NL

Johannes Hooykaas

Johannes Hooykaas was een jurist met wie Otto Frank na de oorlog sprak over de onderduik en de arrestatie.

Johannes Hooykaas werkte vanaf 1925 in verschillende functies bij het Ministerie van Justitie. Begin 1941 was hij enkele maanden secretaris-generaal van het departement.[1] In 1946 schreef hij een advies aan de regering om de in het kader van de Bijzondere Rechtspleging uitgesproken doodstraffen slechts in uitzonderlijke gevallen te effectueren.[2] Van 1 november 1946 tot 1 november 1948 was hij raadsheer bij het Gerechtshof te Amsterdam.[1]

Op 22 december 1947 bezocht Hooykaas Otto Frank en Johannes Kleiman. Ze ontvingen hem in het privékantoor en bespraken de onderduik, de arrestatie en de kampervaringen met hem. Hij had een exemplaar van Het Achterhuis bij zich en maakte daarin aantekeningen. Hij noteerde onder meer dat Frank en Kleiman overtuigde waren van verraad, maar dat ze niet wisten door wie. Hooykaas schreef: “Wellicht de bewoner van een kamer van een rechts aan de Westermarkt gelegen huis.”[3] De ontmoeting wordt bevestigd door Otto Franks agenda.[4] Nadere gegevens ontbreken.

Op 12 december 1950 bood Otto Frank Hooykaas ook een exemplaar aan van de inmiddels verschenen verhaaltjesbundel Weet je nog?[5]

Bron persoonsgegevens.[1]

Noten

  1. a, b, c Parlement.com: Mr. J.P. Hooykaas.
  2. ^ “Traag, mild en soms rechtvaardig”, Reformatorisch Dagblad, 21 maart 2002.
  3. ^ Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), reg. code B_Getuigen_VII_007: Het Achterhuis, Amsterdam: Contact, 1947, tweede druk, exemplaar van J.P. Hooykaas en voorzien van diens aantekeningen.
  4. ^ AFS, AFC, Otto Frank Archief, reg. code OFA_004: Agenda 1947, 22 december 1947.
  5. ^ AFS, AFC, reg. code AFS.00589: Brief Otto Frank aan mr. J.P. Hooykaas, 12 december 1950.