NL

Julius Holländer

Julius Holländer was de oudste broer van Edith Frank

Julius Holländer was de oudste zoon van Abraham Holländer en Rosa Holländer-Stern en een broer van Edith Frank-Holländer.[1] 

Alle kinderen uit het gezin van Abraham Holländer gingen eerst naar de Jüdische Volksschule in Aken.[2] Na het afronden van een opleiding aan het gymnasium van Aken, volgde Julius een private financieel-economische studie bij een hoogleraar van de Technische Hochschule, ter voorbereiding op een positie in de onderneming van zijn vader.[3]

Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende Julius als vrijwilliger bij het Infanterie-Regiment Nr. 25.[4] Na een schot in zijn elleboog zou hij de rest van zijn leven last houden van een stijve arm.[3] Hij werd in december 1915 onderscheiden met het IJzeren Kruis.[5] Zowel Julius als zijn jongere broer Walter, die nooit soldaat was geweest, waren lid van de in 1919 opgerichte Reichsbund jüdischer Frontsoldaten (RjF). Dit was een vereniging voor Joodse oorlogsveteranen, met als doel de bestrijding van antisemitisme in Duitsland. Daarbij verwezen ze naar het feit dat ongeveer 85.000 Duitse Joden in de Eerste Wereldoorlog hadden gevochten, waarvan er ongeveer 12.000 waren omgekomen.[6] Op 15 november 1932 vond in Aken de oprichtingsvergadering plaats van een lokale afdeling van de RjF. Julius Holländer werd door de meer dan 250 aanwezigen tot voorzitter gekozen.[7] Een maand later verscheen een oproep in het Gemeindeblatt der Synagogegemeinde zu Aachen und Umgebung, waarin werd uitgesproken dat zij er als veteranen voor stonden 'ehrlich und umunwunden die Wahrheit zu sagen und das Heimatrecht der deutschen Juden ohne Einschränkung zu vertreidigen und zu verlangen'.[8] In zijn hoedanigheid als voorzitter van de Ortsgruppe was Julius op 18 december 1933 een van de sprekers tijdens een Chanoeka-viering van de sportafdeling van de RjF.[9]

Verder was Julius actief als (bestuurs)lid van verschillende Joodse organisaties en sportverenigingen. Hij was voorzitter van Turnclub 1906 en plaatsvervangend voorzitter van voetbalclub Alemania.[10] Na de dood van vader Abraham in 1927 werd hij gekozen in de ledenraad van de Joodse gemeente,[11] waarin hij in 1934 werd herkozen.[12] Ook was hij lid van de Israëlitische mannenclub Chebrath Gemilluth Chassadim.[13]

Julius trok meestal op met zijn drie jaar jongere broer Walter. Beiden waren ongehuwd en woonden thuis bij hun ouders. Na de dood van hun vader gaven zij samen leiding aan diens onderneming. Toen hun moeder in 1933 het familiehuis aan de Liebfrauenstrasse in Aken verkocht en verhuisde naar de Monheimsallee verhuisden Julius en Walter mee en later, in 1935, naar de Pastorplatz. Ze waren gek op kinderen, kwamen vaak bij de familie Frank in Frankfurt langs en namen Margot en Anne in de auto mee naar Aken.[14] Na de emigratie van de familie Frank naar Amsterdam brachten Julius en Walter Margot vanuit Aken naar Amsterdam, terwijl Anne nog even bij oma Rosa Holländer-Stern bleef wonen.[15]

Na de machtsovername van de nazi’s in 1933 probeerden Julius en Walter het familiebedrijf draaiende te houden in een onzeker politiek en economisch klimaat, maar na de Novemberpogrom van 1938 lukte dat niet langer. Beiden werden na de Kristallnacht gearresteerd.[16] Walter werd naar concentratiekamp Sachsenhausen gestuurd,[17] maar het feit dat Julius tijdens de Eerste Wereldoorlog gewond was geraakt, behoedde hem voor hetzelfde lot.[18] Vanwege de Verordnung über den Einsatz des jüdischen Vermögens van 3 december 1938 werden de Holländers gedwongen hun bedrijfsactiviteiten stop te zetten. Op 16 januari 1939 werd de firma B. Hollander geliquideerd:[3] het onroerend goed werd 'geariseerd'.[19]

