NL

Lezen in het Achterhuis

De onderduikers in het Achterhuis waren veel bezig met leren en lezen.

Fotograaf: Allard Bovenberg. Collectie: Anne Frank Stichting.

Boeken

Fotograaf: Allard Bovenberg. Collectie: Anne Frank Stichting. Gebruiksrechten: AFS rechthebbende

Een van de bezigheden waarmee de onderduikers hun tijd doorbrachten is lezen. Er was aanvankelijk een duidelijk onderscheid tussen de volwassenen en de kinderen; verschillende boeken werden voor de jeugd ongeschikt geacht. De opvattingen veranderden en de kinderen werden groter, waarmee dit vanzelf minder problematisch werd. Verder hing de selectie van boeken voor de kinderen nauw samen met het streven de schoolachterstand te beperken. Specifieke kwesties rond het leerthema kwamen daar nader aan de orde. De lectuur bestond uit boeken die door de onderduikers naar het Achterhuis waren meegenomen en boeken die door de helpers werden aangedragen. Johannes Kleiman bracht boeken van zichzelf en van zijn dochter mee.[1] Jan Gies haalde regelmatig boeken uit de leesbibliotheek C.O.M.O. van zijn vriend en ex-collega Jacob Licht.[2]

De eerste berichten in het dagboek over boeken zijn van 14 juni 1942 en dateren dus van voor de onderduik. Anne schrijft over de boeken die ze rond haar verjaardag kreeg. Hiertoe behoorden onder meer de twee delen van Nederlandsche Sagen en Legenden van Josef Cohen. Deel 1 gaf ze voor ze ging onderduiken aan een buurmeisje, die het zeventig jaar later afstond aan de Anne Frank Stichting. Daarmee werden de twee delen voor het eerst sinds 1942 weer verenigd. In de loop van de tijd werd Annes lectuur langzaamaan wat volwassener.[3]

Ouderlijk en ander toezicht

In september ’42 bracht Kleiman een boek mee dat een kleine controverse in het Achterhuis teweeg bracht. Het was een boek 'uit de vorige oorlog' en omdat het volgens Anne 'erg vrij geschreven' was, mochten Peter en Margot de betreffende trilogie niet lezen.[4] Het boek had volgens Anne als thema een 'vrouwenonderwerp'.[5] Volgens de kenmerken die Anne noteerde - een boek uit de tijd van de Eerste Wereldoorlog, met een vrouwenonderwerp, ‘vrij’ geschreven' - en bovendien een trilogie die voor september 1942 in één band was verschenen, is er maar één boek dat dat geweest zou kunnen zijn, namelijk Gij Vrouwen..!, Vrouwen in nood en Vrouwenroeping door de Australisch-Britse schrijfster Helen Zenna Smith,[6] dat in 1938 door de Arbeiderspers was uitgegeven. Dit boek - een vertaling in het Nederlands van Not so quiet: stepdaughters of war (1930), Women of the aftermath (1932) en Shadow women (1932) - vertelde het verhaal van enkele Engelse meisjes van goede huize, die als ambulancechauffeurs achter het front de gewonde militairen afvoerden. De schrijfster gaf de daarmee gepaard gaande verruwing nogal expliciet weer.

Edith las tezelfdertijd Heeren, knechten en vrouwen van Jo van Ammers-Küller. Anne wilde dit ook lezen, maar dat mocht zij niet.[7] Toen Anne Marianne Philips’ Henri van den overkant heeft gelezen, kreeg ze negatief commentaar van Pfeffer en mevrouw Van Pels.[8] In maart 1944 schrijft Anne in haar dagboek dat ze het vervelend vindt dat er toezicht op haar lectuur was, terwijl ze eraan toevoegt dat ze eigenlijk bijna alles mag lezen.[9] Als ze schrijft blij te zijn dat ze wat meer 'volwassenenboeken' mocht lezen, en dat eind oktober ’42 dateert, is dat in de B-versie en daardoor dus in werkelijkheid veel later geschreven.[10]

Cissy van Marxveldt en andere jeugdboeken

Anne las met veel enthousiasme de verschillende delen van Joop ter Heul, en zelfs vier keer Een zomerzotheid.[11] Bij de boeken die Kleiman meebracht zat ook Van Marxveldts De louteringskuur.[12] Op de figuren uit de Joop ter Heul-reeks baseerde ze haar eigen Jopopinoloukicoclub. In haar eerste dagboek (de A-versie) richtte ze haar brieven aan Pop, Conny, Marianne, Kitty en anderen. Na verloop van tijd bleef Kitty over.

