NL

Barbara Mooyaart - Doubleday

Barbara Mooyaart-Doubleday vertaalde het dagboek van Anne Frank in het Engels.

Barbara Doubleday groeide op in Sittingbourne, in het zuidoosten van Engeland. Ze was het jongste kind van Leslie Doubleday (1887-1975) en Nora Doubleday-Foster (1889-1975). Ze had twee broers en een zus: Garth Leslie (1913-2012), Gordon Vincent (1914-1993) en Phyllis Nora (1915-2017).[1]

Tijdens de Tweede Wereldoorlog leerde ze Eduard Mooyaart (1921-1994) kennen,[2] een in Surabaya geboren Nederlandse legerpiloot, in dienst van de Britse Royal Air Force (RAF). Ze trouwden op 29 januari 1945 in Sittingbourne. In 1946 vertrokken ze naar Nederland, waar ze in Amsterdam gingen wonen. Drie jaar later verhuisden ze naar Amersfoort. Samen kregen ze drie zonen.[3]

Betrokkenheid bij de vertaling van het dagboek

Eind 1950 of begin 1951 werd Barbara benaderd door Matthew Barry Sullivan,[4] een vriend van haar die werkte voor de Britse uitgeverij Vallentine-Mitchell & Co. Hij vroeg haar of ze het dagboek van Anne Frank had gelezen en of ze interesse had om het te vertalen in het Engels. Als proef vertaalde Barbara enkele pagina’s. Deze proefvertaling werd in eerste instantie door de uitgever als te ouwelijk beoordeeld. Ze werd verzocht een tweede proefvertaling te maken. Later kwam de uitgever terug op het eerdere commentaar, omdat hij tot de conclusie was gekomen dat Anne juist een erg volwassen schrijfstijl had voor een tiener.[5]

Ondanks dat Barbara geen ervaring had als vertaler, werd ze begin maart 1951 uitgekozen door Vallentine-Mitchell & Co. om het hele dagboek te vertalen.[6] Volgens haarzelf was een van de redenen dat de keuze op haar viel het geringe leeftijdsverschil met Anne. Ze zou daardoor de belevingswereld en toon van een tiener beter aan voelen dan andere potentiële vertalers.[3] Het dagboek was eerder op verzoek van Otto Frank al in het Engels vertaald door Rosey Pool, de voormalige lerares Engels van Anne Frank op het Joods Lyceum in Amsterdam. Maar haar vertaling werd ongeschikt bevonden voor publicatie.[7] Barbara herinnerde zich niet dat ze deze vertaling ooit te zien heeft gekregen. Ze vertaalde aan de hand van een door haarzelf aangeschafte Nederlandse uitgave van Het Achterhuis.[8]

De uitgever verzocht haar de vertaling binnen twee maanden af te maken, maar ze gaf aan hier minimaal drie maanden voor nodig te hebben.[9] Naast het vertaalwerk zorgde ze namelijk voor haar twee jonge kinderen. Dit combineren vond ze de grootste uitdaging van het werk. Ze vertaalde ongeveer drie dagboekpagina’s per dag, wat ze doorgaans ’s middags en ‘s avonds deed als haar kinderen in bed lagen.[10]

Ze werd voorgesteld aan Otto Frank, zodat hij haar inzicht kon geven in het karakter en de levensbeschouwing van zijn dochter. Hij gaf haar een rondleiding door het Achterhuis en kwam ook bij haar op bezoek in Amersfoort.[11] Ze bespraken geregeld samen haar vertaalwerk. Barbara herinnerde zich dat Otto er veel belang aan hechtte dat ze de namen van de verschillende katten, die Anne in haar dagboek noemt, correct vermeldde.[12] Toen ze het dagboek volledig had vertaald, stuurde ze op 23 juni 1951 een kopie naar Otto.[13] Hij zond haar op 8 juli 1951 een lijst met op- en aanmerkingen terug.[14]

Een paar maanden later werd ze gevraagd om ook een paar dagboekpagina’s te vertalen, die niet in de Nederlandse uitgave waren opgenomen. Het betrof passages waarin Anne schrijft over haar eerste ervaring met menstruatie en haar verlangen om de borsten van haar vriendin Jacqueline van Maarsen aan te raken.[15]

De Engelse vertaling van het dagboek The Diary of a Young Girl verscheen in 1952 in Engeland en de Verenigde Staten. Barbara had daarna naar eigen zeggen verder geen interesse in een carrière als vertaler. Ze verrichtte alleen nog een aantal vertaalklussen voor Otto. Zo vertaalde ze de korte verhaaltjes van Anne die waren gebundeld in de Nederlandse uitgave Weet je nog? Verhalen en sprookjes.[16] Ook werd ze in 1963 gevraagd om een brochure voor de Anne Frank Stichting te vertalen.[17]

Barbara had nooit een officieel contract getekend voor het vertaling van het dagboek. Ze zag het als een vriendschappelijke opdracht. Er was afgesproken dat ze zestig Britse pond zou ontvangen voor haar werk, dat werd verhoogd naar honderd pond na de verkoop van haar vertaling aan de Amerikaanse uitgever Doubleday & Co.[18] Voor de meer dan vijftig vertalingen naar andere talen, die zijn gebaseerd op haar vertaling, kreeg ze geen vergoeding.[19]

