Maurits Wessels

Maurits Wessels was handelaar in oud papier, marktkoopman en fabrikant van puddingpoeder. Vanaf 22 april 1943 was hij huiseigenaar van Prinsengracht 263 .^[1]

De ouderlijke gezinskaart uit Den Haag vermeldt het hele gezin Wessels als religieus behorend tot “N.I.”.^[2] Hij trouwde in 1937 met de Joodse Sophia Hakker. Zijn schoonouders, verschillende zwagers en schoonzussen en enkele kleine neefjes en nichtjes werden in Sobibor en Auschwitz omgebracht.^[3] Eind 1942 werd de familie Wessels door de Duitse jurist Calmeyer als niet-Joods aangemerkt.^[4] W.F. Wessels uit Den Haag (een oom) schreef hierover een brief, en noemde het aantal van 78 familieleden dat door deze ontwikkeling werd gered.^[5]

Aanvankelijk was Wessels werkman bij de papierhandel Lierens, waar zijn zus kantoorbediende was.^[6] In 1938 stond hij vermeld als handelaar in oud papier.^[7] In 1939 had hij met zijn vrouw tevens een vergunning voor de markt op Uilenburg, waar zij met vulpenhouders en ongeregeld goed stonden.^[8] Zijn eerste huwelijk liep spaak. Wessels trouwde in 1947 voor de tweede keer.^[9]

Op 22 april 1943 kocht Wessels het perceel Prinsengracht 263 van Pieron.^[10] Ook op 5 en 12 februari 1943 kocht Wessels panden aan, in de Kinkerbuurt en in de Pijp.^[11] Tijdens de oorlogsjaren kwam Wessels herhaaldelijk in botsing met de Prijsbeheersing. Er werden processen-verbaal opgemaakt wegens onregelmatigheden met melkpoeder, sacharine, surrogaat-bakpoeder, puddingpoeder en onroerende goederen.^[12] Op 29 september 1944 werd hij door een ambtenaar van de Prijsbeheersing aangehouden en naar het Hoofdbureau van Politie overgebracht wegens het doen van zaken ondanks een verbod.^[13]

Bron persoonsgegevens (sterfdatum en -plaats onbekend).^[12] Adressen: Van Woustraat 184 I, Amsterdam;^[10]  Noorder Amstellaan 29 I.^[13]