Barbara Ledermann
Barbara Ledermann was bevriend met Margot Frank. Enkele persoonlijke gegevens worden om privacyredenen niet getoond.
Barbara Ledermann kwam in 1933 met haar ouders en jongere zus Susanne naar Nederland. Haar moeder was een zus van de kunstenaar Paul Citroen (1896-1983).[1]
Net als Margot zat ze op de Jekerschool. Ze had bij het schoolwerk veel steun aan Margot.[1] Ze had balletlessen bij Hans Snoek, de latere oprichtster van het Scapino Ballet.[1] In 1941 maakte een fotografe foto's van Barbara en Joyce van der Veen tijdens hun balletoefeningen.[2]
Toen de deportaties in juli 1942 begonnen, kreeg Barbara vrijstelling vanwege haar vaders connecties met de Joodsche Raad. Toch lieten haar ouders haar voor de zekerheid inenten tegen cholera en tyfus.[3]
Later wist ze met behulp van haar vriend Manfred Grünberg een andere identiteit aan te nemen.[1] Onder de naam Barbara Waarts kwam ze door de bezettingsjaren. Bij deze valse identiteit waren de voornamen van de ouders, de geboortedatum en –plaats wel juist. Op 5 juli 1944 kreeg ze op de naam Waarts ook nog een nieuw persoonsbewijs. Na de bevrijding kreeg haar registratiekaart in het Bevolkingsregister het predicaat “Valsch”.[4]
Haar onderduiken gebeurde tegen de zin van haar ouders. Toen ze acht maanden onder de schuilnaam Waarts leefde, ging ze bij haar ouders op bezoek. Omdat de buren haar kenden, deed ze een Jodenster op haar kleding. Ze was een avond en nacht thuis. De volgende morgen, 20 juni 1943, volgde de razzia waarbij de laatste grote groep Joden uit de buurt werd opgehaald. Barbara verwijderde haar ster en verliet ongehinderd het huis. Haar vader, moeder en zus Susanne werden die dag meegenomen.[5]
In juni 1947 stuurde Otto Frank haar een exemplaar van Het Achterhuis met een begeleidend briefje. Ze bedankte hem op 10 september 1947 en schreef toen dat ze er inmiddels in was geslaagd het leven te aanvaarden zoals anderen een godsdienst: zonder het te begrijpen.[6]
In oktober 1947 vertrok Barbara, die als enige van het gezin overleefde, naar de Verenigde Staten. Ze trouwde met de fysicus Martin Rodbell en kreeg met hem vier kinderen.
Barbara Ledermanns verhaal vormt een van de gepersonaliseerde rondleidingsfolders van het United States Holocaust Memorial Museum in Washington.[7]
Bron persoonsgevens.[8] Adressen: Berlijn; Zandvoort; Noorder Amstellaan 37-III, Amsterdam; Johannes Vermeerstraat 77 boven; Reijnier Vinkeleskade 61 huis (juni 1943-1945 onder de valse identiteit Barbara Waarts); Koningslaan 14hs (november 1945); New York (oktober 1947).[9]
Noten
- a, b, c, d Anne Frank Stichting (AFS), Getuigenarchief Rodbell - Ledermann: Interview met Barbara Rodbell - Ledermann door Wouter van der Sluis, Amsterdam, 10 november 1993.
- ^ AFS, Getuigenarchief Van der Veen: Interview met Joyce van der Veen door Dineke Stam, Los Angeles, 27 maart 1997.
- ^ Catherine Yekimov, Inge R, Lizze Vrijsen (vertaling), Letters from the Ledermanns, San Bernardino, CA: Afori Publishing, 2016, p. 8-11.
- ^ Stadsarchief Amsterdam (SAA), DIenst Bevolkingsregister, Archiefkaarten, toegang 30238: Archiefkaart Barbara Waarts, met naoorlogse aantekening “Valsch”.
- ^ AFS, Getuigenverhalen I: Transcriptie interview Barbara Rodwell – Ledermann door David de Jongh en Teresien da Silva, 1 en 2 oktober 2008, p. 33 – 34, tijdcode 00:22:32 – 00:26:39.
- ^ AFS, Getuigenarchief Rodbell - Ledermann: Brief Otto Frank aan Barbara Ledermann, juni 1947 en antwoord van Barbara, 9 oktober 1947.
- ^ United States Holocaust Memorial Museum, Washington DC, “Identification card” #4191, Barbara Ledermann.
- ^ Joods Monument: Barbara Ledermann.
- ^ SAA, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart F.A. Ledermann (1889).