Overlijden Edith Frank
Edith Frank-Holländer stierf op 6 januari 1945 in Auschwitz-Birkenau.
Kampgenote Rosa (Ro) de Winter beschreef het overlijden van Edith in haar boekje Aan de gaskamer ontsnapt! (augustus 1945). Edith had eenenveertig graden koorts. Ro de Winter bracht haar naar de Ambulance (ziekenafdeling). Ze werd in het Revier (ziekenbarak) opgenomen. Ro de Winter kwam begin december 1944 zelf ook in een ziekenbarak terecht. Eind december of begin januari kwam Edith vanuit een andere ziekenbarak in dezelfde barak te liggen als Ro de Winter. Zij schreef over Edith: 'Zij is nog maar een schim. Enkele dagen nadien sterft zij, totaal uitgeput.'[1] Op 2 augustus 1945 verklaarde medegevangene Betje Jakobs aan de medewerkers van het Nederlandse Rode Kruis dat zij ‘[had] zien sterven: mevrouw Frank uit Amsterdam, waar haar man de Opektamaatschappij had.'[2]
Het is Ro de Winter die Otto Frank in Katowice vertelde over Ediths dood. In een brief aan zijn familie schreef Otto op 26 mei 1945: ' Sie starb an Unterernärung im Krankenhaus am 6. Jan. 45. Ihr Körper konnte einer Grippe nicht mehr unterstehen. So hörte ich durch eine Frau, die ich nach der Befreiung in Kattowitz traf.'[3] In een andere brief zei hij dat ze door ondervoeding een Darmstörung niet meer kon verdragen. Hij noemt dit: 'In Wirklichkeit auch ein Mord der Deutschen.'[4]
Ten tijde van de opsporing van vermisten door het Rode Kruis legden Rosa de Winter-Levy en Margaretha van Dam-Teeboom verklaringen af over Ediths overlijden.[5]
Op 8 mei 1953 gaf het Rode Kruis een overlijdensverklaring af.[6] Op 30 juli 1953 deed de ‘Commissie tot het doen van aangifte van overlijden van vermisten’ van het Ministerie van Justitie op basis daarvan aangifte van Ediths overlijden.[7] Dit werd dezelfde dag in de Staatscourant gepubliceerd.[8] Dezelfde dag maakte de Burgerlijke Stand in Amsterdam de overlijdensakte op.[9]
Van 1946 tot en met 1962 tekende Otto Frank elk jaar op 6 januari het overlijden van zijn vrouw aan in zijn agenda.[10] In de volgende jaren deed hij dat om onbekende redenen niet meer.
Noten
- ^ Rosa de Winter-Levy, Aan de gaskamer ontsnapt! Het satanswerk van de S.S.: relaas van het lijden in de bevrijding uit het concentratiekamp "Birkenau" bij Auschwitz, Doetinchem: Misset, 1945, p. 27-29.
- ^ Betje Jakobs, Het Nederlandse Rode Kruis (NRK), toegang 2050, inv.nr. 1267, 2 augustus 1945.
- ^ Familiearchief Anne Frank-Fonds (AFF), Bazel, Alice Frank-Stern, AFF_AlF_corr_10: Otto Frank aan zijn familie, 26 mei 1945.
- ^ AFF, Alice Frank-Stern, AFF_AlF_corr_10, 28 maart 1945.
- ^ NRK, Den Haag, dossiernr. 117265, volgnr. 4, Rode Kruis Oorlogsnazorg, Notitie d.d. 28 januari 1952.
- ^ AFS, AFC, reg. code OFA_088: Overlijdensverklaring Rode Kruis.
- ^ Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), Otto Frank Archief (OFA), reg. code OFA_068: Aangifte van overlijden. Op haar archiefkaart staat: omg. Oświęcim. Stadsarchief Amsterdam, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart Edith Holländer. Oświęcim is de oorspronkelijke, Poolse naam voor Auschwitz. L. Landsberger, A. de Haas, K. Selowsky (red.), Auschwitz, Deel V: De Deportatietransporten in 1944, 's Gravenhage: Hoofdbestuur van de Vereniging het Nederlandsche Roode Kruis, 1953, p. 23. Het Nederlandse Rode Kruis heeft na de oorlog, in het kader van zijn wettelijk taak om plaats en datum van overlijden van de vele vermisten vast te stellen, voor gedeporteerden naar Auschwitz meestal 'in of in de omgeving van Auschwitz' genomen.
- ^ Staatscourant 30 juli 1953 (AFS, AFC, reg. code OFA_ 68)
- ^ NRK, Bescheinigungs Nederlandsche Roode Kruis, dossiernr. 117265-7, juni 1960. Het nummer van de akte is A102-4d; SAA, toegangsnummer 30238: Archiefkaart Edith Holländer.
- ^ AFS, AFC, reg. code OFA_003 t/m 018: Agenda's Otto Frank 1946 t/m 1962. In 1946 als "Edith", 1947-1948 met "E", 1949-1950 geen vermelding, 1951-1954 met "E", 1955-1956 met "Edith", 1957-1958 met "E", 1959 met "Ed" en 1960-1962 met "E".