NL

De oorlog in het Achterhuis

Er wordt in het Achterhuis zeer veel over ‘de politiek’ gesproken. De facto gaat het dan vooral om militaire operaties en hun verloop: de beleving van de algemenere oorlogsontwikkelingen in Nederland en daarbuiten. Omdat de geallieerde overwinning voor de onderduikers natuurlijk van levensbelang is, volgen ze de voortgang op de voet. Hun informatie komt van de radio, wordt verteld door de helpers of is afkomstig uit de (boven- of ondergrondse) bladen die deze meebrengen.

Collectie: Anne Frank Stichting

Landkaart van Normandië met de voortgang van de Geallieerde troepen na de invasie van 6 juni 1944

Collectie: Anne Frank Stichting Gebruiksrechten: Publiek domein

Er wordt in het Achterhuis zeer veel over ‘de politiek’ gesproken. De facto gaat het dan vooral om militaire operaties en hun verloop. Verder zijn het uiteraard de zeer specifieke anti-Joodse maatregelen, als onderdeel van de oorlogsomstandigheden in het algemeen, die het onderduiken noodzakelijk maken. Deze maatregelen komen in het onderwerp Anti-Joodse maatregelen aan bod. Hier gaat het om de beleving van de algemenere oorlogsontwikkelingen in Nederland en daarbuiten. Omdat de geallieerde overwinning voor de onderduikers natuurlijk van levensbelang is, volgen ze de voortgang op de voet. Hun informatie komt van de radio, wordt verteld door de helpers of is afkomstig uit de (boven- of ondergrondse) bladen die deze meebrengen.

In Nederland

Anne schrijft in haar in juni 1942 begonnen dagboek af en toe over de oorlogsdagen van mei ‘40 in Nederland. Concrete herinneringen aan de strijd in de meidagen zijn daar niet bij, terwijl boven Amsterdam-Zuid vanwege de nabijheid van Schiphol veel luchtactiviteit is geweest. Drie dagen voor haar dertiende verjaardag, op 9 juni 1942, kwam een zendapparaat uit een Engels vliegtuig neer op het dak van Merwedeplein 8,[1] maar Anne heeft het hier niet over. Een paar dagen na haar verjaardag bedenkt ze dat haar verjaardag er in 1940 bij inschoot vanwege de oorlog die toen net was uitgevochten.[2] In juli ’42 schrijft Anne in retrospectieve zin over de oorlog in Europa, de inval in Nederland en de steeds verdergaande maatregelen tegen de Joden.[3]

Er staan in het dagboek wel meerdere verwijzingen naar verzetsactiviteiten en de Duitse reacties daarop. Zo brachten de kranten in oktober ’42 het nieuws dat er vijftien gijzelaars waren doodgeschoten, wat Anne in haar dagboek opnam.[4] Ze maakt ook melding van brandstichtingen bij de Arbeidsbeurs en het Bevolkingsregister. Deze gebeurtenissen plaatst ze, als ze in 1944 de notitie schrijft, 'een paar dagen' na elkaar.[5] In werkelijkheid vonden de incidenten plaats op respectievelijk 10 februari[6] en 27 maart 1943.[7] Hier spelen de discrepanties tussen A- en B- versies van Annes dagboek een verwarrende rol.

Door de vele luchtactiviteit ging in Amsterdam vaak het luchtalarm af. Dit joeg Anne angst aan, vooral als daarbij de luchtafweer in actie kwam. Het ‘schieten’ is een thema dat vaak terugkomt.[8] De zware aanvallen op de Fokkerfabrieken in Noord en op de haven van IJmuiden vinden een plaats in Annes dagboek.[9] Haar notities over Fokker, waarin ze de vele alarmeringen van de Luchtbescherming noemt, stemmen goed overeen met de ‘luchtgevaar’-meldingen die de politie optekende.[10] Dat lijkt er op te wijzen dat ze deze notitie in de B-versie, waarin 1943 alleen in retrospectief aan bod komt, baseerde op haar eerdere aantekeningen - die verloren zijn gegaan.

Naast een vliegtuig dat eind april ‘43 op het Carlton Hotel neerkwam,[11] stortten er nog twee keer vliegtuigen dichtbij het Achterhuis neer. Op 22 maart 1944 kwam een Amerikaanse bommenwerper terecht op een school in de Spaarndammerstraat.[12] Bij een luchtgevecht op 3 mei ontploften boven Amsterdam enkele geallieerde toestellen in de lucht; andere stortten in en om de stad neer.[13] Een toestel kwam neer in de Van Bossestraat.[11] Deze locaties waren alle drie op minder dan anderhalve kilometer afstand. Anne noteert ook deze incidenten.[14]

