NL

Georg Hirsch

Georg Hirsch was een kennis van Otto Frank.

Georg Hirsch was een kennis van Otto Frank en mogelijk ook van Fritz Pfeffer. HIrsch stamde uit een zeer geassimileerd gezin, maar werd door toedoen van generaal Ludendorff zionist. De generaal liet tijdens de Eerste Wereldoorlog het aantal Joodse soldaten in het Duitse leger tellen. Hirsch’ broer was toen in dienst.[1]

In 1924 vertrok hij naar Palestina, waar hij werkte op een citrusplantage die ’s nachts bewaakt werd. Later was hij in dienst bij een importbedrijf in Haifa. Terug in Berlijn maakte hij de invoering en de gevolgen van de Neurenberger wetten (1935) mee. Met zijn moeder, toen al geruime tijd weduwe, vertrok hij in 1938 naar Amsterdam.[2]

Daar trouwde hij op 14 maart 1940 met Berta Heller. Hij was koopman en later werkte hij bij de emigratieafdeling van de Joodsche Raad.[3] Nadat hij de Duitse nationaliteit verloor, wist hij die van Haïti te verwerven.[4] Hij woonde op de Bernard Zweerskade in Amsterdam bij Felix Mittwoch voordat Fritz Pfeffer daar zijn intrek nam.[5]

In afwachting van uitwisseling naar Palestina doken Hirsch en zijn vrouw onder. Op 10 mei 1944 werden ze opgepakt en naar de SD gebracht. Na een week in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans werden ze gedeporteerd naar Westerbork.[6] Beiden maakten op 3 september 1944 deel uit van het transport naar Auschwitz.[7]

Otto Frank vermeldde Georg Hirsch, met het adres van professor Heringa in de Euterpestraat, in het notitieboekje dat hij vanaf de bevrijding van Auschwitz bijhield.[8] Op dat adres heeft Hirsch gewoond en ondergedoken gezeten, en daar had hij met zijn vrouw afgesproken dat ze elkaar weer zouden zoeken.[9] In 1950 verwierf hij de Nederlandse nationaliteit.[10]

Hirsch schreef in 1959 een necrologie naar aanleiding van het overlijden van Hanneli Pick-Goslars oom Hans Klee.[11] Hij werd door het overlijden van zijn echtgenote op 15 oktober 1970 weduwnaar.[12]

Bron persoonsgegevens.[3] Adressen: Berlijn; Tel Aviv; Bernard Zweerskade 20-III; Amsterdam, Euterpestraat 173hs; Amsterdam, [----] Michelangelostraat 61-III, Amsterdam.[3]

Noten

  1. ^ Jakob Volker & Annet van der Voort, Anne Frank was niet alleen: levensgeschiedenissen van Duitse joden in Nederland, Amsterdam: Arbeiderspers, 1990, p. 40.
  2. ^ Volker & Van der Voort, Anne Frank was niet alleen, p. 42-43.
  3. a, b, c Stadsarchief Amsterdam (SAA), Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart G. Hirsch.
  4. ^ Verslag der Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1949 - 1950, Kamerstuknr. 1473, ondernr. 3.
  5. ^ SAA, Dienst Bevolkingsregister, Woningkaarten (toegangsnummer 5445): Woningkaart B. Zweerskade 20-III.
  6. ^ Volker & Van der Voort, Anne Frank was niet alleen, p. 43-44.
  7. ^ Nederlandse Rode Kruis (NRK), Bureau Oorlogsnazorg, inv. nr. 1066: transportlijst Westerbork – Auschwitz, 3 september 1944, volgnr. 63 en 64.
  8. ^ Anne Frank Stichting, Anne Frank Collectie, Otto Frank Archief, reg. code OFA_040: verslag 1945 (ongepagineerd), vierde bladzijde.
  9. ^ Volker & Van der Voort, Anne Frank was niet alleen, p. 47.
  10. ^ Handelingen Eerste Kamer, 1949 – 1950, p. 539 – 540.
  11. ^ “Hans Klee”, Nieuw Israelietisch Weekblad, 5 juni 1959.
  12. ^ SAA, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart B. Heller (1905).