NL

Registratie in Auschwitz-Birkenau: de mannen

Nadat de onderduikers de eerste selectie bij aankomst in Auschwitz hadden overleefd, werden de mannen geregistreerd. Ze kregen het administratienummer op hun arm getatoeëerd, werden gewassen en kaalgeschoren. Hierna moesten ze naar het kamp Auschwitz I lopen, ongeveer 3 kilometer verderop.

Otto Frank, Fritz Pfeffer en Hermann en Peter van Pels moesten met de andere 395 mannen van het transport uit Westerbork via de Lagerstrasse naar de zogenaamde Sauna lopen, het registratie- en desinfecteringsgebouw. Ze moesten er tot de ochtend wachten. Dan moesten ze zich uitkleden en hun laatste bezittingen inleveren. Alfabetisch op eerste letter van de achternaam werden hun persoonsgegevens geregistreerd en kregen ze op een papiertje hun Häftlingnummer dat vervolgens in de linker onderarm werd getatoeëerd.

Auschwitz was het enige kamp waar ter identificatie gevangenennummers op het lichaam werden getatoeëerd. Alleen van Otto Frank kennen we het precieze nummer. Het kampnummer van Otto Frank is B 9174. Het nummer dat Fritz Pfeffer en Hermann en Peter van Pels bij de registratie op hun linker onderarm kregen getatoeëerd, ligt tussen B 9276 en B 9294.[1]

Het lichaamshaar werd afgeschoren. De volgorde van scheren, tatoëeren etc. verschilde in de verschillende getuigenissen en staat dus niet vast.[2]

Daarna moesten ze naar de doucheruimte in het Saunagebouw. Na het douchen kwamen de gevangenen in het volgende vertrek om te drogen (aan de lucht; er waren geen handdoeken). Daar kregen ze kampkleding of willekeurige andere kleding toegeworpen.[3]

Vervolgens gingen de mannen te voet naar Auschwitz I, ook wel Stammlager genaamd, dat zich op ongeveer 3 kilometer afstand van Auschwitz-Birkenau (Auschwitz II) bevond.[4]

Ondertussen doorzocht het zogenaamde Kanada-Kommando de meegebrachte bagage en kleding op kostbaarheden. De kleding werd in een ander gedeelte van het Saunagebouw in speciale stoominstallaties ontsmet.

Noten

  1. ^ Het Nederlandse Rode Kruis (NRK), Den Haag, inv.nr. 3281, Comité International de la Croix-Rouge, Häftlings-Nummerzuteilung, p. 26. Zie ook: Piper e.a. Auschwitz, 61.
  2. ^ Foto door Maria Austria uit 1954 van Otto Frank waarop hij zijn kampnummer laat zien:Anne Frank Stichting, Anne Frank Collectie, Foto, voorlopig nummer 013-081. v
  3. ^ Wacław Długoborski, Franciscek Piper (eds.), Auschwitz 1940-1945. Central issues in the history of the camp, Oświecim: Auschwitz-Birkenau State Museum, 2000, deel II, p. 58-60.
  4. ^ NRK, Collectie Westerbork en de reconstructie van de lotgevallen na WOII, 1939-2007: Verklaringen van o.a. Max Frankfort (inv.nr.1257), Abraham Hakker (inv.nr.1264) en Aron Leyden van Amstel (inv.nr.1277).