NL

Clara Ehbrecht

Clara Ehbrecht zat bij hetzelfde transport als de familie Frank van Westerbork naar Auschwitz. Na de bevrijding maakte ze net als Otto Frank de repatriëringsreis via Odessa naar Nederland

Clara Ehbrecht was een kampgenote van de familie Frank. Ze was een halfzus van Gerdina Selma Gendering.[1] Haar beroep was verpleegster met de kwalificaties ‘het witte kruis’ (basisverpleegkundige), ‘ooievaartje’ (kraamverpleegkundige) en ‘het zwarte kruis’ (psychiatrisch verpleegkundige). Onder die laatste bevoegdheid werkte ze vóór 1935 in het ‘Apeldoornsche Bos’.[2]

Tussen 1935 en 1953 woonde ze in Amsterdam op veel verschillende adressen, waaronder het adres van de Centrale Israëlietische Ziekenverpleging, het Joodse Oude lieden Gesticht, het Portugees-Israëlitisch Ziekenhuis en de Joodse Invalide.[3]

Op 21 augustus 1944 werd zij gearresteerd SD-rechercheur Maarten Spaans uit Den Haag. Spaans was als lid van de Documentatiedienst van de Haagse politie een berucht ‘Jodenjager’.[4] Hij leverde haar af aan bureau Linnaeusstraat te Amsterdam. Vooruitlopend op transport naar Den Haag bracht een agent haar over naar het Amsterdamse Hoofdbureau.[5] Daar werd ze opgesloten.[6] 

Ze maakte deel uit van het transport van Westerbork naar Auschwitz op 3 september 1944.[7] Ondanks het feit dat haar vader niet-Joods was, had ze geen beschermde status en hoorde ze bij de gewone Häftlinge. Naar eigen zeggen, zat ze in dezelfde wagon als de familie Frank en verbleef ze in Auschwitz-Birkenau met Edith, Margot en Anne Frank in dezelfde barak. Na de bevrijding maakte ze net als Otto Frank de repatriëringsreis via Odessa naar Nederland.[8]

In 1955 trouwde ze met de Poolse Holocaustoverlevende Abram Bergerfraint.[3] Na het overlijden van Otto Frank tekende ze in 1980 bij de Anne Frank Stichting het condoleanceregister met een korte vermelding van haar connectie met de familie Frank.[9]

Bron persoonsgegevens.[10] Adressen: Amsterdam; Apeldoorn; Jacob Obrechtstraat 92, Amsterdam (CIZ, 1935 – ‘39); Nieuwe Kerkstraat 135, Amsterdam (Joodse Oudelieden Gesticht, 1939 – ’40); Plantage Franschelaan 8, Amsterdam (PIZ, 1944); Weesperplein 1, Amsterdam (JI, 1946 – ’53).[11]

Noten

  1. ^ Stadsarchief Amsterdam (SAA), Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegansnummer 30238): Archiefkaarten C.W.E.H. Ehbrecht en G.S. Gendering, beiden dochters van Leentje Gendering.
  2. ^ Arolsen Archives - International Center on Nazi Persecution, Bad Arolsen: Joodse-Raadkaart C.W.E.H. Ebrecht, Document ID 130282081.
  3. a, b SAA, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart C.W.E.H. Ehbrecht.
  4. ^ L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog VI. Juli ’42 – Mei ’43, Den Haag: Martinus Nijhoff, 1975, p. 328. Voor Spaans, zie verder: Ad van Liemp & Jan H. Kompagnie (red.), Jodenjacht: de onthutsende rol van de Nederlandse politiek in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam: Balans, 2011.
  5. ^ SAA, Gemeentepolitie Amsterdam (toegangsnummer 5225), inv. nr. 6283: Rapporten bureau Linnaeusstraat, 21 augustus 1944, mut. 16.10 uur.
  6. ^ SAA, Gemeentepolitie Amsterdam, inv. nr. 7202: fouilleringsregister 21 augustus 1944, mut. 17.45 uur.
  7. ^ Nederlandse Rode Kruis, Collectie Vervolging (NRK 2050), inv. nr. 675: Transportsamenstelling Westerbork-Auschwitz, 3 september 1944.
  8. ^ Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), reg. code A_OFrank_I_001: 18 lijsten opgemaakt door Centraal Registratie Bureau voor Joden met namen van Joodse overlevenden, 1945, lijst no. 3, lijst van Joden, via Odessa in Marseille aangekomen.
  9. ^ AFS, AFC, Otto Frank Archief (OFA), reg. code OFA_066: Condoleanceregister voor Otto Frank, 1980.
  10. ^ SAA, Burgerlijke Stand (toegangsnummer 5009), inv. nr. 7632: Register van geboorteakten, deel 13, 13v, akte 7353.
  11. ^ SAA, Dienst Bevolkingsregister, Persoonskaarten (toegangsnummer 30408): Persoonskaart C.W.E.H. Ebrecht.