NL

Ruth Klemens - Wiener

Ruth Wiener kende Anne en Margot Frank van de Liberaal Joodse Gemeente en zag de zusjes Frank in concentratiekamp Bergen-Belsen.

Ruth Wiener werd op 4 augustus 1927 geboren als oudste dochter van Margarethe Minna Sara Saulmann (1897-1945) en Alfred Wiener (1885-1964).[1] Haar vader werkte bij het Centralverein deutscher Staatsbürger jüdischen Glaubens dat onder andere antisemitisme in Duitsland documenteerde.[2] Het gezin woonde in Berlijn, maar na de machtsovername van Hitler emigreerden zij in de herfst van 1933 naar Nederland.[1]

Het gezin was vanaf de zomer 1934 ingeschreven in Amsterdam en woonde in de Jan van Eyckstraat 16hs.[3] Vanaf 1939 voelde het gezin ook in Amsterdam de oorlogsdreiging. Daarom vertrok haar vader naar Londen om de emigratie van het gezin te regelen en zijn werk daar naar toe te verplaatsen. Hoewel het gezin een verblijfsvergunning kreeg in Engeland, kwam deze op 10 mei 1940 aan in Nederland en was het te laat. Op die dag brak in Nederland de oorlog uit en daarom kon Ruth met haar moeder en zusjes Eva (1930) en Mirjam (1933) niet meer naar Engeland reizen.[1]

School

Ruth Wiener ging voor de lagere school naar de 1e Montessorischool in de Corellistraat en daarna naar het Gemeentelijk Lyceum voor Meisjes aan de Reijnier Vinkelskade. Vanaf het schooljaar 1941-1942 moesten Joodse leerlingen naar aparte scholen en ging Ruth naar de tweede klas op het Joods Lyceum.[4] In diezelfde periode verhuisde Ruth met haar moeder en zusjes naar een betaalbaardere woning aan het Westerscheldeplein 25-III (nu Europaplein).[5]

Het gezin was lid van de Liberaal Joodse Gemeente en bezocht, net als het gezin Frank, de synagoge aan de Tolstraat. Ook ging Ruth naar het klasje van Rabbijn Ludwig Jacob Mehler (1907-1945), waar ook Anne en Margot Frank les van kregen.[6]

Kampen

Op 20 juni 1943 vond een grote razzia plaats in Amsterdam Zuid en Oost. Ook Ruth werd met haar moeder en zusjes opgepakt en op transport gesteld naar doorgangskamp Westerbork. Daar verbleven ze bijna zeven maanden.[7] Op 4 augustus 1943 werd Ruth zestien jaar en moest ze dwangarbeid verrichten. Zo moest ze aardappels oogsten en later nachtdiensten werken bij de wasserij.[1]

Op 11 januari 1944 moest Ruth samen met haar moeder en zusjes op transport naar concentratiekamp Bergen-Belsen.[7] Daar kwamen ze in het Sternlager terecht en werd Ruth tewerkgesteld in de keuken. Later moest ze schoenen uit elkaar halen.[1] Ze verbleef uiteindelijk een jaar in Bergen-Belsen.

Vanaf haar tijd in Westerbork had Ruth een klein agendaatje waarin ze noteerde wat haar opviel. Op 20 december 1944 schreef ze: ‘Anne en Margot Frank in het andere kamp!’[8]Haar agendaatje is het enige contemporaine document dat getuigt van de aanwezigheid van Anne en Margot Frank in kamp Bergen-Belsen. Later vertelde ze in een interview dat ze Anne en Margot alleen heeft gezien, maar niet heeft gesproken.[4]

Op 21 januari 1945 stond Ruth samen met haar moeder en zusjes op een lijst om te worden uitgewisseld tegen Duitse soldaten die gevangen genomen waren door de geallieerden.[7] Ze gingen per trein naar het neutrale Zwitserland. Haar moeder was op het moment al ernstig verzwakt en overleed een paar dagen later, op 25 januari 1945.[1]

Na de oorlog

Samen met haar zusjes reisde Ruth via Zwitserland naar Zuid-Frankrijk waar ze op een schip van het Rode Kruis, de Gripsholm, meekonden naar New York. Daar werden ze na zes jaar herenigd met hun vader. Ruth en haar zusjes bleven achttien maanden in de Verenigde Staten (VS) terwijl hun vader in Londen werkte en regelde dat zijn dochters naar Engeland konden emigreren.[1] In 1947 verhuisden Ruth met haar zusjes naar hun vader Londen. Ruth ging vreemde talen studeren aan Birkbeck College en behaalde daar in 1950 haar diploma.[1]

Ruth trouwde in 1950 met Paul Gustav Klemens (1925-2012) en emigreerde een jaar later met hem naar Australië. In 1959 verhuisde het echtpaar naar de VS. Ruth stierf daar op 29 oktober 2011 op 84 jarige leeftijd.[1]

Bron persoonsgegevens.[1] Adressen: Berlijn (’27); Amsterdam, Jan van Eyckstraat 16hs (’34), Westerscheldeplein 25-III (nu Europaplein) (’41);[9] New York (’45); Londen (’47); Australië (’51); Verenigde Staten (’59).[1]

Noten

  1. a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, k 'Ruth Wiener' op: The Wiener Library: The Holocaust explained (geraadpleegd 24 oktober 2022).
  2. ^ Zie Daniel Finkelstein, Hitler, Stalin, vader en moeder: een famiigeschiedenis, Amsterdam: Van Oorschot, 2023. Finkelstein is de kleinzoon van Alfred Wiener.
  3. ^ Stadsarchief Amsterdam (SAA), Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart Margarete Saulmann & Archiefkaart Alfred Wiener, https://archief.amsterdam/indexen/deeds/9853340b-6af7-56a3-e053-b784100ade19?person=9853340b-6af8-56a3-e053-b784100ade19
  4. a, b Anne Frank Stichting (AFS), Getuigenarchief: interview Ruth Wiener, 12 januari 2010.
  5. ^ AFS, Getuigenarchief: interview Rurh Wiener, 12 januari 2010; SAA, DIenst Bevolkingsregister, Archiefkkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart Margarete Saulmann.
  6. ^ AFS, Getuigenarchief: interview Ruth Wiener, 12 januari 2010; interview Dorothea Zucker-Franklin, 18 april 2007; interview Barbara Rodbell-Ledermann, 10 november 1993.
  7. a, b, c Arolsen Archives- International Center on Nazi Persecution, Bad Arolsen: Kaart Ruth Wiener, Arolson Archives, https://collections.arolsen-archives.org/en/search/person/130399679?s=Ruth%20Wiener&t=2575136&p=1; Kaart Margarete Wiener Saulmann, https://collections.arolsen-archives.org/en/search/person/130399671?s=Margarete%20Saulmann%20&t=2575136&p=0
  8. ^ Wiener Library, Londen: Ruth Wiener Collection, 1962/1/3/1, Diary Ruth Wiener, 20 november 1944.
  9. ^ SAA, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart Margarete Saulmann, https://archief.amsterdam/indexen/deeds/985333f2-b89b-56a3-e053-b784100ade19?person=985333f2-b89c-56a3-e053-b784100ade19 en https://wienerholocaustlibrary.org/2020/12/04/466/ (geraadpleegd 26 oktober 2022).