NL

Willem van Maaren

Willem van Maaren was magazijnmedewerker bij Gies & Co op Prinsengracht 263, ten tijde van de onderduik.

Willem van Maaren was magazijnmedewerker bij Gies & Co op Prinsengracht 263, ten tijde van de onderduik.

Hij doorliep het lager onderwijs en kreeg een getuigschrift op 22 juni 1910. Daarna werkte hij een half jaar bij boekhandel H.W. Mooij. Van 1918 tot 1925 werkte hij als magazijnchef bij de Amsterdamse Coöperatieve Sigaren In- en Verkoopvereniging ACSI, en had daarna tot 1933 een eigen sigarenzaak. Zijn pogingen om die tussen 1933 en 1939 tot een groothandel om te vormen, slaagden niet. Op 11 september 1939 trad hij in dienst van "Liefdadigheid naar Vermogen", waar hij werkte tot 30 mei 1942.[1]

Van Maaren werkte van 1 augustus 1942 tot 1 maart 1943 bij de Gemeentelijke Distributiedienst.[2] Hij vroeg en kreeg daarvoor een verkaring van goed gedrag.[3] Vanwege schulden moest hij op 5 en 6 januari 1943 voor de Kantonrechter verschijnen.[4] De schulden maakte hij bij diverse winkeliers en particulieren tot een totaalbedrag van bijna zesduizend gulden. Op 10 februari 1943 verklaarde de rechtbank in Amsterdam hem failliet en stelde een curator aan.[5] Van Maaren vroeg per 1 maart 1943 ontslag aan.[6] 

Vervolgens werkte hij door bemiddeling van de Arbeidsbeurs van maart 1943 tot juni 1945 als magazijnbediende bij Gies & Co.[7] Hij werd ontslagen wegens diefstal van flesjes Opekta-jam, zout en soda. Hij stal tijdens de oorlogsjaren ook cacaovet, om daar met soda zeep van te maken voor eigen gebruik.[8] Tijdens de onderduikperiode volgde Van Maaren Johan Voskuijl op omdat deze door zijn ziekte niet meer kon werken. Volgens latere verklaringen van de helpers was Van Maaren erg nieuwsgierig en had hij in de gaten dat er in het pand iets gaande was. Kleiman stelde dat met zijn komst het gevoel van veiligheid verdween. Kugler verklaarde dat Van Maaren altijd aan het ‘snuffelen’ was.[9] Van Maaren sprak alle beschuldigingen tegen.

Bij de helpers ontstond verdenking dat hij de verrader van de onderduikers was, en zij maakten de zaak bij de Politieke Recherche Afdeling aanhangig. Er was echter geen bewijs tegen Van Maaren. De beschuldiging werd door de Amsterdamse Kantonrechter op 13 augustus 1949 vervallen verklaard.[10]

Bij de ‘Silberbauer-affaire’ in 1963 kwam Van Maaren opnieuw in beeld. Otto Frank verklaarde tegenover de Rijksrecherche dat volgens hem en de helpers alleen Van Maaren voor verdenking in aanmerking kwam. Uit de verschillende verklaringen bleek echter geen concrete feiten. Alleen Miep Gies verklaarde dat Van Maaren naar eigen zeggen relaties in SD-kringen had. Rijksrechercheur Van Helden verhoorde ook Silberbauer en Lages, maar vond geen aanknopingspunten.[3] Anne noemde Van Maaren enkele keren bij naam in haar dagboek.[11]

De beschuldigingen zijn, ondanks de afwezigheid van bewijs, altijd aan Van Maaren blijven kleven.[12]

Bron persoonsgegevens [13] Adressen: Kouterstraat 9 huis, Amsterdam.[13]

Noten

  1. ^ Stadsarchief Amsterdam (SAA), Distributiebureau en de Distributiedienst (toegang 5257), inv. 292: Persoonskaart W.G. van Maaren in personeelsdossier.       
  2. ^ SAA, Distributiedienst, inv. nr. 617: Lloonstaat W.G. van Maaren, kalenderjaar 1943.
  3. a, b SAA, Secretarie, Algemene Zaken (toegang 5181), inv. nr. 7648: Indicateurs van de aanvragen van bewijzen van Nederlanderschap en van goed gedrag, volgnr. 9437. 
  4. ^ SAA, Distributiedienst, inv. 292: Verlofaanvraag in personeelsdossier.
  5. ^ Bericht "Voorlopig kosteloos", Nieuws van den Dag, 15 februari 1943.  
  6. ^ SAA, Distributiedienst, inv. nr. 292: Ontslagaanvraag d.d. 4 februari 1943 in personeelsdossier.   
  7. ^ Nationaal Archief (NL-HaNA), Den Haag, Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), inv. nr. 23892: ‘Verklaring inzake Gies & Co.’
  8. ^ NL-HaNA, CABR, inv. nr. 23892: ‘P.v.b. 86/1963 v.H.’
  9. ^ NL-HaNA, CABR, inv. nr. 23892: Proces-verbaal c/a Van Maaren, PRA-Amsterdam.
  10. ^ NL-HaNA, CABR, inv. nr. 23892: Uitspraak Kantonrechter F.C. Cremer.
  11. ^ Anne Frank, Dagboek A, 1 maart 1944, 15, 18, 21 en 25 april 1944; Dagboek B, 5 augustus en 16 & 29 september 1943, in: Verzameld werk, Amsterdam: Prometheus, 2013.
  12. ^ Zie verder: Rosemary Sullivan, Het verraad van Anne Frank; het baanberekende onderzoek van een internationaal coldcaseteam in Nederland, Amsterdam: Ambo|Anthos, 2020, p. 189-194, 231-237.
  13. a, b SAA, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart W.G. van Maaren.