NL

Emigratie begin jaren dertig

Het aan de macht komen van Adolf Hitler en zijn NSDAP in 1933 leidde tot een uittocht van burgers uit Duitsland. Degenen die vertrokken waren vooral Joods, politiek dissident of allebei.

Op 30 januari 1933 werd Adolf Hitler Rijkskanselier van Duitsland. Zo kreeg hij de kans zijn ideeën uit Mein Kampf uit te voeren. Na de Rijksdagbrand op 27 februari 1933 schortte hij de belangrijkste burgerrechten op. Ook werden er antisemitische verordeningen aangenomen die het Joden onmogelijk maken de belangrijkste beroepen uit te oefenen door het vereiste van een zogenoemd 'Ariër'-bewijs. Als reactie op deze maatregelen en de boycot op 1 april 1933 van Joodse winkeliers, artsen en advocaten zochten verlieten veel Joden Duitsland. Zij zochten in eerste instantie een veilig heenkomen in omringende landen, waaronder Nederland.[1] Alleen al in de eerste dagen van april 1933 weken er honderden uit naar Nederland, waaronder Otto Frank. In de maanden daarna werd hij gevolgd door vrouw en beide dochters.[2]

Noten

  1. ^ Bob Moore, Refugees from Nazi Germany in the Netherlands, 1933-1940, Dordrecht: Martinus Nijhoff, 1986.
  2. ^ Zie: Gertjan Broek, Emigranten rond het Achterhuis van Anne Frank, in: De moderne tijd, jrg. 3, nr. 3 (2019), p. 211-226.