NL

Rachel van Amerongen - Frankfoorder

In kamp Westerbork ontmoetten de onderduikers Rachel Frankfoorder. Zij verbleef in de verschillende concentratiekampen maanden lang in de buurt van Anne en Margot Frank en Auguste van Pels. Na de oorlog vertelde ze over haar ontmoetingen met hen.

De acht onderduikers ontmoetten in Westerbork allerlei bekende en nieuwe mensen die na de oorlog getuigden over hun ontmoetingen met Anne, Margot, Edith, Otto, Peter, Hermann, Auguste of Fritz. Eén van hen was de destijds dertig jaar oude Rachel Frankfoorder.

Rachel Frankfoorder werd op 23 januari 1914 geboren in het Nederlands-Israëlitisch Ziekenhuis aan de Nieuwe-Keizersgracht in Amsterdam. Haar vader was typograaf, haar moeder winkeljuffrouw. In haar jeugd woonde ze samen met haar ouders en twee broers in Amsterdam Noord op de Nachtegaalstraat.[1] Van 1928 tot 1941 werkte ze in de Bijenkorf. Na de Februaristaking werd de Bijenkorf onder Duits beheer geplaatst en wilde ze er niet langer werken.[2]

Op 28 oktober 1936 trouwde ze met Charles Désiré Lu-A-Si (1911-1942) waarmee ze op 6 februari 1937 een zoon kreeg genaamd Désiré Charles Lu-A-Si.[3]

Verzet

Al snel na het uitbreken van de oorlog ging Rachel net als haar man in het verzet en bracht ze bonkaarten rond naar onderduikers. Haar man werd als communist in 25 juni 1941 opgepakt en kwam na verschillende concentratiekampen op 15 november 1942 om het leven in Auschwitz.[4] Rachel zelf werd in de zomer van 1944 in de trein opgepakt met een vals persoonsbewijs en kwam in Westerbork terecht.[5] Ze herinnerde zich dat ze in de strafbarak van het kamp ook de familie Frank ontmoette.

Westerbork

In Westerbork werkte Rachel Frankfoorder bij de ‘binnendienst’ waarbij ze moest schrobben, de wc’s moest schoonmaken en wanneer er een transport aankwam deelde ze klompen en overalls uit aan nieuwaangekomen gevangenen.[6] Het was een gewild baantje en ze herinnerde zich dat Otto Frank haar vroeg om voor Anne een plekje bij de schoonmaak te regelen:

'Otto Frank kwam met Anne naar mij toe en vroeg of Anne mij mocht helpen. Anne was heel aardig en vroeg mij ook of ze mocht helpen. Ze zei: ‘Ik kan van alles, ik ben toch zó handig.’ Ze was werkelijk allerliefst, een beetje ouder dan op de foto die wij van haar kennen, vrolijk en opgewekt. Ik had daar helaas geen zeggenschap in en stuurde haar naar de barakleiding. Meer aandacht kon ik daar natuurlijk niet aan besteden.'[7]

Anne bleef uiteindelijk in de batterijenafdeling werken.[6]

Bergen Belsen

Rachel ging net als de familie Frank op transport naar Auschwitz. Daar kreeg ze het nummer 88410.[8] Uiteindelijk werd Rachel net als Anne, Margot en Auguste van Pels geselecteerd voor transport naar Bergen-Belsen. Rachel Frankfoorder kreeg in Bergen Belsen nummer 7356 en kwam in dezelfde barak als Anne en Margot terecht.[9] Ze herinnerde zich het moment dat ze Anne en Margot in Bergen-Belsen weer terugzag, ditmaal zonder hun vader en moeder:

'Hun ouders waren er niet. Daar vroeg je niet naar, omdat je eigenlijk wist… gezien je eigen ervaring met ouders, broers enzovoorts, ja, je hebt een vermoeden, meer niet. De meisjes Frank waren bijna onherkenbaar doordat hun haar was afgeknipt, ze waren veel kaler dan wij, hoe dat kan weet ik niet. En ze hadden het koud, net als wij allemaal. Het was winter en je had geen kleding. Dus alle factoren voor ziekte waren aanwezig. Zij speciaal waren er erg aan toe.'[10]