Dankzij zijn neef Ernst, die al enige tijd in de Verenigde Staten woonde en een affidavit voor hem had getekend, slaagde Julius erin toestemming te krijgen voor emigratie naar de Verenigde Staten. Vanwege de dreigende toestand in Duitsland nam Otto Frank hem, in afwachting van zijn definitieve visa, in huis in Amsterdam.[20] Op 25 maart 1939 vertrok Julius met de SS Veendam naar de VS.[21] Hij reisde met een visum dat 24 februari in Stuttgart was afgegeven.[22]

Eenmaal in de VS aangekomen, vestigde Julius zich in Massachussets, waar hij geen andere keus had dan ongeschoold werk te accepteren als oven man in de nachtploeg van de Canton Japanning Company, een bedrijf dat lakleer produceerde. Het brandend houden van de ovens was niet alleen ongezond, maar werd ook slecht betaald: hij verdiende slechts een schamel loon van US$ 28 per week.[23]

Julius en Walter Holländer kregen op 13 november 1944 het Amerikaanse staatsburgerschap.[24] Ze moesten zich ook na het eind van de oorlog zien te redden als laagbetaalde fabrieksarbeiders en leefden in uiterst bescheiden omstandigheden op gemeubileerde kamers in de buurt van Boston.[25] Toen zij het bericht kregen dat hun zus Edith en haar beide kinderen Margot en Anne Frank waren omgekomen in de Duitse concentratiekampen, waren zij ontroostbaar.[25] Dat hun naaste familie was vermoord, konden ze maar moeilijk verwerken: 'Our lives are empty now. Edith and the girls was all we had', schreef Julius in de zomer van 1945 aan Otto Frank.[26]

Met zijn broer Walter maakte hij in 1963 honderd dollar over ter ondersteuning van het werk van de Anne Frank Stichting.[27] In datzelfde jaar verhuisden de broers naar New York, waar zij min of meer als kluizenaars door het leven gingen. Schrale troost was dat hij en Walterr in 1956 elk een maandelijkse uitkering van DM 600,-- ontvingen als schadevergoeding aan slachtoffers van de nazi-vervolging.[28] Ook met zijn lichamelijke gezondheid ging het slecht: Julius leed aan reuma, had maag- en darmklachten en moest vanwege staar een operatie aan zijn rechteroog ondergaan.[3]

Julius verongelukte in New York op 4 oktober 1967 bij een val in een liftschacht. Walter plaatste negen dagen later een overlijdensadvertentie in het emigrantenblad Aufbau.[29]

Bron persoonsgegevens.[30] Adressen: Pastorplatz 1, Aachen;[31] 138 High Street, Canton, Massachussets, USA;[32] 24 Oak Avenue, Leominster, Massachussets, USA (1954).[33]