Kleiman bracht Het boek voor de jeugd voor Anne mee. Ook andere jeugdboeken, zoals Else’s baantjes en Riek, de kwajongen leende hij uit aan de onderduikers. Deze waren van zijn dochter, en hij nam ze mee onder het voorwendsel dat hij ze aan Beps zusjes uitleende.[13] Anne wilde ook graag Kees de jongen van Theo Thijssen lezen, maar onduidelijk is of dat ook gebeurde.[14]

Geschiedenis, religie, filosofie, kunst, cultuur en politiek

Zowel Otto Frank als Anne waren geïnteresseerd in mythologische en geschiedkundige onderwerpen. Otto was gymnasiast geweest en in 1908 volgde hij een zomersemester kunstgeschiedenis aan de universiteit van Heidelberg, waar hij in onder meer die vakken onderricht kreeg.[15] Edith doorliep in Aken ook het gymnasium. Zij beschikte over diverse filosofisch en religieus georiënteerde boeken, die voor een deel ook meegingen naar het Achterhuis. Voor een deel behoren deze tot de museale collectie van de Anne Frank Stichting.

Anne was niet te spreken over de wijze waarop haar moeder aandrong op het lezen van een gebedboek, maar voor de vorm las ze wat gebeden 'in ’t Duits'.[16] Anne las liever over film en filmsterren. Victor Kugler bracht daarom regelmatig het blad Cinema & Theater voor haar mee.[17] In haar dagboek en in het verhaaltje ‘De Poel des Verderfs’ refereerde ze aan wat ze daarin las.[18]

In mei 1944 was Palestina op de tweesprong van de Hongaarse journalist László Faragó in het Achterhuis aanwezig, en Anne ging het ook lezen.[19] Rond dezelfde tijd schrijft ze dat haar zuster Margot kraamverpleegster in Palestina wilde worden.[20] Het is aannemelijk dat dit idee ontstond door het lezen van dit boek, waarin de kinderopvang in Palestina door geschoolde verpleegsters verschillende keren aan de orde komt.[21]

Voor haar laatste verjaardag, 12 juni 1944, kreeg Anne van Kugler een biografie van Maria Theresia, door Zdenko von Kraft. Tot de cadeaus behoorde ook de vijfdelige kunstgeschiedenisreeks van Anton Springer, die al in het Achterhuis aanwezig was.[22]

Literatuur

Van de Achterhuisbewoners was Edith Frank volgens Anne degene met de meeste literaire bagage.[23] Anderen lazen eveneens bekende literatuur. Anne schrijft enkele keren over haar vader die Dickens las, overigens zonder titels te vermelden.[24] Hij gebruikte het om Engels te leren, dus hij las het in de oorspronkelijke taal.[25] In de museale collectie van de Anne Frank Stichting bevindt zich een exemplaar van Sketches by Boz die van Otto Frank afkomstig is.[26] Pfeffer las Henri van den overkant van Marianne Philips, en was daar lovend over; Anne was minder enthousiast.[27] In april ’44 schreef ze een onbekend stuk van Carry van Bruggen over.[28]

Eerder dat jaar lazen de onderduikers Ochtend zonder wolken, het eerste deel van de trilogie De geschiedenis van Robin Stuart door de Australische schrijver Eric Lowe.[29] De Nederlandse vertaling van deze trilogie, oorspronkelijk verschenen als eendelige roman onder de titel Salute to freedom, was van de befaamde auteur Simon Vestdijk. Anne nam een passage uit het tweede deel, Terugkeer van een held, op in haar Mooie-zinnenboek. Gezien dit citatenboek las ze tevens werk van, onder anderen, Multatuli, Justus van Maurik, Shakespeare en Jacob van Maerlant.[30]  Met haar vader las ze verder werk van de Duitse dichter en toneelschrijver Theodor Körner, en hij wil dat ze ook werk van de Duitse toneelschrijver Friedrich Hebbel ging lezen.[31]

