL

Betje Zendijk - Jakobs

Betje Jakobs zat samen met de onderduikers uit het Achterhuis gevangen in kamp Westerbork en Auschwitz. In de ziekenbarak van Auschwitz-Birkenau was ze getuige van het overlijden van Edith Frank.

Betje (Betty/Bep) Jakobs werd op 9 juni 1922 in Coevorden geboren als oudste dochter van het Joodse echtpaar Herman Israël Jakobs (1896-1945) en Sophie ten Brink (1899-1945). Op 18 augustus 1925 werd haar zusje Minna geboren,[1] een jaar later op 28 augustus 1926 haar broertje Israël.[2] Het gezin woonde op de Koestraat 25a in Zwolle.[3]

Het gezin dook in 1942 een tijd onder bij melkboer Dekker in Zwolle. Door onbekende omstandigheden moest het gezin daar weg en doken ze uiteindelijk onder op de Prinses Julianastraat (toen Louise de Colignystraat).[4] Op 25 augustus 1944 werd Betje samen met haar ouders, broertje en zusje ontdekt en gearresteerd.[5] Via Arnhem en Velp kwam het gezin op 29 augustus 1944 in kamp Westerbork aan. Daar kwamen ze in strafbarak 67 terecht, waar vanaf 8 augustus 1944 ook de onderduikers uit het Achterhuis zaten.[6]

Auschwitz-Birkenau

Net als de acht onderduikers werd Betje Jakobs met haar familie op 3 september 1944 op transport gesteld naar concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz.[6] Daar kwamen ze in de nacht van 5 op 6 september 1944 aan. Na de selecties, waarbij de mannen en vrouwen van elkaar gescheiden werden, volgde de registratie. Ze kreeg het nummer A25149 op haar onderarm getatoeëerd.[5]

In het kamp moesten de vrouwen zinloze dwangarbeid verrichten. In juni 1945 vertelde Betje Jakobs hierover aan het Zwolsch Nieuws- en Advertentieblad: ‘Ons eerste werk was het versjouwen km’s verder van zware basaltsteenen naar een of andere bouwplaats, maar het was niets anders dan pesten, want de volgenden dag moesten we die zware brokstukken terugsjouwen.’[7]

Rond 21 oktober 1944 volgden er selecties waarbij ze eerst van haar moeder en vervolgens ook van haar zusje werd gescheiden. Na deze selecties werd het werk zwaarder: ‘Kanalen graven en weer dicht gooien. Toen werd ik ziek, een soort dysenterie.’[7] Ze kwam in de ziekenbarak terecht en was daar getuigen van de dood van Edith Frank. Op 2 augustus 1945 verklaarde Betje aan de medewerkers van het Nederlandse Rode Kruis dat zij ‘daar in mijn nabijheid [had] zien sterven: mevrouw Frank uit Amsterdam, waar haar man de Opektamaatschappij had.'[8]

Bevrijding

Op 27 januari 1945 werd Betje Jakobs uit Auschwitz bevrijd, maar was ze meer dood dan levend. Ze was ziek en woog nog slechts 28 kilo. In eerste instantie kwam ze dan ook op een dodenlijst te staan.[9] Maar zoals ze zelf vertelde: ‘Reeds kwamen de Russen om mijn lijk op te halen (…). Ze waren echter nog wat te vroeg, want ik gaf nog teekenen van leven. Maar ’t zou wel spoedig afloopen… En toch… als door een wonder Gods kwam ik er weer boven op.’[5]

Betje Jakobs overleefde als enige van het gezin Jakobs de oorlog. Eenmaal weer in Zwolle verbleef ze een tijd bij de familie Bieringa en probeerde ze de bij een buurman in bewaring gegeven spullen weer terug te krijgen. Deze bleken echter verkocht. Op 11 oktober 1946 bevestigde Betje dat ze akkoord ging met de schikking van fl. 975,-.[10]

In de zomer van 1953 trouwde Betje Jakobs met David Zendijk (1923-1970).[11] Samen kregen ze twee dochters.

Bron persoonsgegevens.[12]

Noten

  1. ^ Joods Monument: MInna Jakobs.
  2. ^ Joods Monument: Israël Jakobs.
  3. ^ Joods Monument: Koestraat 25a- Zwolle; Arolsen Archives - International Center on Nazi Persecution, Bad Arolsen: Formulier Volksherstel Betty Jakobs, Document ID 130312178.
  4. ^ Zie Collectie Overijssel, Beeldbank (details beschrijving foto’s).
  5. a, b, c 'In ’t rijk der levenden teruggekeerd. Zwolsch meisje over het vernietigingskamp Auschwitz’, Zwolsch Nieuws- en Advertentieblad (Ten Heuvel’s Krant), 23 juni 1945. Geraadpleegd via Delpher.
  6. a, b Arolsen Archives, Joodsche Raad Kaart Betje Jakobs, Document ID 130312177.
  7. a, b 'In ’t rijk der levenden teruggekeerd. Zwolsch meisje over het vernietigingskamp Auschwitz', deel II,  Zwolsch Nieuws- en Advertentieblad (Ten Heuvel’s Krant), 30 juni 1945. Geraadpleegd via Delpher.
  8. ^ Het Nederlandse Rode Kruis (NRK), Den Haag, toegang 2050, inv.nr. 1267, Verklaring Betje Jakobs, 2 augustus 1945.
  9. ^ De naam van Betty Jakobs komt voor op een dodenlijst die na de bevrijding van het kamp werd opgesteld met als doel ‘Checking of identification of unkown dead.’ Uit de lijst blijkt dat ze toch nog ‘alive after liberation’ was. Zie: Arolsen Archives, ‘Evaluation of data on unknown foreign fatalities and unknown fatalities from concentration camps and their grave sites.’, Reference Co DE ITS 5.3.2 Tote 57.
  10. ^ Collectie Overijssel, toegang 0652, inv. 168: ‘Correspondentie betreffende de teruggave van door de familie Jakobs bij een buurman in bewaring gegeven goederen, die blijken te zijn verkocht, 1945 - 1946.’.
  11. ^ ‘Collectie Overijssel, toegang 0652, inv. 172: Huwelijkskaart Bep Jakobs en Dé Zendijk’ 30 augustus 1953; ‘Ondertrouw D. Zendijk en B. Jakobs’, Nieuwe Haarlemsche courant, 17 juni 1953, Geraadpleegd via Delpher; ‘Overlijdensadvertentie David Zendijk’ In: Nieuw Israelietisch weekblad, 27 maart 1970. Geraadpleegd via Delpher.
  12. ^ Drents Archief, Assen Drents Archief, Gemeente Coevorden Bevolkingsregister, Deel 18, 1900-1925, Archiefnummer 2001.05, Inventarisnummer 44: Registratie Betje Jakobs; Overlijdensadvertentie Bep Zendijk-Jakobs’ in: Nieuw Israelietisch weekblad, 29 september 1978. Geraadpleegd via Delpher.