Gevangen in het Huis van Bewaring I (Weteringschans)
De dag na hun arrestatie worden de acht onderduikers uit het Achterhuis opgesloten in het Huis van Bewaring. De mannen en vrouwen worden van elkaar gescheiden en ondergebracht in twee aparte, grote cellen.
Over de ervaringen van de acht onderduikers in het Huis van Bewaring is weinig bekend.[1] In de beschrijving van Jacob Swart, een andere gevangene die na zijn arrestatie op 26 mei 1944 in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans terechtkwam, was deze gevangenenzaal: ‘een grote kale ruimte met in het midden drie ruwhouten tafels en een paar banken, aan de linkerkant tien bedden en boven op een balustrade nog tien bedden (ijzeren kribben met strozak); aan de muur voorschriften en een spiegel, voorts in alle muren kijkgaten, z.g.“ogen”, waardoor je zo nu en dan beloerd wordt’.[2]
Zodra de cellen vol zaten – bij elkaar zijn dat circa veertig mannen en veertig vrouwen – volgde een transport naar Westerbork. Jacob Swart beschrijft bijvoorbeeld dat er in de aanvankelijk nog vrijwel lege gevangenenzaal dagelijks zeven tot acht nieuwe gevangenen bij komen – meestal opgepakte Joodse onderduikers. Op het laatst zijn het er zo veel dat er niet meer genoeg bedden zijn en de nieuwkomers op een strozak op de grond moesten slapen. Een keer per dag werden de gevangenen (mannen en vrouwen apart) een kwartier op de binnenplaats gelucht. De gevangenen krijgen ’s morgens en ’s avonds boterhammen zonder boter of beleg, koffiesurrogaat en tussen de middag een ‘warme hap’. Sommige getuigen vertellen dat er via de muur contact was tussen de mannen- en vrouwenzaal.[3]
Op dinsdag 8 augustus 1944 werden de acht onderduikers samen met circa tachtig andere ‘strafgevallen’ naar Westerbork gebracht. De Zentralstelle liet een tram met bijwagen voorrijden om de gevangenen naar het Centraal Station te brengen.[4]
Noten
- ^ Bas von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis. Anne Frank en de andere onderduikers in de kampen, Amsterdam: Querido, 2020, p. 65-69.
- ^ Herinneringscentrum Kamp Westerbork (HCKW), Dagboek Jacob Swart, p. 9;
- ^ HCKW, Dagboek Jacob Swart, p. 9; HCKW: Interview Ronnie Goldstein-van Cleef, 11 maart 2002. Zie ook: Ralf Futselaar, Gevangenissen in oorlogstijd 1940-1945, Amsterdam: Boom, 2015.
- ^ NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, Dossier Joden - deportatie, toegang 249-0361B, inv. nr. 9: verzamelnota Gemeentetram, 4 september 1944.