NL

Ontmoeting Rachel Frankfoorder in Bergen-Belsen

In kamp Bergen-Belsen kwam Rachel Frankfoorder de zusje Anne en Margot tegen. Ze zag hoe de zusjes steeds zieker werden. Ze getuigde daarover na de oorlog.

Rachel Frankfoorder ging net als de familie Frank op transport naar Auschwitz en werd daar net als Anne, Margot en Auguste van Pels op 30 oktober 1944 geselecteerd voor transport naar Bergen-Belsen. Het transport vertrok op 1 november 1944 en kwam op 3 november 1944 aan in kamp Bergen Belsen. Rachel Frankfoorder kreeg daar nummer 7356 en kwam in dezelfde barak als Anne en Margot terecht.[1] Ze herinnerde zich het moment dat ze Anne en Margot in Bergen-Belsen weer terugzag: 'Hun ouders waren er niet. Daar vroeg je niet naar, omdat je eigenlijk wist… gezien je eigen ervaring met ouders, broers enzovoorts, ja, je hebt een vermoeden, meer niet. De meisjes Frank waren bijna onherkenbaar doordat hun haar was afgeknipt, ze waren veel kaler dan wij, hoe dat kan weet ik niet. En ze hadden het koud, net als wij allemaal. Het was winter en je had geen kleding. Dus alle factoren voor ziekte waren aanwezig. Zij speciaal waren er erg aan toe.'[2]

Rachel Frankfoorder bleef in Bergen-Belsen in de buurt van Anne en Margot en zag de zusjes steeds zieker worden: ‘Je zag ze werkelijk doodgaan, beiden.’ Ze herinnerde zich hoe ze de typische verschijnselen van tyfus steeds duidelijker bij de twee meisjes zag vorderen. De meisjes vertoonden ‘een soort apathie, gemengd met oplevingen, totdat ook zij zo ziek werden dat er geen hoop meer was’.[3] Korte tijd later merkte ze dat ze Anne en Margot niet meer zag, en nam ze aan dat ze waren omgekomen.[4]

Op 7 februari 1945 werd Rachel Frankfoorder, net als Auguste van Pels, op transport gesteld naar vrouwenkamp Raguhn.

Noten

  1. ^ Arolsen Archives - International Center on Nazi Persecution, Bad Arolsen, 5792, 1.1.3.1, volgnr. 315.
  2. ^ Willy Lindwer, De laatste zeven maanden. Vrouwen in het spoor van Anne Frank, Hilversum: Gooi & Sticht, 1988, p.117.
  3. ^ Lindwer, De laatste zeven maanden, p.118.
  4. ^ Bas von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis. Anne Frank en de andere onderduikers in de kampen, Amsterdam: Querido, 2020, p.270.