NL

Fritzi Markovits

Fritzi Markovits verloor haar man en zoon in Mauthausen. Zij trouwde in 1953 met Otto Frank.

Fritzi Markovits werd geboren in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen en overleed op 93-jarige leeftijd in Londen. Haar ouders waren Rudolf Markovits (1874-1951) en Helene Schubert (1879-1963). Ze had een jongere zus Sylvia Renée (1910-1977).

Op 27 mei 1923 trouwde ze in Wenen met Erich Geiringer. Ze kregen twee kinderen: Heinz Felix op 12 juli 1926 en Eva Minni op 11 mei 1929.[1] Na de Anschluß van Oostenrijk in 1938 vertrok het gezin uit Wenen. Erich vestigde zich in Loon op Zand en Fritzi ging met de kinderen naar Brussel.[2] Daar kreeg zij op 18 november 1938 een paspoort van de Duitse ambassade. Op 22 maart 1939 kreeg haar pas een stempel dat ‘ambtshalve’ de naam Sara is toegevoegd.[3] Erich bezocht zijn gezin geregeld.[4]

Later verhuisden ze naar Amsterdam, waar het Bevolkingsregister ze op 4 april 1940 inschreef.[1] De opbrengsten van verkochte bezittingen belegde ze in sieraden, die zij Nederland binnen wist te smokkelen. Eenmaal hier kocht ze met haar man ook huizen en effecten.[5] Het Duitse consulaat in Amsterdam verlengde Fritzi’s paspoort nog eens op 21 september 1940.[3]

In september 1942 doken Fritzi en haar gezin onder. Zij en haar dochter kwamen op een andere plek dan haar man en zoon: Fritzi en Eva kwamen op een adres in Amsterdam-Zuid, Erich en Heinz bij het echtpaar Katee-Walda in Soestdijk. Ze hielden wel contact; onder de naam ‘Annie’ (Akkerman) stuurde Fritzi ansichtkaarten om informatie door te geven en bezoeken aan te kondigen.[6]

Na problemen met het echtpaar Katee-Walda wilde het gezin met z'n vieren naar een ander adres. Door verraad liep de nieuwe onderduikpoging fout. Het hele gezin gaat 19 mei 1944 op transport naar Auschwitz. Fritzi’s man en zoon komen allebei om in concentratiekamp Mauthausen,[7] zij en haar dochter overleven. Ze maakte met Eva dezelfde repatriëringsreis als Otto Frank en vertrokken met de Monowai van Odessa op 21 mei 1945. Via Istanboel voeren ze naar Marseille en kwamen daar op 27 mei 1945 aan. Terug in Amsterdam kon Fritzi niet meteen terug naar haar woning aan het Merwedeplein, want die stond op naam van iemand anders.[8] Het duurde tot 21 september 1945 voordat ze weer op haar oude adres werd ingeschreven.[1]

De nasleep van de vervolging ging voor Fritzi met meerdere procedures gepaard. Omdat Nederland haar als ‘vijandelijk onderdaan’ zag, beheerde het Beheersinstituut haar bezittingen. Na een uitgebreid beargumenteerd verzoek kreeg zij de beschikking over haar vermogen met ingang van 24 mei 1947 terug.[9] In mei 1949 getuigde ze voor het Bijzonder Gerechtshof over het verraden van haar man en zoon. Daarbij raakt ze zo overstuur dat ze de zittingzaal uitgeleid werd.[10]

Fritzi ontmoette Otto tijdens de thuisreis uit Auschwitz. Later kwam hij bij haar op het Merwedeplein langs. De naam ‘Geiringer’ stond in de volgende jaren herhaaldelijk in Otto’s agenda’s en er ontwikkelde zich een innige relatie. In correspondentie uit najaar 1952, als hij enige tijd in de VS verblijft, komt dat duidelijk naar voren.[11]

Op 10 november 1953 trouwde ze in Amsterdam met Otto Frank. Getuigen waren Miep Gies en Jo Kleiman.[12] Drie dagen eerder tekenden ze de huwelijkse voorwaarden en ook lieten beide een testament opmaken.[13] Otto woonde toen al in Bazel, en zij voegde zich bij hem. Fritzi kreeg in later jaren een prominentere positie in de openbaarheid, en nam meer dan eens deel aan interviews.[14]  Verder had zij een grote rol in het beantwoorden van de vele brieven die Otto Frank ontving.[15]

