Leny Boeken - Velleman
Leny Boeken - Velleman zat met de acht onderduikers uit het Achterhuis in de strafbarak van kamp Westerbork en ging op hetzelfde transport naar concentratiekamp Auschwitz.
Lena (Leny) Velleman werd op 22 november 1922 in het Nieuw Israëlitisch Ziekenhuis in Amsterdam geboren.[1] Op 5 december 1926 werd haar broertje Andries geboren.[2] Het gezin woonde tijdens de zomermaanden in Zandvoort, waar moeder Hannah Velleman-Frenkel (1894-1944) een sigarenwinkel had, en in de wintermaanden woonde ze in Amsterdam. Toen Leny zes was ging het gezin permanent in Amsterdam wonen.[3] Vader Jacob Velleman (1897-1944) was kleermaker en werkte bij de regenjassenfabriek Hollandia Kattenburg in Amsterdam-Noord.[4]
Na de lagere school ging Leny naar de Nijverheidsschool. Vanaf haar vijftiende, in 1937, kwam ze te werken bij de damesmodewinkel Gerzon, die in 1889 was opgericht door de Joodse broers Lion en Eduard Gerzon.[5] Een paar jaar later ging ze werken bij de luxe parfumeriezaak Stawo in de Beethovenstraat 5a.[6]
In juni 1941 verloofde ze zich met René, een vriend van haar neef die tijdelijk bij het gezin Velleman in huis woonde.[7]
Half juni 1942 kreeg Leny een oproep zich te melden bij het Centraal Station voor tewerkstelling in Duitsland. Met behulp van haar verloofde kon de familie onderduiken. Eerst dook de familie een weekend onder op de Kloveniersburgwal en vervolgens op de Prinsengracht, tegenover wat nu het Anne Frank Huis is. Nadat dat het huis op de Prinsengracht gevaarlijk werd, werden de gezinsleden opgesplitst en dook Lenie zonder haar ouders en broertje onder bij een boekhouder in de Jordaan. Een paar weken later verplaatste ze weer en kwam ze bij een gezin op de Stadionweg terecht. Vanaf november 1942 zat ze met enkele anderen, onder wie de zus van haar verloofde, bijna twee jaar lang ondergedoken op een adres in Zeist.[8]
Op 18 augustus 1944 werd het huis in Zeist verraden door Wilhelmus (Willem/Wim) Johannes Hendricus Houthuys (1902-1985), die bekend stond onder de naam Meerman en meerdere adressen in Zeist had aangegeven bij de SD.[9]
Concentratiekampen
Nadat ze een aantal dagen gevangen zat op het hoofdkantoor van de SD in de Euterpestraat in Amsterdam, kwam Leny op 21 augustus 1944 aan in kamp Westerbork. Daar kwam ze net als de acht onderduikers uit het Achterhuis in strafbarak 67 terecht. Ze kwam te werken bij de batterijensloop.[10]
Op 3 september 1944 werd ze net als de onderduikers op transport gesteld naar concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz.[11] Na aankomst werd ze geregistreerd en kreeg ze het nummer A 25239 op haar onderarm getatoeëerd.[12]
In november 1944 werd Leny gedeporteerd naar een kamp in het huidige Tsjechië bij de stad Chrastava (Krazau). Daar kwam ze eerst bij het aardappelcommando te werken en vervolgens in een fabriek waar wapens werden gemaakt. Door mishandeling, ziekte en medische experimenten raakte Leny ernstig verzwakt. In mei 1945 werd het kamp door het Sovjetleger bevrijd. Leny moest lange tijd herstellen in verschillende ziekenhuizen voordat ze naar Nederland terug kon keren.[13]
Na de oorlog
In 1946 ontmoette Leny op een dansavond in een buurthuis Samson (Sven) Boeken (1920-1987) met wie ze op 28 mei 1947 trouwde.[14]
Sinds 1996 ging Leny mee op de ‘Polenreis’ van het Nederlands Auschwitz Comité. Ze vertelde daar haar kampervaringen.[15]
Op 17 april 2012 overleed Leny in Amsterdam, 89 jaar oud.[16]
Bron persoonsgegevens.[1] Adres. Amsterdam: Rivierenlaan 124-II.
Noten
- a, b Leny Boeken Velleman Breekbaar, maar niet gebroken. Het verhaal van een Auschwitz-overlevende, Laren: Uitgeverij Verbum, 2008, p. 14. Stadsarchief Amsterdam (SAA), Dienst Bevolkingsregister, Persoonskaarten (toegangsnummer 30408): Persoonskaart Lena Velleman.
- ^ Andries Velleman werd op 31 maart 1944 vermoord in Auschwitz. SAA, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238) : Archiefkaart Andries Velleman.
- ^ Boeken Velleman Breekbaar, maar niet gebroken, p.15.
- ^ Naast de Joodse eigenaren had Hollandia Kattenburg veel Joodse werknemers. Bij een razzia op 11 november 1942 werden 367 Joodse personeelsleden gearresteerd. Ook hun gezinnen werden meegenomen. Het was een van de grootste bedrijfsrazzia’s in de geschiedenis. Van het transport van 826 mannen, vrouwen en kinderen keerden slechts 8 mannen terug. Herdenking Hollandia Kattenburg: De geschiedenis van Hollandia Kattenburg; Boeken Velleman Breekbaar, maar niet gebroken, p. 18.
- ^ Boeken Velleman, Breekbaar, maar niet gebroken, p. 24; Verzetmuseum Amsterdam: Modehuizen.
- ^ Boeken Velleman, Breekbaar, maar niet gebroken, p. 24; ‘Advertentie Stawo’, Het Volk, 25 mei 1939.
- ^ Boeken Velleman Breekbaar, maar niet gebroken, p. 26.
- ^ Boeken Velleman, Breekbaar, maar niet gebroken, p. 37-55.
- ^ Boeken Velleman, Breekbaar, maar niet gebroken, p. 55. Sytze van der Zee, Vogelvrij. De jacht op de Joodse onderduiker, Amsterdam: De Bezige Bij, 2010, p. 361; Ad van Liempt & Jan H. Kompagnie, Jodenjacht: de onthutsende rol van de Nederlandse politie in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam: Balans, 2011, p. 75-84.
- ^ Boeken Velleman, Breekbaar, maar niet gebroken, p. 58, 65; Arolsen Archives - International Center on Nazi Persecution, bad Arolsen: Joodsche Raad kaart Lena Velleman, Document ID: 130389107.
- ^ Arolsen Archives: Joodsche Raad kaart Lena Velleman.
- ^ Boeken Velleman Breekbaar, maar niet gebroken, p. 90.
- ^ Boeken Velleman, Breekbaar, maar niet gebroken, p. 104-124.
- ^ Boeken Velleman, Breekbaar, maar niet gebroen, p. 143; SAA, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart Samson Boeken
- ^ Boeken Velleman Breekbaar, maar niet gebroken, p. 152.
- ^ Online Familieberichten Leny Velleman.