Philip de Jong
Philip Felix de Jong leerde Otto Frank kennen in kamp Westerbork. Net als Otto overleefde hij Auschwitz. Na de bevrijding reisden ze samen terug naar Nederland.
Philip Felix (Flip, Phil)[1] de Jong werd geboren in Amsterdam, groeide op in België en studeerde af als econoom. Hij werkte als accountant bij het HEMA hoofdkantoor waar hij zijn vrouw Leentje (Lenie) van Naarden (1915-2015) ontmoette.[2] Op 5 augustus 1942 trouwden zij in Amsterdam. Dit mocht niet meer bij het stadhuis, dus trouwden ze in het gebouw van de joodse gemeente op de Plantage Parklaan 9.[3]
Onderduik
Begin 1943 dook Philip samen met Lenie onder bij een neef van hem in Den Haag. Daar verbleven ze tot de groep verraden werd eind 1943. Zijn neef, Maurits Blankenzee (-Vigeveno), werd op 4 september 1944 in kamp Vught gefusilleerd.[4] Philip en zijn vrouw wisten te ontkomen en gingen met de trein naar Amsterdam waar ze tijdelijk bij vrienden konden onderduiken. Van daaruit werd een onderduikadres in Friesland geregeld. Vanaf maart of april 1944 zaten ze ondergedoken bij een arbeidersgezin met twee kinderen. Begin augustus 1944 werd het huis verraden en werden Philip, zijn vrouw en de man van het onderduikgezin gearresteerd.[5]
Deportatie
Via Lemmer, Leeuwarden en Assen, kwamen Philip en Lenie van Naarden op 12 augustus 1944 in kamp Westerbork aan. Daar werden ze gerekend tot strafgevallen en kwamen ze, net als de familie Frank, in strafbarak 67 terecht.[6] Ze werden tewerkgesteld bij de batterijen. In Westerbork ontmoetten ze voor het eerst de familie Frank. Philip had goed contact met Otto Frank.[1]
Op 3 september 1944 gingen Philip en zijn vrouw net als de familie Frank op transport naar Auschwitz.[5] Na een reis van drie dagen kwamen ze in de nacht van 5 op 6 september 1944 aan in Auschwitz-Birkenau. Daar werden Philip en Lenie op de rampe van elkaar gescheiden. Na de selectie en registratie werden de gevangenen kaalgeschoren en kregen ze een nummer op hun arm getatoeëerd.[7] Philip kreeg daarbij het nummer B9223, zijn vrouw Lenie het nummer A25145.[8]
Philip werd na de selecties en registratie overgeplaatst in het Stammlager, Auschwitz-I. Eind oktober 1944 werd hij ingedeeld bij het arbeidscommando Peterson waarbij onder barre omstandigheden graaf- en spitwerk moest verrichten.[9] Na twee maanden werd Philip op 20 december 1944 met bevroren handen en voeten opgenomen in een ziekenbarak. Daar werd hij op 27 januari 1945 door het Sovjetleger bevrijd.[10]
Terugtocht
Philip de Jong hield tijdens de terugreis naar Nederland een reisverslag bij. Ook Otto Frank noteerde in een notitieboekje wat hij meemaakte tijdens de terugreis. Daarin noteerde Otto dat hij ‘Filip de Jong (HEMA)’ was tegengekomen. Philip reisde op 11 maart 1945 naar Kattowice, waar Otto Frank waarschijnlijk al vanaf 5 maart verbleef. Vanaf Kattowice gingen zij op 1 april met de trein verder naar Tsjernivtsi waar ze op na een lange treinreis op 7 april aankwamen. Op 21 april moeten ze met de trein verder naar Odessa. Net als Otto moest Philip hier een maand wachten op verder vervoer. Op 20 mei werden ze uiteindelijk met het Nieuw-Zeelandse schip de Monowai naar Marseille gevaren, waar ze op 27 mei aankwamen.[11] Vanuit Marseille reisde Philip verder met de trein richting Nederland. Eenmaal in Amsterdam ging Philip naar zijn goede vriend Chris Allebes, waar hij en Lenie hadden afgesproken om naar toe te gaan, als ze de kampen overleefden.[12] Een maand later werd hij verrast door de terugkeer van zijn vrouw. Lenie schreef op 30 juni 1945 in haar dagboek:
