Walter Holländer
Walter Holländer was een broer van Edith Frank.
Walter Holländer was de tweede zoon van Abraham Holländer en Rosa Holländer-Stern en jongste broer van Edith Frank-Holländer.[1]
Net zoals de andere kinderen uit het gezin van Abraham Holländer bezocht Walter eerst de Jüdische Volksschule in Aken.[2] Mogelijk volgde hij, net als zijn broer Julius, een opleiding aan het gymnasium van Aken, gevolgd door een private financieel-economische studie bij een hoogleraar van de Technische Hochschule, ter voorbereiding op een positie in B. Holländer, de onderneming van hun vader. In mei 1916 werd hij bedrijfsleider van de Waggonfabrik Heine & Holländer G.m.b.H., een in 1914 door Abraham Holländer en Karl Heine opgerichte onderneming die locomotieven, wagons van allerlei soort, tramstellen, autobussen en vrachtwagens produceerde en repareerde in Elze, bij Hannover.[3]
Walter trok meestal op met zijn drie jaar oudere broer Julius. Na de dood van hun vader gaven zij samen leiding aan diens onderneming B. Holländer. Beide broers waren ongehuwd en woonden thuis bij hun ouders. Over Walter wordt gezegd dat hij mogelijk homoseksueel was. Op een later door haar afgeplakte pagina schreef Anne Frank: ‘Alle mannen als ze normaal zijn gaan met vrouwen, op straat spreken zulke vrouwen hun dan wel aan en dan gaan ze samen. In Parijs zijn daar grote huizen voor. Papa is er geweest. Oom Walter is niet normaal’.[4] Volgens Anne Frank-biograaf Melissa Müller was Walters homoseksualiteit geen geheim binnen de familie Hollander.[5] In 1954 werd over een van Annes ooms gezegd dat die als kind onstuimig en onberekenbaar was geweest en later als een 'beetje eigenaardig' werd beschouwd.[6]
Toen hun moeder in 1933 het familiehuis aan de Liebfrauenstrasse in Aken verkocht, verhuisde zij samen met Julius en Walter naar de Monheimsallee. Later, in 1935, verhuisden zij ook met haar mee naar de Pastorplatz. Ze waren gek op kinderen, kwamen vaak bij de familie Frank in Frankfurt langs en namen Margot en Anne in de auto mee naar Aken.[7] Na de emigratie van de familie Frank naar Amsterdam brachten Julius en Walter Margot vanuit Aken naar Amsterdam, terwijl Anne nog even bij oma Rosa Holländer-Stern bleef wonen.[8]
Na de machtsovername van de nazi’s in 1933 werden Walter Holländers bevoegdheden als bedrijfsleider van de Waggonfabrik Heine & Holländer al ingetrokken.[9] Walter en Julius probeerden het familiebedrijf draaiende te houden in een onzeker politiek en economisch klimaat, maar na de Novemberpogrom van 1938 lukte dat niet langer. Na de Kristallnacht werden beiden gearresteerd.[10] Het feit dat Julius tijdens de Eerste Wereldoorlog gewond was geraakt, behoedde hem voor doorzending naar een concentratiekamp, maar Walter werd naar concentratiekamp Sachsenhausen gestuurd.[11] Dankzij Julius, die een aanvraag had ingediend bij de Nederlandse ambassade en een borgstelling van zijn zwager Otto Frank had weten te regelen, werd Walter Holländer op 1 december 1938 vrijgelaten uit concentratiekamp Sachsenhausen.[12] Vanwege de Verordnung über den Einsatz des jüdischen Vermögens van 3 december 1938 werden de Holländers gedwongen hun bedrijfsactiviteiten stop te zetten. Op 16 januari 1939 werd firma B. Hollander geliquideerd:[13] het onroerend goed werd 'geariseerd'.[14]
Het lukte Otto Frank om toestemming voor Walter te krijgen om naar een Nederlands vluchtelingenkamp te komen.[15] Hij kwam op 26 december 1938 via Nijmegen in Nederland aan, en reisde door naar Rotterdam.[16] Het Amsterdamse Bevolkingsregister schreef hem op 27 december 1938 als ingezetene van het interneringskamp Zeeburg in.[17] Hij verbleef bijna een jaar in dit kamp, dat hij telkens voor slechts korte perioden mocht verlaten, en dan alleen met schriftelijke toestemming om een bezoek te brengen aan Huize Oosteinde, een soort Duits-Joods cultuurcentrum dat in januari 1937 was geopend en waar vluchtelingen konden lezen, studeren en meedoen aan sportactiviteiten. Mogelijk heeft hij daar een cursus Engels gevolgd. Na bijna een heel jaar lang op zijn visum voor de Verenigde Staten te hebben moeten wachten, vertok hij op 17 december 1939 met de SS Volendam naar de Verenigde Staten.[18]
