Richard Weisz
Richard Weisz zat samen met zijn vrouw ondergedoken bij het echtpaar Van Hoeve, dat groenten leverde aan de onderduikers in het Achterhuis.
Richard Weisz was koopman in damesconfectie[1] en hij had een bedrijf op Keizersgracht 145, waar in de nacht van 1 op 2 november 1940 werd ingebroken.[2] Op 24 april 1940 trouwde Richard Weisz in Amsterdam met Ruth Hanna Neumann.[1] Zij woonden in de Jan van Eijckstraat,[3] samen met twee zussen en een schoonzus van Richard.[4]
Met zijn vrouw dook hij onder bij Van Hoeve op de Leliegracht (de aardappel- en groenteman, die aan de helpers groenten leverde voor de onderduikers in het Achterhuis). Op 25 mei 1944 werden zij[5] na kennelijk verraad gearresteerd door de SD’ers Pieter Schaap, Klaas Nap, Douwe Capelle en agent Koning.[6] Volgens een verslag van Van Hoeve, die ook gearresteerd werd, was de SD per anonieme brief ingelicht.[7]
Het echtpaar Weisz werd na arrestatie voor verhoor overgebracht naar de SD in de Euterpestraat en niet lang daarna getransporteerd naar Westerbork, waar zij als opgepakte onderduikers werden gezien als strafgevangenen en opgesloten in Strafbarak 67. Richard Weisz schreef vanuit Westerbork op 11 en 29 juni 1944 twee brieven aan mevrouw Van Hoeve. Hij drukte in de eerste zijn erkentelijkheid uit voor wat zij en haar man voor het echtpaar Weisz hadden gedaan. Tegelijk vroeg hij haar nog wat achtergebleven kleding na te zenden. Uit de tweede brief is op te maken dat mevrouw Van Hoeve antwoordde, en dat ze intussen nog niets over het lot van haar man wist.[8]
Op 3 september 1944 werden Weisz en zijn echtgenote vanuit Westerbork in dezelfde trein als de familie Frank naar Auschwitz gedeporteerd, waar zij op 5 september aankwamen.[9] Vervolgens werden zij van elkaar gescheiden. Richard Weisz werd op 28 oktober naar concentratiekamp Stutthof in bezet Polen gestuurd, en vervolgens in november 1944 naar het mannenkamp Hailfingen in Baden-Württemberg, Zuid-Duitsland, waar hij op 7 januari 1945 stierf. Ruth werd op 28 februari 1945 naar concentratiekamp Flossenbürg in Beieren gedeporteerd, waar zij hoogstwaarschijnlijk om het leven kwam (voor dood veklaard 10 mei 1945).[10]
Bron persoonsgegevens.[11] Adressen: Sinds september 1933 in Amsterdam; sinds juni 1937 Jan van Eijckstraat 26 II.[1]
Noten
- a, b, c Stadsarchief Amsterdam (SAA), Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart R. Weisz.
- ^ SAA, Gemeentepolite Amsterdam, inv. nr. 6438: Rapporten bureau Marnixstraat, 1-2 november 1940, mut. 1.40 n.m.
- ^ In de Amsterdamse telefoongids van juni 1938 staat hij vermeld als vertegenwoordiger van de firma Gehr & Co.
Zie: Gemeente Amsterdam, Telefoongids, Gids. no. 84, juni 1938. - ^ Joods Monument, Jan van Eijckstraat 26 II, Amsterdam.
- ^ Door Anne aangeduid als: twee Joden. Anne Frank, Dagboek A, 25 mei 1944, in: Verzameld werk, Amsterdam: Prometheus, 2013.
- ^ Sytze van der Zee, Vogelvrij. De jacht op joodse onderduiker, Amsterdam: De Bezige Bij, 2010, p. 371. Voor Schaap, Nap, Capelle en Koning, zie: Ad van Liempt & Jan H. Kompagnie (red.), Jodenjacht: de onthutsende rol van de Nederlandse politie in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam, Balans, 2011.
- ^ Anne Frank Stichting, Getuigenarchief, Hoeve, van: Verslag van oorlogsbelevenissen door H. van Hoeve, “Groenteman van Anne Frank”.
- ^ Privecollectie S. van Hoeve: Brieven van Richard Weisz (schrijfwijze Weiss) aan H.W. van Hoeve - Scholte, 11 juni 1944 en 29 juni 1944. De eerste brief geeft als verblijfplaats in Westerbork 'barak 67' aan, de tweede 'barak 35'.
- ^ Het Nederlandse Rode Kruis, Den Haag, Oorlogsnazorg: Transportlijst 3 september 1944.
- ^ Volker Mall, Johannes Kuhn, Harald Roth, Die Häftlinge des KZ-Außenlagers Hailfingen/Tailfingen: Daten und Porträts aller Häftlinge, 2. erw. und überarb. Aufl.,Norderstedt: Books on Demand, 2021, p. 507
- ^ SAA, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart R. Weisz; Van der Zee, Vogelvrij. p. 493.