‘Ik bel aan en er word opengedaan door Chris. Die zegt niets maar loodst me heel rustig naar binnen, omdat hij Flip wil verrassen. Die staat heel rustig in de keuken tuinbonen te doppen.’[13]
Snel na zijn terugkeer ging Philip weer aan het werk bij HEMA.[14] Philip en Lenie kregen twee kinderen. Philip overleed onverwacht snel op 19 april 1972.[15]
Bron persoonsgegevens.[16] Adressen: België; Amsterdam, J.W. Brouwersstraat 13bv (aug ’38), Zuider-Amstellaan 146-II (mei ‘40), Tugelaweg 127-II (juli ’40), Lekstraat 162-I (juli ’45), Stadionweg 214-II (aug ’45), Uiterwaardestraat 142hs (juni ’48), Jekerstraat 63-I (feb ’56)[16]
Noten
- a, b Anne Frank Stichting (AFS), Getuigenarchief, interview Lenie de Jong-van Naarden, 22 maart 2010.
- ^ AFS, Getuigenarchief, interview Lenie de Jong-van Naarden, 22 maart 2010; Marijke Barend-van Haeften & Hetty Plekenpol (red.), Retour Auschwitz. De dagboeknotities van Philip en Lenie de Jong over hun repatriëring uit Auschwitz en Liebau in 1945, Zutphen: Walburg Pers, 2006, p. 12.
- ^ Willy Lindwer, De laatste zeven maanden. Vrouwen in het spoor van Anne Frank, Hilversum: Gooi & Sticht, 1988, p. 149; Joods Amsterdam: Plantage Parklaan.
- ^ Barend-van Haeften & Plekenpol Retour Auschwitz, p. 12; Arolsen Archies - International Center on Nazi Persecution, Bad Arolsen: Registratiekaart kamp Vught, Maurits Blankenzee.
- a, b AFS, Getuigenarchief, interview Lenie de Jong-van Naarden, 22 maart 2010. Lindwer, De laatste zeven maanden. p. 152-154.
- ^ Lindwer, De laatste zeven maanden. p. 152-154; Arolsen Archives: Kaart Philip de Jong; Bas von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis. Anne Frank en de andere onderduikers in de kampen, Amsterdam: Querido, 2020, p. 84.
- ^ Von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis, p. 149-159.
- ^ Erika Prins, Onderzoeksverslag naar het verblijf van de acht onderduikers uit het Achterhuis in de kampen (2016), p. 80, 85.
- ^ Prins, Onderzoeksverslag, p.30, 34; Barend-van Haeften & Plekenpol, Retour Auschwitz, p. 24.
- ^ Barend-van Haeften & Plekenpol, Retour Auschwitz, p. 26-28.
- ^ AFS, Anne Frank Collectie (AFC), reg. code A_OFrank_I_001: 18 lijsten opgemaakt door Centraal Registratie Bureau voor Joden met namen van Joodse overlevenden, 1945, lijst no. 3, lijst van Joden, via Odessa in Marseille aangekomen.
- ^ Barend-van Haeften & Plekenpol, p. 35; AFS, Getuigenarchief, interview Lenie de Jong-van Naarden, 22 maart 2010.
- ^ Barend-van Haeften & Plekenpol, Retour Auschwitz, p. 128.
- ^ Barend-van Haeften & Plekelpo, p.35.
- ^ Familieberichten, Nieuw Israelietisch weekblad, 28 april 1972; SAA, DIenst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart Philip Felix de Jong.
- a, b Stadsarchief Amsterdam, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart Philip Felix de Jong.