Begin ’44 nam de vrees toe dat Nederland strijdtoneel kan worden. Duitse autoriteiten waarschuwden voor de verstrekkende gevolgen, zoals het inunderen van delen van het land. De Haagsche Post publiceerde een landkaartje waarop is aangegeven welke gevolgen inundatie van West-Nederland zou hebben.[15] Seyss-Inquart weersprak de geruchten over evacuatie van de steden in het westen, en liet proclamaties aanplakken die de bevolking aanmaandn het dagelijks leven voort te zetten.[16] In het Achterhuis leidden die proclamaties en berichten tot angst. Anne refereert aan het inundatiekaartje, en beschrijft het maken van plannen om een watervoorraad in mandflessen aan te leggen. De mogelijke gevolgen van een evacuatie werden met onder andere Jan Gies besproken.[17]

In juni ’44 kwam het Anne ter ore dat Anton Mussert aankondigde bij een geallieerde inval in Nederland dienst in het Duitse leger te zullen nemen. Die aankondiging, gedaan op een bijeenkomst in het Concertgebouw, kwam op Annes verjaardag in de dagbladen terecht.[18] Zo’n twee weken later zet ze het in haar dagboek.[19]

Het Oostfront

Eind ’42 schrijft Anne dat Stalingrad nog altijd niet door de Duitsers veroverd was.[20] De latere ontwikkelingen aan het Oostfront hield ze vrij goed bij. Ze noteert wanneer de Sovjettroepen bij het Gouvernement-Generaal, vlakbij Roemenië, voor Odessa en rondom Ternopil staan.[21] In juni en juli ’44 volgen er nog notities over onder meer over de val van Zhlobin en Orsja.[22] Haar notities stemmen overeen met de destijds via legale en illegale kanalen beschikbare informatie.[23]

Noord-Afrika en Zuid-Europa

Het Engelse offensief in Noord-Afrika voedde in de herfst van 1942 de hoop dat Duitsland snel zou zijn verslagen. Anne toont zich echter wel bevreesd voor ‘nieuwe blunders’.[24] Met dit laatste doelde ze zeer waarschijnlijk op Operation Jubilee, de zogenaamde ‘proeflanding’ bij Dieppe die algemeen als een fiasco wordt gezien.[25] Anne blijft in haar dagboek verslag doen van het verloop van de strijd in Noord-Afrika.[26] Tegen het einde van 1942 waren ‘de heren’ vrolijk over het verloop van de strijd.[27]

Nadat de geallieerden de sprong naar Italië maakten, komen hun vorderingen aan de orde. Of het gebrek er aan, toen het offensief bij Monte Cassino vastliep.[28] Daags voor D-Day kan ze echter de verovering van Rome door het Vijfde Leger noteren.[29]

In maart ’43 verschoof de positie van Turkije in het internationale krachtenveld. De verwarrende berichten hierover komen in het Achterhuis en in Annes dagboek terecht.[30]

De invasie en het Westelijk front

Net als talloze anderen in Nederland en wereldwijd wachtten de onderduikers met smart op de opening van het ‘derde front’ in West-Europa. Begin ’44 leejt iedereen te denken dat het bijna zo ver was. Churchill voorspelde dat de wereld binnen enkele weken de grootste militaire operatie uit de geschiedenis ging meemaken.[31] De ‘invasie-stemming’ in het Achterhuis nam hierdoor toe.[32] In de volgende maanden hield dit de onderduikers bezig. Begin mei schrijft Anne dat de geallieerden toch niet alles maar aan de Sovjettroepen over kunnen laten.[33] Ze verliest er een weddenschap over met mevrouw Van Pels.[34] Als op 6 juni 1944 de invasie toch komt, denken de onderduikers aan het ontbijt nog dat het opnieuw een ‘proeflanding’ is.[35] Anne beschrijft het verloop van de strijd na D-Day, en vermeldt daarbij ook het gevangennemen van vijf Duitse generaals en de inzet van de Duitse  ‘wonderwapens’.[36] De onderduikers hielden de geallieerde vorderingen op een uit De Telegraaf geknipt kaartje bij.[37] Het optimisme onder hen was opnieuw groot. Otto Frank en Hermann van Pels beweerdn dat ze uiterlijk 10 oktober vrij zouden zijn.[38] Naar aanleiding van de mislukte aanslag op Hitler noteert Anne op 21 juli 1944 voor het laatst iets dat met de oorlogsontwikkelingen heeft te maken.[39]

De afloop is bekend: op 4 augustus 1944 arresteerde de Sicherheitsdienst de onderduikers in het Achterhuis, en ook de helpers Kugler en Kleiman. Alle gekoesterde hoop op tijdige bevrijding werd hiermee gelogenstraft.