Dit gold ook voor het toneelstuk The Diary of Anne Frank, waarvoor Frances Goodrich en Albert Hackett gebruik maakten van haar vertaling. In het Otto Frank Archief bevinden zich enkele brieven van Barbara gericht aan Otto, waarin ze haar gevoelens hierover uitspreekt. Vooral een formulier waarin zij werd verzocht haar auteursrechten op te gegeven viel bij haar verkeerd. Ze voelde zich daardoor benadeeld en miskend en ze besloot het niet te ondertekenen. In januari 1959 schreef ze een vervreemding tussen Otto en haar te ervaren, maar toen ze elkaar later dat jaar in mei weer ontmoetten, losten ze dit samen op.[20] Haar vriendschap met Otto bleef bestaan en na zijn dood in 1980 bleef ze ook met Fritzi Frank contact houden.[21]

Bron persoonsgegevens.[22] Adressen: Surinameplein 92hs, Amsterdam (1946), Buys Ballotstraat 37, Amersfoort (1949).[22]

Noten

  1. ^ Ancestry: Sir Leslie Doubleday.
  2. ^ Stadsarchief Amsterdam (SAA), Dienst Bevolkingsregister, archiefkaarten, toegang 30238, inv. nr. 570: Archiefkaart Eduard Mooijaart; Online Begraafplaatsen, Begraafplaats Rusthof, Leusden: Barbara Mary Doubleday, partner Mooyaart.
  3. a, b Irene van der Linde, ‘Barbara Mooyaart-Doubleday, 11 maart 1919 – 31 juli 2017’, in: De Groene Amsterdammer, 141(32), 9 augustus 2017.
  4. ^ Paul Trewhela, ‘Obituary: Matthew Sullivan’, in: The Independent, 21 september 1997.
  5. ^ Anne Frank Stichting (AFS), Getuigenarchief, Mooyaart-Doubleday, Barbara, interview Barbara Mooyaart-Doubleday door Teresien da Silva en David de Jongh, 2008, 00:00:05-00:02:10.
  6. ^ AFS, Anne Frank Collectie (AFC), Otto Frank Archief (OFA), reg. code OFA_132.1: Brief van Vallentine Mitchell and Co. aan Otto Frank, 8 maart 1951.
  7. ^ AFS, AFC, OFA, reg. code OFA_132.1: Brieven van Otto Frank aan Vallentine Mitchell and Co., 21 en 22 november 1950.
  8. ^ AFS, Getuigenarchief, interview Barbara Mooyaart-Doubleday, 00:07:00-00:08:20.
  9. ^ Ibidem, 00:02:35-00:03:05.
  10. ^ Marian Vreugdenhil, ‘Originele Engelse script dagboek Anne Frank overgedragen’, in: Amersfoort Nu, 28 september 2011, p. 5.
  11. ^ AFS, AFC, OFA, reg. code OFA_132.1: Brief van Otto Frank aan J.N. Japp, Vallentine Mitchell and Co., 21 april 1951; AFS, Getuigenarchief, interview Barbara Mooyaart-Doubleday, 00:05:00-00:05:18.
  12. ^ AFS, Getuigenarchief, interview Barbara Mooyaart-Doubleday, 00:18:00-00:18:55.
  13. ^ AFS, AFC, OFA, reg. code OFA_132.1: Brief van Barbara Mooyaart-Doubleday aan Otto Frank, 23 juni 1951; Barbara Mooyaart-Doubleday schonk haar eerste handgeschreven Engelse vertaling in 2011 aan de Anne Frank Stichting: AFS, AFC, reg. code B_Dagboek_I_011; Marian Vreugdenhil, ‘Originele Engelse script dagboek Anne Frank overgedragen’, in: Amersfoort Nu, 28 september 2011, p. 5.
  14. ^ AFS, AFC, OFA, reg. code OFA_132.1: Brief van Otto Frank aan Barbara Mooyaart-Doubleday, 8 juli 1951.
  15. ^ Zelf had ze geen herinneringen aan deze specifieke passages. Ze meende dat de extra pagina’s over muziek gingen: AFS, Getuigenarchief, interview Barbara Mooyaart-Doubleday, 00:21:16-00:25:10.
  16. ^ AFS, AFC, OFA, reg. code OFA_101.1: Brief van Johannes Kleiman aan Barbara Mooyaart-Doubleday, 2 september 1952.
  17. ^ AFS, AFC, OFA, reg. code OFA_336.2: Notulen bestuursvergadering van de Anne Frank Stichting, 9 mei 1963.
  18. ^ De naamsgelijkenis lijkt toeval, er was geen directe familieband tussen Barbara Mooyaart-Doubleday en de uitgeverij Doubleday & Co.
  19. ^ AFS, Getuigenarchief, interview Barbara Mooyaart-Doubleday, 00:29:40-00:30:18.
  20. ^ AFS, AFC, OFA, reg. code OFA_132.2: Brieven van Barbara Mooyaart-Doubleday aan Otto Frank, 16 januari 1956, 11 januari 1959 en 28 mei 1959; AFS, Getuigenarchief, interview Barbara Mooyaart-Doubleday, 00:33:15-00:36:34. 
  21. ^ AFS, AFC, OFA, reg. code OFA_65: Condoleancebrief Barbara Mooyaart-Doubleday aan Fritzi Frank, 22 augustus 1980; AFS, Getuigenarchief, interview Barbara Mooyaart-Doubleday, 00:51:11-00:51:48.
  22. a, b SAA, Dienst Bevolkingsregister, archiefkaarten, toegang 30238, inv. nr. 195: Archiefkaart Barbara Mary Doubleday; Online Begraafplaatsen, Begraafplaats Rusthof, Leusden: Barbara Mary Doubleday.