NL

Arrestatie en verraad

Naar de arrestatie en het mogelijke verraad van de onderduikers in het Achterhuis is in 2016 door de Anne Frank Stichting uitgebreid onderzoek gedaan. Lees hier de inleiding en download het gehele verslag ´Onderzoeksverslag inzake verraad en arrestatie van de onderduikers in het Achterhuis´

Een van de meest gestelde vragen over de geschiedenis van Anne Frank en het Achterhuis is wel: 'Wie heeft ze nu eigenlijk verraden?' Die kwestie houdt zeer veel mensen bezig. Er komen bij de Anne Frank Stichting (AFS) met zekere regelmaat nog suggesties binnen, doorgaans duidelijk gericht naar individuen. Die suggesties worden altijd serieus bekeken maar leverden tot dusverre geen bruikbare gezichtspunten op. Ook binnen de AFS is het vraagstuk uiteraard altijd sterk aanwezig. Nu de AFS zich de laatste jaren sterker dan voorheen op eigen onderzoek is gaan richten, is deze kwestie in het onderzoeksprogramma opgenomen.

Opzet en achtergrond

Het onderzoek is opgezet vanuit de gedachte dat er maar één ding vaststaat: er is op 4 augustus 1944 een inval van leden van de Sicherheitsdienst (SD) in het pand Prinsengracht 263 geweest, en daarbij zijn tien personen gearresteerd. Het is een aanname – hoewel een veilige – dat dit geen toevalstreffer was. Men had het wel degelijk op dit pand gemunt. Op grond van welke kennis de inval gebeurde, en hoe de SD daaraan kwam is echter volstrekt onduidelijk. Dat het een kwestie was van verraad, al dan niet welbewust en doelgericht gepleegd, is eveneens een aanname. Het zal moeten blijken in hoeverre analyse van de beschikbare gegevens deze overtuigend steunt. Kort na de bevrijding zetten Otto Frank en de helpers stappen om de opsporing te bevorderen van degene die voor het verraad verantwoordelijk zou zijn. De vraag of er wel werkelijk verraad plaatsvond stond niet merkbaar ter discussie. Nadat ‘nazi-jager’ Simon Wiesenthal in 1963 de ex-SS’er Karl Joseph Silberbauer opspoorde, de man die de inval in het Achterhuis leidde, leek de aanname van verraad bevestigd. In de literatuur over het onderwerp tot nu toe was de vraagstelling dan ook steeds gericht op ‘wie?’ Dat er gezocht moest worden naar een daadwerkelijke verrader stond daarbij op voorhand vast. De ontnuchterende conclusie is dat die aanpak tot op heden geen betrouwbare resultaten opleverde.

Vraagstelling en bronnen

Het voorgaande geeft voldoende aanleiding om het blikveld te verruimen en andere mogelijkheden niet bij voorbaat uit te sluiten. Uitgaande van wat in de vorige paragraaf naar voren is gebracht luidt daarom de vraagstelling: op grond van welke informatie viel de SD het pand Prinsengracht 263 op 4 augustus 1944 binnen, en hoe kwamen ze daaraan? Om deze vraag te beantwoorden is gebruik gemaakt van bekend en tot dusver onbekend materiaal. Oudere onderzoeken baseerden zich doorgaans op bronnen die zich bevinden in de dossiers van het Centraal Archief van de Bijzondere Rechtspleging (CABR). Ondanks zeer uitvoerig onderzoek zijn hier nooit duidelijke aanwijzingen aangetroffen. Desondanks zijn gegevens uit deze dossiers uiteraard van groot belang. In dit onderzoek zijn veel gegevens daarom opnieuw bekeken en vergeleken met voorheen onbekende of onbenutte bronnen. Hiertoe behoren rapporten van de politiekorpsen van Amsterdam, Zwolle en Haarlem, en stukken van justitiële autoriteiten in de laatste twee steden. Met behulp van steeds vaker gedigitaliseerde gegevens uit de bevolkingsadministratie konden bovendien netwerken beter in kaart worden gebracht. Het lopend historisch onderzoek van de Anne Frank Stichting leverde de afgelopen jaren scherpere inzichten op. Deze zijn gebruikt om oudere denkbeelden en theorieën tegen het licht te houden. Bij het analyseren van alle gegevens is vanzelfsprekend ook gebruik gemaakt van de bestaande literatuur. Over verraad van onderduikers en andere vormen van mensenjacht verschenen in de loop van de tijd verschillende boeken.[1] In biografieën over zowel Anne als Otto Frank zijn eveneens verschillende theorieën ontvouwd over het voortraject van de inval van 4 augustus.[2] Deze bleven evenwel onbewezen, zoals een evaluatie van de onderzoekers David Barnouw en Gerrold van der Stroom van het NIOD (destijds Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie) uit 2003 aantoont.[3] Een overzicht van al het gebruikte materiaal, gepubliceerd en ongepubliceerd, is aan dit verslag toegevoegd.

Noten

  1. ^ Sytze van der Zee, Vogelvrij: de jacht op de Joodse onderduiker, Amsterdam: De Bezige Bij, 2010; Jeroen De Bruyn & Joop van Wijk, Bep Voskuijl, het zwijgen voorbij: een biografie van de jongste helper van het Achterhuis, Amsterdam: Prometheus, 2015; Koos Groen, Een prooi wordt jager: de zaak van de joodse verraadster Ans van Dijk, herz. ed., Meppel: Just Publishers, 2016; Gerard Kremer, De achtertuin van het Achterhuis, Ede: De Lantaarn, 2018, Rosemary Sullivan, Het verraad van Anne Frank: het baanbrekende onderzoek van een internationaal coldcaseteam in Nederland, Amsterdam: Ambo Anthos, 2022.
  2. ^ Melissa Müller, Anne Frank: de biografie, 5e, geheel herz. dr., Amsterdam: Bert Bakker, 2013; Carol Ann Lee, Het verborgen leven van Otto Frank: de biografie, Amsterdam: Balans, 2002.
  3. ^ David Barnouw & Gerrold van der Stroom, Wie verraadde Anne Frank?, Amsterdam: Boom / NIOD, 2003. Voor een geactualiseerde versie, zie: David Barnouw, Anne Frank en het verraad: een overzicht, Amsterdam: Boom, 2023.

Digitale Bestanden (2)

Onderzoeksverslag inzake verraad en arrestatie van de onderduikers in het Achterhuis

Het complete onderzoek over de arrestatie van Anne Frank met bronnenoverzicht.

Download file

An investigative report on the betrayal and arrest of the Inhabitants of the Secret Annex

The complete investigative report about the arrest of Anne Frank and the people in hiding.

Download file