NL

Jannie Brandes - Brilleslijper

Jannie Brilleslijper en haar zus Rebekka zaten in hetzelfde transport als de familie Frank naar Auschwitz-Birkenau en waren getuigen van het ziekbed van Anne en Margot in Bergen Belsen.

Marianne (Jannie) Brilleslijper werd geboren op het adres Nieuwe Kerkstraat 81.[1] Ze groeide op in een Joods gezin dat op verschillende adressen in de Amsterdamse binnenstad woonde. In 1936 verhuisde het gezin naar de nog nieuwe wijk Bos en Lommer. Jannies vader was fruitkoopman en zij werkte in haar jonge jaren als dienstbode en kostuumnaaister.[2]

Op 9 augustus 1939 trouwde ze in Amsterdam met Cornelis Teunis (Bob) Brandes.[3] Zijn ouders waren tegen het huwelijk. Getuigen waren een oom van Jannie en haar zus Rebekka.[4] Met haar man verkeerde ze in socialistische en communistische kringen.[5]

Op 10 juli 1944 werd ze met onder andere haar broer, zus en aanstaande zwager gearresteerd bij een inval in haar huis in Naarden. Het gezelschap van negen personen werd om tien voor zes ‘s middags ingesloten op het Hoofdbureau van Politie in Amsterdam. De dag daarna volgden Jannies ouders.[6]

Ze kwam eind juli 1944 aan in Westerbork[7] en werd vandaaruit op 3 september 1944 met het laatste transport vanuit Nederland naar Auschwitz gedeporteerd. Bij dit transport zaten ook haar zus, haar ouders en de onderduikers uit het Achterhuis. Jannie behoorde net als haar zus als gemengd gehuwde tot de ‘Schutzhäflinge’, een groep met een andere status dan de rest.[8]

Vanuit Auschwitz-Birkenau vertrokken Jannie en haar zus, als onderdeel van massale transporten van min of meer arbeidsgeschikte vrouwen, die vanaf eind oktober 1944 naar Bergen-Belsen reden. Ook Anne en Margot Frank zaten hierbij. Allen maakten ze deel uit van een groepje veelal Nederlandse vrouwen die veel met elkaar optrokken. Jannie was getuige van de ziekte, maar niet van de dood van Anne en Margot.[9]

De zussen Brilleslijper waren nog in Bergen-Belsen toen Britse troepen het kamp op 15 april 1945 bevrijdden.[10]

In oktober 1945 verbleef Jannie in een sanatorium in Bloemendaal. Door haar zus kwam ze in contact met Otto Frank, die zocht naar mensen die meer over het overlijden van zijn kinderen wisten.[11] Dat was nodig om tot een officiële overlijdensverklaring te komen. Op 13 januari 1946 schreef en tekende ze een briefje waarin ze hierover een verklaring aflegde.[12]

Toen Ernst Schnabel in 1958 aan zijn boek over Anne Frank werkte, kon hij om onbekende redenen niet met Jannie spreken. Otto Frank wilde dat zij haar herinneringen aan Anne op een band insprak en vond Lewinsohn bereid die opnamen te maken.[13] Onbekend is of dit plan uitvoering kreeg.

Het verhaal van Jannie Brilleslijper en haar zus Rebekka is in romanvorm opgeschreven door Roxane van Iperen in boek 't Hooge Nest en uitgegeven in 2018.[14]

Bron persoonsgegevens.[15] Adressen: Bloys van Treslongstraat 35, Amsterdam (1936);[2] Bankastraat 131, Den Haag (jan. 1939); Nieuwe Achtergracht 14-II, Amsterdam (maart 1939); Bazarlaan 70, Den Haag (aug. 1939); 78 (jan. 1940); Driftweg 2, Naarden (mei 1943); Amstel 101, Amsterdam (nov. 1945).[16]

Noten

  1. ^ Stadsarchief Amsterdam (SAA), Burgerlijke Stand, inv. nr. 7788, akte 12428.
  2. a, b SAA, Dienst Bevolkingsregister, Gezinskaarten (toegangsnummer 5422): Gezinskaart J. Brilleslijper (1891).
  3. ^ “Familieberichten”, Zaans Volksblad. Sociaal-democratisch dagblad, 9 augustus en 10 oktober 1939.
  4. ^ SAA, Burgerlijke Stand (toegang 5009), inv. nr. 6552: Register van huwelijksakten 1939, deel 29, 16v, aktenr. 31.
  5. ^ Willy Lindwer, De laatste zeven maanden van Anne Frank. Het ongeschreven laatste hoofdstuk van het Dagboek, Hilversum: Gooi & Sticht, 1988, p. 59-60.
  6. ^ SAA, Gemeentepolitie Amsterdam (toegang 5225), inv. nr. 7202: fouilleringsregister 22 mei – 31 augustus 1944, 10 juli 1944, 17.50 uur & 11 juli 1944, 21.00 uur. Zie ook: Ad van Liempt, Kopgeld. Nederlandse premiejagers op zoek naar joden 1943, Amsterdam: Balans, 2009, p. 192-194.
  7. ^ Het Nederlandse Rode Kruis (NRK), Den Haag, Bureau Oorlogsnazorg, inv. nr. (?): Lijst van personen die van 23. Juli t/m 29 Juli 1944 in het Lager Westerbork zijn gearriveerd, volgnr. 8.
  8. ^ NRK, Bureau Oorlogsnazorg, inv. nr. 1066: Transportlijst Westerbork – Auschwitz, 3 september 1944, nrs. 225-227, 306-309, 555-558, 788 en 884.
  9. ^ Lindwer, De laatste zeven maanden, p. 90-91.
  10. ^ Lindwer, De laatste zeven maanden, p. 92-93.
  11. ^ Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), Otto Frank Archief (OFA), reg. code OFA_085: Brief (doorslag) Otto Frank aan Lien Rebling–Brilleslijper, 4 oktober 1945 en Lien Rebling–Brilleslijper aan Otto Frank, 24 oktober 1945.
  12. ^ AFS, AFC, reg. code AFS.01205: Brief J. Brandes – Brilleslijper, 13 januari 1946.
  13. ^ AFS, AFC, reg. code OFA_085: Brief (doorslag) Otto Frank aan Jannie Brandes – Brilleslijper, 8 september 1957.
  14. ^ Roxane van Iperen, ’t Hooge Nest, Amsterdam: Lebowski Publishers, 2018.
  15. ^ SAA, Burgerlijke Stand (toegang 5009), inv. nr. 7788: register van geboorten 1916, deel 22, 42f, akte 12428; AFS, Getuigenarchief, Brandes – Brilleslijper: Rouwkaart Jannie Brilleslijper.
  16. ^ SAA, Dienst Bevolkingsregister, Persoonskaarten (toegangsnummer 30408): Persoonskaart M. Brilleslijper.