Noten

  1. ^ Wordt door Anne aangeduid als: (een van) m'n twee ooms. Anne Frank, Dagboek B, 20 juni 1942, 1e, in: Verzameld werk, Amsterdam: Prometheus, 2013.
  2. ^ Holger A. Dux, 'Zur Geschichte der Vorfahren der Anne Frank in Aachen', in: Winfried Casteel & Yvonne Hugot-Zgodda (Red.), Beiträge zur Geschichte des Nationalsozialismus in Aachen, Aachen: Volkshochschule Aachen, 2012, p. 3.6/7. Voor de Joodse school, zie: "Jüdische Schule", Wege gegen das Vergessen Aachen 1933-1945.
  3. a, b, c, d Bezirksregierung Düsseldorf, Entschädigungsakten Julius & Walter Hollander, 1954-1959: Bescheid in der Entschädigungssache des Herrn Julius Holländer, den 7. Dezember 1956.
  4. ^ Voluit Infanterie-Regiment „von Lützow“ (1. Rheinisches) Nr. 25.
  5. ^ "Das Eiserne Kreuz erhielt der ehemalige Einjährige Kriegsfreiwillige Julius Holländer, im Inf.=Regt. Nr. 25. Sohn von A. Holländer, Liebfrauenstraße 5. Aachener Anzeiger, 15 december 1915 (geraadpleegd via het Deutsche Zeitungsportal).
  6. ^ Wikipedia: Reichsbund jüdischer Frontsoldaten.
  7. ^ Herbert Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust: die Israelitische Synagogengemeinde zu Aachen 1801-1942, Aachen: Verlag der Mayer'schen Buchhandlung, 1994, Bd. I, p. 90.
  8. ^ '"Aufruf" des Reichsbund jüdischer Frontsoldaten, Ortgruppe Aachen', in; Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust, Bd. II, p. 1114.
  9. ^ Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust, Bd. I, p. 101.
  10. ^ Bezirksregierung Düsseldorf, Entschädigungsakten Julius & Walter Hollander, 1954-1959: Verklaring van Karl Loewenstein.
  11. ^ Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust, Bd. I, p. 59; Bd. II, p. 1051-1052.
  12. ^ Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust, Bd. I, p. 111.
  13. ^ Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust, Bd. I, p. 120.
  14. ^ Melissa Müller, Anne Frank: de biografie, 5e geheel herz. druk, Amsterdam: Bert Bakker, 2013, p. 39.
  15. ^ Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), reg. code A_Getuigen_I_084-1: Edith Frank aan Gertrud Naumann, waarschijnlijk zaterdag 23 december 1933.
  16. ^ Walter noemt als datum van zijn arrestatie 12 november 1938. Bezirksregierung Düsseldorf, Entschädigungsakten Julius & Walter Hollander, 1954-1959. Maar het zou ook 10 november geweest kunnen zijn. Zie: 'Nachweisung der im Zuge der Aktion (v.10.11.1938) festgenommen und in den Konzentrationslager überführten Juden', in: Herbert Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust: die Israelitische Synagogengemeinde zu Aachen 1801-1942, Aachen: Verlag der Mayer'schen Buchhandlung, 1994, Bd. II, p. 1246-1259, aldaar p. 1253.
  17. ^ 'Nachweisung der im Zuge der Aktion (v.10.11.1938) festgenommen und in den Konzentrationslager überführten Juden', in: Herbert Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust, Bd. II, p. 1246-1259, aldaar p. 1253.
  18. ^ Müller, Anne Frank: de biografie, p. 106.
  19. ^ Müller, Anne Frank: de biografie, p. 113-116.
  20. ^ NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, Amsterdam, Comité voor Joodsche Vluchtelingen, inv. nr. 503: Otto Frank aan het Comité voor Joodsche Vluchtelingen, 17 november 1938.
  21. ^ Stadsarchief Rotterdam, Passagiers Holland Amerika Lijn (H.A.L.), Afvaart 'SS Veendam' op 25-03-1939 vanaf haven Rotterdam.
  22. ^ US National Archives, Washington DC, Immigration and Naturalization [Papers??]: ship's manifest s.s. Veendam, 25 maart - 5 april 1939.
  23. ^ YIVO Institute for Jewish Research, Otto Frank File, New York, NY: YIVO Institute for Jewisch Research, 2007, p. 17; George T. Comeau, Canton's true tales: a telegram to 138 High Street, Canton Citizen, 4 juni 2021.
  24. ^ Müller, Anne Frank: de biografie, p. 364.
  25. a, b Bezirksregierung Düsseldorf, Entschädigungsakten Julius & Walter Hollander, 1954-1957: Verklaring van Heinz Jacobowitz.
  26. ^ AFS, AFC, Otto Frank Archief (OFA), reg. code OFA_073: Julius Holländer aan Otto Frank, augustus 1945.
  27. ^ AFS, AFC, reg. code OFA_073: Julius en Walter Holländer aan J. Soetendorp, 12 mei 1963.
  28. ^ Bezirksregierung Düsseldorf, Entschädigungsakten Julius & Walter Hollander, 1954-1959: Bescheid in der Entschädigungssache des Herrn Julius Holländer, den. 7 Dezember 1956; Bescheid in der Entschädigungssache des Herrn Walter Holländer, den. 19. Dezember 1956.
  29. ^ Aufbau, 13 oktober 1967.
  30. ^ Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust, Bd. II, p. 1571; Aufbau, 13 oktober 1967.
  31. ^ Lepper, Von der Emanzipation zum Holocaust, Bd. II, p. 1571.
  32. ^ YIVO, Otto Frank File, p. 14.
  33. ^ Bezirksregierung Düsseldorf, Entschädigungsakten Julius & Walter Hollander, 1954-1959.

Digitale Bestanden (1)

Foto van de huwelijksdag van Otto Frank en Edith Holländer, Aken, 12 mei 1925. Naast Edith staat haar vader Abraham, voor hem zit haar moeder Rosa. Voor Otto zit zijn moeder, Alice Frank-Stern. Uiterst rechts staat Julius, de oudste broer van Edith. Walter, haar andere broer, staat naast vader Abraham. Uiterst links staat Robert Frank, een broer van Otto. Herbert, zijn andere broer, is de derde naar rechts gezien vanaf Otto.