Trilogieën waren in het Achterhuis geliefd: naast de de hierboven genoemde trilogie van de Helen Zenna Smith en boeken over Robin Stuart, vermeldt Anne Het geslacht Bjørndal van de Noorse schrijver Trygve Gulbranssen en Hongaarsche rhapsodie, de roman-trilogie over het leven van componist en pianist Franz Liszt door de Hongaarse schrijver Zsolt Harsányi, Van diezelfde auteur las Anne geromantiseerde biografieën over schilder Peter Paul Rubens en natuurkundige Galileio Galilei. Uit het Mooie-zinnenboek blijkt dat ze ook tenminste een deel van Sigrid Undsets Kristin Lavransdochter-trilogie las. Ze citeert althans een passage uit het deel met de titel Vrouw.[30]

Kranten en tijdschriften

In het Achterhuis werden kranten gelezen. Anne schrijft eind 1942 onder meer over een krantenbericht naar aanleiding van de executie van gijzelaars.[32] In februari 1944 weet ze te melden dat alle kranten speculeren over een ophanden zijnde invasie.[33] Welke dagbladen er voorhanden waren is niet precies bekend, maar Anne citeerde soms Clinge Doorenbos die in De Telegraaf schreef.[34] Diverse andere dagboeknotities verraden eveneens de aanwezigheid van deze krant. Verder noteert Anne op 26 oktober 1942 dat Kugler twaalf Panorama's langsbracht: 'nu hebben we weer wat te lezen.'[35]  Kugler bracht in ieder geval begin 1944 nog iedere week Cinema & Theater, de Haagsche Post en af en toe Das Reich mee.[36] Enkele notities tonen aan dat ze Cinema & Theater en de Haagsche Post ook werkelijk las.[18]

Uit verschillende notities is ook op te maken dat de onderduikers clandestiene bladen lazen, of er althans kennis van namen. Anne nam een bewering uit ‘betrouwbare bron’ over dat er ergens in Nederland een voetbalwedstrijd tussen onderduikers en marechaussees werd gehouden.[37] Verder refereerde Anne aan Vrij Nederland.

Voor zover valt te overzien was het echtpaar Van Pels onder de volwassenen het minst bezig met lezen. Wel las mevrouw Henri van den overkant, want dat besprak ze met Pfeffer en Anne. De meeste gegevens over het leesgedrag van de Van Pelsen zijn afkomstig uit Annes dagboek, waardoor de kans bestaat dat het beeld vertekend is.