Rachel Frankfoorder bleef in Bergen Belsen in de buurt van Anne en Margot en zag hoe de zusjes steeds zieker werden: ‘Je zag ze werkelijk doodgaan, beiden.’ Ze herinnerde zich hoe ze de typische verschijnselen van tyfus steeds duidelijker bij de twee meisjes zag vorderen. Zij vertoonden ‘een soort apathie, gemengd met oplevingen, totdat ook zij zo ziek werden dat er geen hoop meer was.'[11] Korte tijd later merkte ze dat ze Anne en Margot niet meer zag en ze nam aan dat ze waren omgekomen.[12]

Raguhn

Op 7 februari 1945 werd Rachel Frankfoorder net als Auguste van Pels op transport gesteld naar vrouwenkamp Raguhn. Daar moesten de vrouwen dwangarbeid verrichten. Vanwege de naderende Amerikaanse troepen moesten de vrouwen uit Raguhn op 9 april 1945 opnieuw op transport, dit keer richting Theresienstadt.[13]

Rachel Frankfoorder verklaarde voor het Nederlandse Rode Kruis op 28 september 1945: ‘Tijdens de reis van Raguhn naar Theresienstadt is door de Duitsers onder de trein gegooid en daardoor gedood: Mevr. Gusti van Pels-Roettgen, circa 42 jaar oud.’[14] Er zijn echter geen andere getuigen die de lezing van Rachel Frankfoorder bevestigen, en Annelore Daniel en Bertha Kaas-Hekster spreken expliciet tegen dat Auguste van Pels door Duitse soldaten onder een rijdende trein zou zijn gegooid.[15]

Op 16 april 1945 kwamen de overlevenden van het transport in Theresienstadt aan. Daar werden zij op 8 mei 1945 door het Sovjetleger bevrijd.[15]

Na de bevrijding

Na de oorlog trouwde Rachel Frankfoorder op 5 september 1945 met Eddy van Amerongen (1912-1992), waarna ze in 1948 samen een dochter kregen.

Zowel haar ouders als haar broers en hun vrouwen waren omgekomen in de kampen. Haar zoon had de oorlog overleefd doordat hij zat ondergedoken bij een vrouw in Rotterdam.[16] In 1950 emigreerde het gezin naar Israël.[3]

Bron persoonsgegevens.[5]

Noten

  1. ^ Willy Lindwer, De laatste zeven maanden. Vrouwen in het spoor van Anne Frank, Hilversum: Gooi & Sticht, 1988, p. 103-104.
  2. ^ Lindwer, De laatste zeven maanden, p. 111; Evelien Gans, Jaap en Ischa Meijer: een joodse geschiedenis 1912-1956, Amsterdam: Bert Bakkker, 2008, p. 143-144.
  3. a, b Stadsarchief Amsterdam, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart Rachel Frankfoorder.
  4. ^ Caraïbisch uitzicht: Charles Desiré Lu A Si (1911-1942): Srananman als verzetsstrijder en medeorganisator Februaristaking 1941.
  5. a, b Joods Amsterdam: Rachel Frankfoorder.
  6. a, b Bas von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis. Anne Frank en de andere onderduikers in de kampen, Amsterdam: Querido, 2020, p. 81.
  7. ^ Lindwer, De laatste zeven maanden, p. 106-107.
  8. ^ Lindwer, De laatste zeven maanden, p. 109.
  9. ^ Arolsen Archives - International Center on Nazi Persecution, Bad Arolsen, 5792, 1.1.3.1, volgnr. 315.
  10. ^ Lindwer, De laatste zeven maanden, p. 117.
  11. ^ Lindwer, De laatste zeven maanden, p. 118.
  12. ^ Von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis, p. 270.
  13. ^ Het Nederlandse Rode Kruis (NRK), Den Haag, Dossier nr. 103586, Auguste van Pels Röttgen, Verklaring Rachel van Amerongen-Frankfoorder, februari 1961.
  14. ^ NRK 2050, inv.nr. 1237, Verklaring Rachel van Amerongen-Frankfoorder.
  15. a, b Von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis p. 282-283.
  16. ^ Anne Frank Stichting, Getuigenarchief, Interview Rachel van Amerongen-Frankfoorder, 12 oktober 2006.