Gerda Einstein
Gerda Einstein was een kinderjuffrouw die in 1936 enkele maanden bij de familie Frank inwoonde.
Persoon
Gerda Einstein werd op 18 februari 1936 door de Vreemdelingendienst van de Amsterdamse politie ingeschreven. Naast haar werk als hulp in de huishouding bij de familie Frank was ze kinderjuffrouw bij het gezin van Bruno Asch aan de Stadionweg in Amsterdam.[1]
Begin 1937 was ze kinderjuffrouw bij het gezin Elias, bij wie op 29 maart de zoon Robert Peter werd geboren. Ze woonde toen met hen aan de Deltastraat en emigreerde mee naar de Verenigde Staten. Op 9 februari 1938 vertrok ze met moeder en zoon Elias uit Southampton aan boord van de Aquitania. Het schip arriveerde zes dagen later in New York.[2]
Gerda schreef op 8 februari 1939 aan Albert Einstein. Haar vader Ernst Einstein was bij de pogroms van 11 november 1938 gearresteerd. Bij vrijlating was hem te verstaan gegeven dat hij Duitsland moest verlaten. Gerda wees Albert Einstein op de gemeenschappelijke naam en op beider herkomststad Ulm. Met enkele vrienden verschafte ze al affidavits, maar omdat ondersteuning van een geleerde van naam gewicht in de schaal legde, vroeg ze Albert Einstein ook zo'n verklaring af te geven.[3]
In Pittsburgh ontmoette Gerda Herbert Höxter, die ook enkele maanden in een kamp had gezeten alvorens naar de VS te kunnen uitwijken. Ze trouwden en gingen in 1945 in New Hampshire wonen.[4]
Noten
- ^ Stadsarchief Amsterdam, Gemeentepolitie, inv. nr. 3919: Vreemdelingenkaart G. Einstein.
- ^ RMS Aquitania passengers list, 9 – 15 February 1938.
- ^ Hebrew University of Jerusalem, Albert Einstein Archives, signatuur 52-854: Gerda Einstein aan prof. Albert Einstein, 8 februari 1939.
- ^ United States Holocaust Memorial Museum: Herbert Hoexter, a German-Jewish refugee, stands on the grounds of the Kitchener refugee camp.