Noten

  1. ^ Anne Frank, Dagboek A, 10 oktober 1942, in: Verzameld werk, Amsterdam: Prometheus, 2013.
  2. ^ Miep Gies & Allison Leslie Gold, Herinneringen aan Anne Frank. Het verhaal van Miep Gies, de steun en toeverlaat van de familie Frank in het Achterhuis,  Amsterdam: Bert Bakker, 1987, p. 108.
  3. ^ Zie verder: Ton J. Broos, 'De boekenplank van Anne Frank', in: Arie J. Gelderblom. e.a. (red.), Neerlandistiek de grenzen voorbij: handelingen vijftiende colloquium Neerlandicum, Woubrugge: Internationale Vereniging voor Neerlandistiek, 2004. - p. 71-83; A. Agnes Sneller, 'Leven en lezen van twee jeugdige dagboekschrijvers, Anne Frank en Virginia (Woolf-)Stephens', in. Nieuw Letterkundig Magazijn, 26 (2008) 1 (juli), p. 1-7. 
  4. ^ Anne Frank, Dagboek A, 21 september 1942, in: Verzameld werk.
  5. ^ Anne Frank, Dagboek B, 2 september 1942, in: Verzameld werk.
  6. ^ Pseudoniem van Evadne Price, waarschijnlijk geboren als Eva Grace Price, een Australisch-Britse schrijfster, actrice, astroloog en media-persoonlijkheid. Zie verder Wikipedia: Evadne Price (geraadpleegd 22 oktober 2022).
  7. ^ Anne Frank, Dagboek A, 22 september 1942, in: Verzameld werk..
  8. ^ Anne Frank, Verhaaltjes en gebeurtenissen uit het Achterhuis, “Anne in de theorie”, 2 augustus 1943 & Dagboek B, 29 juli 1943, in: Verzameld werk..
  9. ^ Anne Frank, Dagboek A, 17 maart 1944, in: Verzameld werk.
  10. ^ Anne Frank, Dagboek B, 29 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  11. ^ Anne Frank, Dagboek A, 28 september 1942; Dagboek B, 21 september 1942, in: Verzameld werk..
  12. ^ Anne Frank, Dagboek A, 18 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  13. ^ Anne Frank, Dagboek A, 10 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  14. ^ Anne Frank, Dagboek A, 22 september 1942, in: Verzameld werk.
  15. ^ Universitätsarchiv Heidelberg, StudA 1900-09/10 Frank, Otto: 'Studien- und Sittenzeugnis Dem Herrn Otto Frank'.
  16. ^ Anne Frank, Dagboek A, 29 oktober 1942, in: Verzameld werk. Edith Frank bezat een Hebreeuws-Duits gebedenboek. Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), reg. code A_EFrank_VII_021: W. Heidenheim (Hrsg.), Gebete für das Wochenfest mit deutscher Uebersetzung, Roedelheim : Druck und Verlag von M. Lehrberger und Comp. 1893.
  17. ^ Anne Frank, Dagboek A, 22 januari 1944, in: Verzameld werk.
  18. a, b Anne Frank, Dagboek A, 19 april 1944; Verhaaltjes en gebeurtenissen uit het Achterhuis, “De Poel des Verderfs”, 22 februari 1944, in: Verzameld werk..
  19. ^ Anne Frank, Dagboek A, 11 mei 1944, in: Verzameld werk.
  20. ^ Anne Frank, Dagboek A, 8 mei 1944, in: Verzameld werk.
  21. ^ AFS, AFC, reg. code B_Achterhuis_VII_033: László Faragó, Palestina op de tweesprong, Amsterdam: Nederlandsche Keurboekerij, 1937, p. 214, 237-238.
  22. ^ Anne Frank, Dagboek A, 13 juni 1944, in: Verzameld werk.
  23. ^ Anne Frank, Verhaaltjes en gebeurtenissen uit het Achterhuis, “Het Achterhuis van 8 aan tafel”, 5 augustus 1943, in: Verzameld werk.
  24. ^ Anne Frank, Dagboek A, 4 maart 1944; Dagboek B, 5 augustus 1943; Verhaaltjes en gebeurtenissen uit het Achterhuis, “Schafuurtje”, 5 augustus 1943, en “Wenn die Uhr half neune slagt”,  6 augustus 1943, in: Verzameld werk.
  25. ^ Anne Frank, Dagboek A, ongedateerd (mei 1944), in: Verzameld werk.
  26. ^ AFS, AFC, reg. code A_OFrank_VII_006: Charles Dickens, Sketches by Boz. Illustrative of every-day live and every-day people, London: Chapman & Hall: Frowde, s.a.
  27. ^ Anne Frank, Dagboek B, 29 juli 1943, in: Verzameld werk.
  28. ^ Anne Frank, Dagboek A, 19-21 april 1944, in een ‘nieuw geheimschrift’, in: Verzameld werk.
  29. ^ Anne Frank, Dagboek A, 12 januari 1944, in: Verzameld werk.
  30. a, b Anne Frank, Het Mooie-zinnenboek, in: Verzameld werk
  31. ^ Anne Frank, Dagboek A, 18 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  32. ^ Anne Frank, Dagboek A, 8 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  33. ^ Anne Frank, Dagboek A, 3 februari 1944, in: Verzameld werk.
  34. ^ Anne Frank, Dagboek A, 5 mei en 9 juni 1944, in: Verzameld werk.
  35. ^ Anne Frank, Dagboek A, 26 oktober 1944, in: Verzameld werk.
  36. ^ Anne Frank, Dagboek A, 18 april 1944, in: Verzameld werk.
  37. ^ Anne Frank, Dagboek A, 28 januari 1944, in: Verzameld werk. Het bericht is afkomstig uit Trouw, 1e jrg., nr. 13, november 1943.