Noten

  1. ^ J.F.M. den Boer & S. Duparc (samenst.), Kroniek van Amsterdam over de jaren 1940 – 1945, Amsterdam: De Bussy, 1948, p. 71
  2. ^ Anne Frank, Dagboek A, 16 juni 1942, in: Verzameld werk.
  3. ^ Anne Frank, Dagboek A, juli (onbekende donderdag) 1942, in: Verzameld werk.
  4. ^ Anne Frank, Dagboek A, 20 oktober 1942, in: Verzameld werk, Amsterdam: Prometheus, 2013.
  5. ^ Anne Frank, Dagboek B, 27 maart 1943, in: Verzameld werk.
  6. ^ Stadsarchief Amsterdam (SAA), Gemeentepolitie Amsterdam, inv. nr. 6180: Afschrift van rapport Nr. 41, 10-11 februari 1943, 23.45 uur.
  7. ^ “Bekendmaking”, Het Vaderland, 29 maart 1943.
  8. ^ O.a. Anne Frank, Dagboek A, 28 september 1942, 28 maart en 2 juni 1944; Dagboek B, 27 februari, 18 mei en 26 juli 1943, in: Verzameld werk.
  9. ^ Anne Frank, Dagboek A, 29 maart 1944; Dagboek B, 27 april en 26 juli 1943, in: Verzameld werk.
  10. ^ SAA, Gemeentepolitie Amsterdam, inv. nr. 5428: Registers luchtalarm, 25 en 26 juli 1943; Anne Frank, Dagboek B, 26 juli 1943, in: Verzameld werk..
  11. a, b Den Boer & Duparc, Kroniek van Amsterdam over de jaren 1940 - 1945, p. 98.
  12. ^ Den Boer & Duparc, Kroniek van Amsterdam over de jaren 1940 - 1945, p. 124.
  13. ^ SAA, Gemeentepolitie Amsterdam, inv. nrs. 6489 en 5878: Rapporten 3-4 mei 1943.
  14. ^ Anne Frank, Dagboek A-versie, 23 maart 1944; Dagboek B, 27 april en 18 mei 1943, in: Verzameld werk.
  15. ^ “Komt de invasie ook in Nederland?”, Haagsche Post, 29 januari 1944.
  16. ^ SAA, Kabinet van de Burgemeester, inv. nr.: 1273. ‘Bekanntmachung/Bekendmaking’, 29 januari 1944.
  17. ^ Anne Frank, Dagboek A, 3 februari 1944, in: Verzameld werk.
  18. ^ O.a. “Mussert soldaat van de Duitsche Weermacht”, Gooi- en Eemlander, 12 juni 1944.
  19. ^ Anne Frank, Dagboek A, 27 juni 1944, in: Verzameld werk.
  20. ^ Anne Frank, Dagboek A, 5 en 9 november 1942, in: Verzameld werk.
  21. ^ Anne Frank, Dagboek A, 31 maart 1944, in: Verzameld werk.
  22. ^ Anne Frank, Dagboek A, 27 en 30 juni, 21 juli 1944, in: Verzameld werk.
  23. ^ “Odessa middelpunt van Sovjet-aanval”, Het Vaderland, 30 maart 1944; “Zware gevechten gaande ten Noorden van Odessa”, De Tijd, 8 april 1944. Over Zlobin en Orsja: B.B.C., 27 juni 1944; De bevrijding, 28 juni 1944.
  24. ^ Anne Frank, Dagboek A, 26 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  25. ^ L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Deel 6: juli '42 -mei '43 : eerste helft, 's-Gravenhage: Nijhoff, 1975, p. 81-83.
  26. ^ Anne Frank, Dagboek A, 5, 10 en 13 november 1942, in: Verzameld werk.
  27. ^ Anne Frank, Dagboek A, 5 november 1942, in: Verzameld werk.
  28. ^ Anne Frank, Dagboek A, 15 april 1944, in: Verzameld werk.
  29. ^ Anne Frank, Dagboek A, 5 juni 1944, in: Verzameld werk.
  30. ^ Anne Frank, Dagboek B, 18 en 19 maart 1943, in: Verzameld werk.
  31. ^ “Een nieuwe voorspelling van Churchill“, Het Vaderland, 20 januari 1944.
  32. ^ Anne Frank, Dagboek A, 3 februari 1944, in: Verzameld werk.
  33. ^ Anne Frank, Dagboek A, 3 mei 1944, in: Verzameld werk.
  34. ^ Anne Frank, Dagboek A, 22 mei 1944, in: Verzameld werk.
  35. ^ Anne Frank, Dagboek A, 6 juni 1944, in: Verzameld werk.
  36. ^ Anne Frank, Dagboek A, 6, 9, 13, 23 en 27 juni 1944, in: Verzameld werk.
  37. ^ Anne Frank Stichting, Anne Frank Collectie, reg. code A_Achterhuis_II_010: Normandiëkaartje uit De Telegraaf van 8 juni 1944.
  38. ^ Anne Frank, Dagboek A, 23 juni 1944, in: Verzameld werk.
  39. ^ Anne Frank, Dagboek A, 21 juli 1944, in: Verzameld werk.