NL

Anne en Margot in de schurftbarak

Anne en Margot verbleven vanwege schurft tijdelijk in een ziekenbarak. Hun moeder Edith groef samen met andere vrouwen een gat onder de houten barakwand om extra eten te geven aan haar dochters.

Na hun aankomst in Auschwitz-Birkenau verbleven Anne en Margot vanwege schurft tijdelijk in het zogenaamde Krätzeblock – de barak voor schurftlijders. Het is onduidelijk wanneer en hoe lang Anne en Margot precies in deze ziekenbarak hebben verbleven, maar er zijn verschillende getuigen die de aanwezigheid van de zusjes in het Krätzeblock bevestigen. Zo kwamen ook Ronnie van Cleef en Frieda Brommet al snel na hun aankomst in het Krätzeblock terecht en trokken ze daar samen op met Anne en Margot.[1]

De omstandigheden in het Krätzeblock waren slecht. De zieken werden grotendeels aan hun lot overgelaten en waren afhankelijk van hun medegevangenen. Om haar dochters te helpen groef Edith Frank samen met Rebecca Brommet-Ritmeester, de moeder van Frieda Brommet, en geholpen door Lenie de Jong-van Naarden, ergens aan de zijkant van de barak een gat om eten aan de kinderen te kunnen geven.[2]

Frieda Brommet herinnerde zich hoe zij door het gat extra eten kregen:

'En in die periode dat Ronnie en ik daar samen waren is het zo dat mijn moeder en mevrouw Frank, Edith, een soort koppel vormden. Omdat zij samen dingen hebben gestolen die ze… Ze hebben samen een gat gegraven. (…) op een dag kwam mijn moeder en die kon ook spreken door dat gat, en die zei, die riep dan: ‘Frieda! Frieda!’ (...) En zei: ‘Mevrouw Frank en ik zijn de enigen die nu hier in het kamp zijn. We hebben ons verstopt want de groep is op transport gegaan. Maar wij hebben ons verstopt, want we wilden bij jullie blijven. En we hebben wat brood gestolen en dat geef ik nu aan door het gat en dat moeten jullie maar met z’n vieren delen.’ En met z’n vieren was met Margot en Anne. (…).'[3]

Eind oktober 1944 werden Anne en Margot volgens Frieda Brommet uit de ziekenbarak ontslagen.[4] Op 30 oktober 1944 werden Anne en Margot geselecteerd voor transport naar Bergen Belsen.[5] 

Noten

  1. ^ Bas von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis: Anne Frank en de andere onderduikers in de kampen, Amsterdam: Querido, 2020, p.216-218.
  2. ^ Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), Getuigenarchief, interview Frieda Menco-Brommet, 12 februari 2010.
  3. ^ AFS, AFC, Getuigenarchief, interview Frieda Menco-Brommet, 12 februari 2010. De getuigenissen hierover van Frieda Menco-Brommet, Ronnie Goldstein-van Cleef en Lenie de Jong-van Naarden hebben allemaal dezelfde strekking en wijken slechts in enkele kleine details van elkaar af.
  4. ^ Ad van Liempt, Frieda. Verslag van een gelijmd leven. Herinneringen aan kamp Westerbork, Hooghalen: Herinneringscentrum Kamp Westerbork, 2007, p. 62.
  5. ^ Von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis, p.221.