NL

Tonny Ahlers

Tonny Ahlers was een Nederlandse nazi en premiejager in de Tweede Wereldoorlog.

Anton Christiaan (Tonny) Ahlers was op jonge leeftijd een wat ontspoord type.[1] In maart 1938 sprong hij vanwege "een liefdesgeschiedenis" bij Zutphen in de IJssel. Hij overleefde en de Marechaussee bracht hem de volgende dag naar het Hoofdbureau van Politie in Amsterdam. Daar haalde zijn vader hem op.[2] 

Later dat jaar kwam hij in het vaarwater van de nationaal-socialistische partij van Ernst Herman van Rappard (1899-1953) terecht. Hij kwam zo met de politie in aanraking vanwege een antisemitisch opstootje in de Bijenkorf en het ingooien van een ruit bij het Comité voor Joodsche Vluchtelingen. Voor dit laatste delict kreeg hij, evenals een medeplichtige, een gevangenisstraf van zes maanden.[3]

Geestverwanten van Ahlers probeerden op 5 november 1940 de Duits-Joodse zakenman H. Rothe geld af te persen.[4]

Op of rond 18 april 1941 verscheen Ahlers bij Otto Frank op kantoor. Hij toonde een brief van Job Jansen aan de SD, waarin deze melding maakte van negatieve uitspraken van Otto over de krijgskansen van het Duitse leger. Otto nam de brief in ontvangst en gaf Ahlers ongevraagd tien gulden. Toen Otto na de bevrijding hoorde dat Ahlers in de Haagse strafgevangenis was opgesloten, schreef hij Bureau Nationale Veiligheid aan. Hij was van mening dat Ahlers hem door zijn interventie het leven had gered.[5] ​​​​​Pas toen hem bewijzen werden getoond dat Ahlers vele anderen had verraden, draaide Otto bij.

Ahlers dreef allerlei handeltjes onder de naam Petoma. Tot het assortiment behoorden onder meer in de kunstmatige zoetstof "Suikerzoet",[6] maar ook oude wasfiguren, houtdraaiwerk[7] en alle gebruiks- en verbruiksartikelen, voor export.[8]  Adverterend in dit laatste geval afficheerde Ahlers zich expliciet als Officieel Wehrmacht-inkoper.
In november 1944 bood hij handleidingen aan voor "Electrisch Licht door eigen installatie o/h. dak", onder de naam "Agentuur A.C. Ahlers".Advertentie "Electrisch Licht".[9]

In 2002 voerde Carol Ann Lee in haar biografie over Otto Frank Ahlers op als de waarschijnlijke verrader van de onderduikers in het Achterhuis.[10] De onaannemelijkheid van die theorie werd in 2003 aangegeven in een boekje van het NIOD, waarin verschillende theorieën werden geanalyseerd.[11] 

Bron persoonsgegevens.[12] Adressen: Prinsengracht 253 huis, Amsterdam ('37-'38), Rozengracht 44boven ('38-'39), Leliegracht 34-II ('39), Nieuwezijds Voorburgwal 144, Admiraal de Ruyterweg 95-I, Van der Hoochlaan 24, Amstelveen (april '44).[12] Ahlers verhuisde tussen 1937 en 1944 ongeveer vijftien keer. Dit overzicht is dan ook niet volledig

Noten

  1. ^ Zie: Wikipedia: Tonny Ahlers.
  2. ^ Stadsarchief Amsterdam (SAA), Gemeentepolitie Amsterdam, inv. nr. 3213: Meldingsrapport Centrale Recherche, 20 maart 1938, mut. 12.15 en 1,45 uur.
  3. ^ Gertjan Broek, Weerkorpsen. Extreemrechtse strijdgroepen in Amsterdam, 1923-1942. Proefschrift Universiteit van Amsterdam 2014, p. 239-255.
  4. ^ SAA, Gemeentepolitie Amsterdam (toegang 5225), inv. nr. 6729: Rapporten bureau Singel, 5 november 1940, mut. 8.30 n.m.
  5. ^ Nationaal Archief, Den Haag, Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, inv. nr. 107869: Otto Frank aan Bureau Nationale Veiligheid, 21 augustus 1945.
  6. ^ Nieuws van den Dag, 12 september 1942.
  7. ^ Nieuws van den Dag, 15 november 1943 en 31 maart 1944.
  8. ^ Nieuws van den Dag, 17 mei 1943.
  9. ^ De Telegraaf, 11 november 1944.
  10. ^ Carol Ann Lee, Het verborgen leven van Otto Frank. De biografie, Amsterdam: Balans, 2002.
  11. ^ David Barnouw en Gerrold van der Stroom, Wie verraadde Anne Frank?, Amsterdam: Boom, 2003. Zie ook nog: Rosemary Sullivan, Het verraad van Anne Frank: het baanbrekende onderzoek van een internationaal coldcaseteam in Nederland, Amsterdam: Ambo|Antos, 2020, p. 145-153.
  12. a, b Uittreksel Gemeentelijke Basisadministratie, Register Amsterdam, d.d. 6 september 2002.