B. Holländer Rohproduktenhandlung
B. Holländer Rohproduktenhandlung was een bedrijf van de familie Holländer uit Aken.

Nieuws van den Dag voor Ned. I., 3 maart 1917
B. Holländer Rohproduktenhandlung was gevestigd aan de Grünerweg, Aken.[1] In 1914 was Abraham Holländer eigenaar. De naam duidt erop dat hij de firma van zijn vader Benjamin had overgenomen. In een advertentie uit het adresboek van 1914 werd 1858 genoemd als jaar van oprichting van de firma B. Holländer.[1]
De onderneming B. Holländer was aanvankelijk gevestigd in het voormalige depot van de paardenspoorlijn van Aken, niet ver van het Nordbahnhof en handelde in lompen en oude metalen. Op de ochtend van 25 februari 1900 brak brand uit het voormalige depot van de paardenspoorlijn, waardoor het bedrijf van firma B. Holländer in de as werd gelegd. Omdat wederopbouw kennelijk niet loonde, verhuisde het bedrijf naar een terrein met een oppervlakte van ongeveer 18.000 vierkante meter aan de Grüner Weg in Aken met een spoorverbinding. Daar werden verwerkingsfaciliteiten gebouwd voor ijzer en metalen, evenals magazijnen voor vodden en oud papier. In 1901 werd de onderneming uitgebreid met handel in stoomketels, machines en complete fabrieksinrichtingen.[2] Later volgende filialen in Keulen, waar Ernst Holländer, een neef (oomzegger) van Abraham, de leiding had,[3] en Hannover. Moses 'Max', een broer van Abraham stichtte een nevenvestiging in Oberhausen (Rijnland). Joseph Holländer, achterneef én zwager van Abraham, had een verglijkbare onderneming in Eschweiler en later Aken, evenals Benjamin Holländer, een andere achterneef, in Stolberg.
In 1914 stichtte Abraham met Karl Heine de Waggonfabrik Heine & Holländer in Elze bij Hannover.[4]
- In 1897 gaf het adresboek als zaakadres Jülicherstraße op, zonder nummer (am Bahnhof). Zo ook in 1899 en 1900. Van 1901 tot en met 1911 was Abraham Holländer, Comptoir und Lager, Jülicherstraße 18 aangegeven.[5]
- In 1917 zocht de firma via de Kölner Zeitung ploegbazen en mijnopzichters. Deze moesten leiding gaan geven aan 'grote arbeiderscolonnes' die in het bezette Noord-Frankrijk omvangrijke werkzaamheden gingen uitvoeren. Het Duitse Ministerie van Oorlog was opdrachtgever en de kolonnes bestonden uit krijgsgevangenen.[6]
- In 1924 waren er naast de vestiging in Aken filialen in Keulen en Hannover-Osterwald. In het adresboek van dit jaar stond ook een advertentie, maar in vergelijking met 1914 was die iets kleiner.[7] In 1929 was de advertentie in het adresboek nog kleiner dan in het voorgaande jaar.[8] En in 1932 was er helemaal geen advertentie meer. Julius en Walter Holländer stonden allebei nog wel als Kaufmann vermeld.
De jaren voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog waren van grote economische betekenis voor het welslagen van de onderneming. In 1916 ontving Abraham Holländer een belastingaanslag van 3.600 Goldmark en droeg hij 770 Goldmark af aan de synagoge gemeente; zijn zwager Jozef werd aangeslagen voor vergelijkbare bedragen.[9] Met de inkomsten uit de verschillende bedrijven behoorde de familie Holländer tot een van de welvarendste en geziene burgers van Aken, zowel in de stad als binnen de Joodse gemeente.[10]
Na de dood van Abraham Holländer in 1927 kregen zijn zonen Julius en Walter de leiding over de firma B. Holländer.
In juli 1930 vond er opnieuw een grote brand plaats in het bedrijf van de firma Holländer. De wildste geruchten deden de ronde. Er werd gezegd dat een opslagplaats voor benzine was ontploft, maar mogelijk ging het om branstichting. Gelukkig was de brand minder ernstig dan zich in eerste instantie liet aanzien.[11]
Het bedrijf B. Holländer Rohproduktenhandlung werd in 1938 uit het Handelsregister geschrapt.[3] Of dit voor of na de Kristallnacht is gebeurd, blijkt niet uit de bronnen. Wel is zeker dat in de weken na de Kristallnacht de moeder en beide broers van Edith voorgoed uit Aken vertrokken.
Noten
- a, b Advertentie in Aachener Adressbuch unter Benutzung amtlicher Quellen 1914.
- ^ Holger A. Dux, 'Zur Geschichte der Vorfahren der Anne Frank in Aachen', in: Winfried Casteel & Yvonne Hugot-Zgodda (Red.), Beiträge zur Geschichte des Nationalsozialismus in Aachen, Aachen: Volkshochschule Aachen, 2012, p. 3.6/4-5.
- a, b “Verzeichnis” der Regierung Aachen abgemeldete bzw. arisierte Betriebe, in: Herbert Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust. Die Israelitische Synagogengemeinde zu Aachen 1801-1942, Aachen: Verlag der Mayer'schen Buchhandlung, 1994, p. 1658.
- ^ Zie: Werner Beermann, Die Elzer Waggon. Die Geschichte der Fabrik von Heine und Holländer bis Waggonbau Graaff/VTG, Elze: Heimat- und Geschichtsverein Elze und Seiner Ortsteile, 2009.
- ^ E-mail Angela Pauels, Stadtarchiv Aachen, 6 oktober 2009 (Anne Frank Stichting, afd. Collecties, Documenten naar taxonomie Edith Frank).
- ^ 'Het verboden werk der krijgsgevangenen', De Telegraaf, 8 maart 1917.
- ^ Aachener Adressbuch 1924-1925.
- ^ Aachener Adressbuch 1929.
- ^ Dux, 'Zur Geschichte der Vorfahren der Anne Frank in Aachen', p. 3.6/6.
- ^ Dux, 'Zur Geschichte der Vorfahren der Anne Frank in Aachen', p. 3.6/8.
- ^ Dux, 'Zur Geschichte der Vorfahren der Anne Frank in Aachen', p. 3.6/11-12.