In de VS vestigde Walter, evenals Julius, zich in Massachussets, waar hij werk vond als losse arbeider bij de E.F. Dodge Paper Box Company, een kartonfabriek in Leominster nabij Boston, terwijl Julius in het 65 km verderop gelegen Canton in nachtdienst werkte als oven man bij de Canton Japanning Company, een bedrijf dat lakleer maakte. Walter verdiende US$ 20 per week en Julius US$ 28. Ze woonden in kleine gemeubileerder kamers, allebei in de buurt van hun werk.[19]
Walter en Julius Holländer kregen op 13 november 1944 het Amerikaanse staatsburgerschap.[20] Ze moesten zich ook na het eind van de oorlog zien te redden als laagbetaalde fabrieksarbeiders en leefden in uiterst bescheiden omstandigheden op gemeubileerde kamers in de buurt van Boston.[21] Toen zij het bericht kregen dat hun zus Edith en haar beide kinderen Margot en Anne Frank waren omgekomen in de Duitse concentratiekampen, waren zij ontroostbaar. Dat hun naaste familie was vermoord, konden ze maar moeilijk verwerken: 'Our lives are empty now. Edith and the girls was all we had', schreef Julius in de zomer van 1945 aan Otto Frank.[22]
Met zijn broer Julius maakte hij in 1963 honderd dollar over ter ondersteuning van het werk van de Anne Frank Stichting.[23] In datzelfde jaar verhuisden de broers naar New York, waar zij min of meer als kluizenaars door het leven gingen. Schrale troost was dat hij en Julius in 1956 elk een maandelijkse uitkering van DM 600,-- ontvingen als schadevergoeding aan slachtoffers van de nazi-vervolging.[24] Ook met zijn lichamelijke gezondheid ging het slecht: hij leed aan artritis en diabetes. Verder had hij longproblemen en had last van zenuwen. Hij at slecht en rookte veel.[25] Juni 1963 stopte hij om gezondheidsredenen met werken.[26]
Na het dodelijk verongelukken van Julius in 1967, plaatste Walter een overlijdensbericht in Aufbau.[27] Hij zelf overleed een jaar later op 70-jarige leeftijd.
Bron persoonsgegevens.[28] Adressen: Liebfrauenstrasse 5, Aachen; Bahnhofstrasse 54, Elze (bij Hannover);[29] 69 Merriam Avenue, Leominster, Massachussets, USA (1941); [30] 24 Oak Avenue, Leominster, Massachussets (1954).[31]
Noten
- ^ Wordt door Anne aangeduid als: (een van) m'n twee ooms. Anne Frank, Dagboek B, 20 juni 1942, 1e, in: Verzameld werk, Amsterdam: Prometheus, 2013.
- ^ Holger A. Dux, 'Zur Geschichte der Vorfahren der Anne Frank in Aachen', in: Winfried Casteel & Yvonne Hugot-Zgodda (Red.), Beiträge zur Geschichte des Nationalsozialismus in Aachen, Aachen: Volkshochschule Aachen, 2012, p. 3.6/7. Voor de Joodse school, zie: "Jüdische Schule", Wege gegen das Vergessen Aachen 1933-1945.
- ^ Hij werd op 3 mei 1916 als zodanig ingeschreven in het handelsregister. Hannoverscher Kurier, 5 juni 1916 (geraadpleegd via Deutsche Zeitungsportal). Zie ook: Werner Beermann, Die Elzer Waggon. Die Geschichte der Fabrik von Heine und Holländer bis Waggonbau Graaff/VTG, Elze: Heimat- und Geschichtsverein Elze und Seiner Ortsteile, 2009, p. 189, 19.
- ^ Persbericht Anne Frank Stichting, Nieuwe teksten uit dagboek ontsloten, 15 maart 2019.
- ^ Who was Anne Frank’s gay Uncle Walter?, The Times of Israel, 23 mei 2018.
- ^ Aldus Otto Frank in een interview door Jean Schick Grossman: Anne Frank: the story within her story, 1954. Melissa Müller schrijft dat dit over Julius ging, maar in het interview wordt de oom niet bij naam genoemd. Melissa Müller, Anne Frank: de biografie, 5e, geheel herz. druk, Amsterdam: Bert Bakker, 2013, p. 39.
- ^ Müller, Anne Frank: de biografie, p. 39.