Aan alle vervolgingen en de dood van man en zoon hield Fritzi een aversie tegen Duitsland over. Otto reisde in 1954 via Duitsland naar Nederland, maar Fritzi bleef thuis omdat ze dat land wilde vermijden.[16]

Ze werd door zijn overlijden op 19 augustus 1980 opnieuw weduwe. Met een deel van de vaste brievenschrijvers bleef ze daarna nog lang in contact, zoals Zofia en Adam Kukulski, die Otto kort na de bevrijding van Auschwitz leerde kennen.[17]

Bron persoonsgegevens.[18] Adressen: Wenen; Brussel; Merwedeplein 46-I, Amsterdam; Bazel (Birsfelden).

Noten

  1. a, b, c Stadsarchief Amsterdam (SAA), Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart E.E. Markovits.
  2. ^ Eva Schloss, Herinneringen van een Joods meisje, 3e druk, Breda: De Geus, 2005, p. 22-24.
  3. a, b Privébezit familie Schloss: ‘Reisepass’ nr. 1680 t.n.v. Elfriede Geiringer.
  4. ^ Privébezit familie Schloss: ‘Reisepass’ nr. 1237/N38 t.n.v. Erich Geiringer.
  5. ^ Nationaal Archief (NL-HaNA), Den Haag, Nederlandsch Beheersinstituut (NBI), toegang 2.09.16.05, inv. nr. 79002: rapport NBI, 26 juni 1946.
  6. ^ Familiearchief Anne Frank Fonds (AFF), Bazel, OtF_pdoc_019, tien kaarten aan Katee-Walda, 1943; privécollectie Eva Schloss-Geiringer: kaart aan Katee-Walda, 1943. De schuilnaam Akkerman noemt Katee-Walda in een naoorlogs verhoor. 
  7. ^ SAA, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten: (toegangsnummer 30238): Archiefkaarten E. Geiringer en H. Geiringer.
  8. ^ Schloss, Herinneringen, p. 197-198.
  9. ^ NL-HaNA, NBI, inv. nr. 79002: beschikking NBI, 24 mei 1947.
  10. ^ 'Werkte “Miep” voor vriend en vijand?", Het Parool, 14 mei 1949.
  11. ^ AFF, Otto Frank, AFF_OtF_corr_005; Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), Otto Frank Archief, reg. code OFA_074.
  12. ^ Gemeente Amsterdam, afdeling Burgerlijke Stand: huwelijksakte 149, 10 november 1953.
  13. ^ Alle drie de stukken zijn opgemaakt door notaris Jacob van Hasselt en hebben in zijn repertorium over dat jaar de nummers 393, 394 (Fritzi) en 395 (Otto). Telefonische mededeling van de waarnemer van opvolgend notaris A.E. Blom, Kees-Jan van Zijden aan Gertjan Broek (AFS), 17 juni 2021.
  14. ^ Zie b.v. AFS, AFC, reg. code OFA_2011:Iinterview met Otto Frank door Arthur Unger, 1979. In dit interview komt Fritzi geregeld aan het woord. 
  15. ^ AFS, AFC, Getuigenverhalen: interview met Eva Schloss door David de Jongh en Teresien da Silva, Amsterdam, 12 en 13 november 2008, tijdcode 00.27.08 e.v., 00.33.05 e.v.
  16. ^ AFS, AFC, A_Gies_I_139a: Otto Frank aan Jan en Miep Gies, 26 mei 1954.
  17. ^ AFS, AFC, reg. code OFA_040: Notitieboekje van Otto Frank, 1945. Zofia Kukulska noteert kennelijk zelf en met eigen pen haar naam en adres. Het is althans met inkt en zeker niet het handschrift van Otto Frank. Correspondentie in OFA en notitie in ‘rode boekje’
  18. ^ SAA, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart E.E. Markovits; 'Obituary: Fritzi Frank', The Independent, 8 oktober 1998.