NL

Rebecca Brommet - Ritmeester

Rebecca Brommet-Ritmeester was de moeder van Frieda Brommet, die met Anne en Margot Frank in het Krätzeblock van Auschwitz-Birkenau lag.

Na twee jaar onderduik werd de familie Brommet verraden door twee beruchte infiltranten van de SD: het echtpaar Jeanne Valkenburg[1] en Joop Bom. Het echtpaar zei tegen betaling van duizenden guldens de familie naar Zwitserland over te kunnen brengen. Maar na het betalen van 15.000 gulden was er geen spoor meer van het echtpaar te bekennen en in plaats daarvan vond op 29 juni 1944 een inval van de SD plaats waarbij de familie Brommet werd gearresteerd.[2] 

Op 1 juli 1944 kwam Rebecca samen met haar man Joël en dochter Frieda aan in kamp Westerbork. Een maand later werd ook de familie Frank daar binnen gebracht en ontmoetten ze elkaar in de stafbarak. De familie Brommet en de familie Frank woonden voor de onderduik dichtbij elkaar en kenden elkaar uit de buurt.[3] Net als de vrouwen Frank kwam Rebecca met haar dochter Frieda bij de batterijen te werken.[4]

Op 3 september 1944 werd Rebecca samen met haar dochter op transport gesteld naar Auschwitz. Ook de familie Frank moest met dit transport mee. Bij aankomst in Auschwitz op 6 september 1944 werden de mannen en vrouwen van elkaar gescheiden. Rebecca schreef in 1945 aan haar broer: 

'Wij werden van de mannen gescheiden. Jo vloog nog op mij af om mij te zoenen. Het was helaas voor het laatst.'[5]

Rebecca kreeg bij aankomst het nummer A25079, dochter Frieda A25080. Net als de vrouwen Frank kwamen Rebecca en Frieda vervolgens in het Frauenblock 29 terecht. Al snel kreeg dochter Frieda roodvonk en belandde ze in het Krätzeblock. Daar kwam ze de zusjes Frank tegen, die al eerder in het Krätzeblock terecht waren gekomen.[6]

De omstandigheden in het Krätzeblock waren slecht. Om hun dochters te helpen groeven Rebecca en Edith Frank, geholpen door Lenie de Jong-van Naarden, ergens aan de zijkant van de barak een gat om eten aan de kinderen te kunnen geven.[7] Dochter Frieda herinnerde zich hoe zij door het gat extra eten kreeg:

'En in die periode dat Ronnie [van Cleef] en ik daar samen waren is het zo dat mijn moeder en mevrouw Frank, Edith, een soort koppel vormden. Omdat zij samen dingen hebben gestolen die ze… Ze hebben samen een gat gegraven. (…) op een dag kwam mijn moeder en die kon ook spreken door dat gat, en die zei, die riep dan: ‘Frieda! Frieda!’ […] En zei: ‘Mevrouw Frank en ik zijn de enigen die nu hier in het kamp zijn. We hebben ons verstopt want de groep is op transport gegaan. Maar wij hebben ons verstopt, want we wilden bij jullie blijven. En we hebben wat brood gestolen en dat geef ik nu aan door het gat en dat moeten jullie maar met z’n vieren delen.’ En met z’n vieren was met Margot en Anne. (…).[8]

Eind oktober werden Ronnie van Cleef en de zusje Frank uit het Krätzeblock ontslagen. Frieda Brommet bleef alleen in het Krätzeblock, maar toen Rebecca ook ziek werd, werden moeder en dochter weer herenigd. Omdat ze beiden aan Durchfall (diarree) lijden werden ze overgebracht naar het speciale Durchfall-lager. Daar werd Rebecca iets beter, maar haar dochter steeds zieker. Toen de Duitsers in januari 1945 het kamp ontruimden vanwege de naderende geallieerde troepen, moesten moeder en dochter eigenlijk mee op dodenmars, maar door de zieke Frieda bleven ze uiteindelijk samen achter in de ziekenbarak. Daar werden ze eind januari 1945 door het Sovjetleger bevrijd.[9] Frieda vertelde na de oorlog: 

'Alleen had ik het niet overleefd. Alleen kón je het niet overleven. Mijn moeder heeft mij fysiek helpen overleven, en ik heb haar mentaal laten overleven. (...)'[10] 

Bron persoonsgegevens.[11] Adressen: Amsterdam, Amstellaan 74-I (8 dec 1942); Henry Polaklaan 8-10 (mei 1945); Henry Polaklaan 27II (24 mrt 1947); Brooklyn (Verenigde Staten), 423 street 83 (10 apr 1947); Amsterdam, Louise de Colignystraat 29I (22 juli 1960); Bussum, Ceintuurbaan 281 (26 sept 1979).[12]

Noten

  1. ^ Voor Valkenburg, zie: Wikipedia: Adriana Valkenburg; Marie-Cécile van Hintum, Valkenburg, Adriana, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.
  2. ^ Ad van Liempt, Frieda. Verslag van een gelijmd leven. Herinneringen aan kamp Westerbork, Hooghalen: Herinneringscentrum Kamp Westerbork, 2007, p. 35-38; Joods Monument: Verraad.
  3. ^ Van Liempt, Frieda, p. 45-46.
  4. ^ Van Liempt, Frieda, p. 51.
  5. ^ Geciteerd in Van Liempt, Frieda, p. 56.
  6. ^ Van Liempt, Frieda, p. 57, 60.
  7. ^ Anne Frank Stichting (AFS), Getuigenarchief, interview Frieda Menco-Brommet, 12 februari 2010.
  8. ^ AFS, Getuigenarchief, De getuigenissen hierover van Frieda Menco-Brommet, Ronnie Goldstein-van Cleef en Lenie de Jong-van Naarden hebben allemaal dezelfde strekking en wijken slechts in enkele kleine details van elkaar af.
  9. ^ Van Liempt, Frieda, p. 63-69.
  10. ^ Van Liempt, Frieda, p.66.
  11. ^ Stadsarchief Amsterdam (SAA), Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart Rebecca Ritmeester; Joods Monumenet: Rebecca Brommet-Ritmeester.
  12. ^ SAA, Dienst Bevolkingsregister, Archiefkaarten (toegangsnummer 30238): Archiefkaart Rebecca Ritmeester.