- ^ Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Colectie (AFC), reg. code A_Getuigen_I_084-1: Edith Frank aan Gertrud Naumann, waarschijnlijk zaterdag 23 december 1933.
- ^ Friedrich Dreyer, ‘Von der Zuckerfabrik zur Waggonfabrik’, in: W. Beermann, Die Elzer Waggon, p. 9-29, aldaar p. 19, 24.
- ^ Walter noemt als datum van zijn arrestatie 12 november 1938 Bezirksregierung Düsseldorf, Entschädigungsakten Julius & Walter Hollander, 1954-1959. Maar het zou ook 10 november geweest kunnen zijn. Zie: 'Nachweisung der im Zuge der Aktion (v.10.11.1938) festgenommen und in den Konzentrationslager überführten Juden', in: Herbert Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust: die Israelitische Synagogengemeinde zu Aachen 1801-1942, Aachen: Verlag der Mayer'schen Buchhandlung, 1994, Bd. II, p. 1246-1259, aldaar p. 1253.
- ^ 'Nachweisung der im Zuge der Aktion (v.10.11.1938) festgenommen und in den Konzentrationslager überführten Juden', in: Herbert Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust: die Israelitische Synagogengemeinde zu Aachen 1801-1942, Aachen: Verlag der Mayer'schen Buchhandlung, 1994, Bd. II, p. 1246-1259, aldaar p. 1253.
- ^ Bezirksregierung Düsseldorf, Entschädigungsakten Julius & Walter Hollander, 1954-1959: Kopie Entlassungsschein, d.d. 1 december 1938.
- ^ Bezirksregierung Düsseldorf, Entschädigungsakten Julius & Walter Hollander, 1954-1959: Bescheid in der Entschädigungssache des Herrn Julius Holländer, den. 7 Dezember 1956.
- ^ Müller, Anne Frank: de biografie, p. 113-116.
- ^ Nationaal Archief, Den Haag, Rijksvreemdelingendienst en rechtsvoorgangers, toegangsnr. 2.09.45,inv. nr. 1697: Begeleidend schrijven, 6 december 1938.
- ^ NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, Comité voor Joodsche Vluchtelingen, inv. nr. 389: Otto Frank aan Comité voor Joodsche Vluchtelingen, 27 december 1938.
- ^ Stadsarchief Amsterdam (SAA), Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart W. Holländer.
- ^ SAA, Gemeentepolitie Amsterdam, inv. nr. 4168: Vreemdelingenkaartje; Stadsarchief Rotterdam, Passagiers Holland Amerika Lijn (H.A.L.), Afvaart 'SS Volendam' op 17-12--1939 vanaf haven Rotterdam.
- ^ YIVO Institute for Jewish Research, Otto Frank File, New York, NY: YIVO Institute for Jewisch Research, 2007, p. 17; George T. Comeau, Canton's true tales: a telegram to 138 High Street, Canton Citizen, 4 juni 2021.
- ^ Müller, Anne Frank: de biografie, p. 364.
- ^ Bezirksregierung Düsseldorf, Entschädigungsakten Julius & Walter Hollander, 1954-1957: Verklaring van Heinz Jacobowitz.
- ^ AFS, AFC, Otto Frank Archief (OFA), reg. code OFA_073: Julius Holländer aan Otto Frank, augustus 1945.
- ^ AFS, AFC, reg. code OFA_073: Julius en Walter Holländer aan J. Soetendorp, 12 mei 1963.
- ^ Bezirksregierung Düsseldorf, Entschädigungsakten Julius & Walter Hollander, 1954-1959: Bescheid in der Entschädigungssache des Herrn Julius Holländer, den. 7 Dezember 1956; Bescheid in der Entschädigungssache des Herrn Walter Holländer, den. 19. Dezember 1956.
- ^ AFS, AFC, reg. code OFA_073: Heinz Jacobowitz aan Otto Frank, 9 juli 1961.
- ^ AFS, AFC, reg. code OFA_073: Heinz Jacobowitz aan Otto Frank, 26 juli 1963.
- ^ Aufbau, 13 oktober 1967.
- ^ Standesamt Aachen, Geboortakte register A I, nr. 455, 10 februari 1897; County of New York, Surrogate's Court: Nalatenschap Walter Holländer, dossiernr. 6645, 1968, Probate Petition.
- ^ Friedrich Dreyer, ‘Von der Zuckerfabrik zur Waggonfabrik’, p. 19.
- ^ YIVO, Otto Frank File, p. 14.
- ^ Bezirksregierung Düsseldorf, Entschädigungsakten Julius & Walter Hollander, 1954-1959.