NL

Hanneli Goslar en Anne Frank in Bergen-Belsen

Anne Frank ontmoette haar goede vriendin Hanneli Goslar meermaals bij het hek in Bergen-Belsen.

Het Kleine Frauenlager waarin Anne en Margot Frank terechtkwamen in Bergen-Belsen lag direct naast het Sternlager. Deze twee kampdelen werden van elkaar gescheiden door een hek dat bestond uit twee lagen gaas en prikkeldraad met daartussen stro of riet. De gevangenen konden elkaar dus niet zien, maar wel horen. Zo ontmoette Anne bij het hek haar goede vriendin Hanneli Goslar (1928), die sinds januari 1944 in het Sternlager zat opgesloten.

Hanneli Goslar herinnerde zich dat iemand haar in januari of begin februari 1945 kwam halen omdat er aan de andere kant van het hek iemand was die haar in contact kon brengen met haar vriendin Anne Frank:

'Dus ik heb geen andere keuze dan in de avond, zover als ik kan, dichtbij het prikkeldraad te komen. En ik begin daarover heen te roepen […] En toen ik daar aan het prikkeldraad riep: ‘Hallo, hallo’, de vrouw die mij antwoordde was de moeder van Peter, mevrouw Van Pels.(…) En zij wist precies dat ik een vriendin van Anne was en het eerste wat ze zegt was: ‘O, jij wilt Anne spreken.’ Ik zeg: ‘Ja natuurlijk.’ We hebben een halve minuut gepraat, het was te gevaarlijk. En toen voegde ze alleen nog bij […]: ‘Margot kan ik niet brengen, die kan niet meer tot dit prikkeldraad lopen, maar ik breng Anne.’ En daar stond ik en wachtte. En werkelijk na vijf minuten of zo, een heel zwak stemmetje, en het was Anne.'[1]

Hanneli dacht dat Anne met haar familie naar Zwitserland was gevlucht, dus het was een emotionele ontmoeting.

De pakketjes

Omdat de omstandigheden in Annes kampdeel een stuk slechter waren dan bij Hanneli beloofde zij Anne eten en kleding te brengen. De volgende avond gooide Hanneli een pakketje over het prikkeldraad. Wat de inhoud van het pakje was, is niet helemaal duidelijk omdat de verklaringen van Hanneli hierover varieerden. Zo vertelde ze in 1957 dat het pakje bestond uit een trui waarin een blikje sardientjes was gewikkeld, een paar klontjes suiker en wat stukjes beschuit.[2] In een interview uit 2009 herinnerde ze zich een sok of een handschoen, een paar gedroogde pruimen en Zweeds knäckebröd.[3] Maar wat er ook in dit pakketje zat, Anne heeft het nooit gekregen:

'En toen hoor ik dat Anne huilt en schreeuwt en kwaad is. Wat is er gebeurd? Nee, ik kon haar niet zien, en dat prikkeldraad was hoog en de nacht was donker en ik moest gooien naar wat ik hoor. Maar daar waren honderden andere hongerige vrouwen, en een andere vrouw had dat pakje opgepakt, rende weg, en heeft haar niets gegeven. Nou, ik moest haar eerst kalmeren en ik heb beloofd: 'Wij doen het nog een keer.''[3]

Uiteindelijk lukte het Hanneli om een nieuw pakketje samen te stellen en dit keer kwam het wel bij Anne aan. Ook over de inhoud van dit tweede pakketje bestaat onduidelijkheid. In de meeste interviews spreekt Hanneli zich hier niet over uit. In een interview uit 1957 beschreef Hanneli het als een paar kousen en wat eten.[2] In een ander interview uit hetzelfde jaar is ze iets gedetailleerder:

Ik haalde een tweede zielig pakje op voor Anne. Een vrouw die rouwde om de dood van haar dochter droeg een gescheurde trui en een paar katoenen kousen bij, naast de stukjes suiker en oudbakken crackers die ik van anderen kreeg.’[4]

Datering van de ontmoetingen

In het totaal hebben de vriendinnen elkaar drie keer aan het hek ontmoet.[3] Volgens Hanneli’s herinneringen vonden de ontmoetingen met Anne plaats in februari 1945. Maar er zijn aanwijzingen dat dit mogelijk eerder is gebeurd, namelijk al in begin januari 1945.

De eerste ontmoeting moet in ieder geval vóór 7 februari 1945 zijn geweest, omdat Auguste van Pels, die hen in contact bracht, die dag naar Raguhn gedeporteerd werd.[5] Hanneli verklaarde dat zij kort voor de ontmoetingen met Anne een pakketje van het Zwitserse Rode Kruis had ontvangen en dat ze wat daarvan over was in het eerste pakketje van Anne had gestopt.[3] Op een lijst met 51 namen van het Zwitserse Rode Kruis van 23 januari 1945 wordt Hanneli's grootmoeder Therese Klee genoemd als een van de ontvangers van een pakket. Die pakketten zouden ‘in den nächsten Tagen’ naar Bergen Belsen verstuurd worden, maar er is geen bevestiging of de pakketten daadwerkelijk aangekomen zijn.[6]

Enkele dagboeken van andere gevangenen uit het Sternlager vermelden dat er begin januari 1945 ongeveer vierhonderd levensmiddelenpakketten uit Zweden het kamp werden binnengebracht. Mogelijk ontving de familie Goslar toen ook pakjes. Daarmee kunnen de ontmoetingen tussen Anne en Hanneli ook in januari hebben plaatsgevonden.

Hoewel Hanneli zich dit zelf niet kon herinneren,[3] heeft een aantal medegevangenen verklaard dat zij ook bij de ontmoetingen tussen Anne en Hanneli aanwezig waren, of dat ze van deze ontmoetingen op de hoogte waren.

Irene Hasenberg (1930),[7] die in het kamp goed bevriend was geraakt met Hanneli Goslar, herinnerde dat ze samen opzoek waren gegaan naar kleding voor in het eerste pakketje:

‘Dus zij en ik verzamelden wat kleding en maakten een bundel. […] We gooiden het over het hek en omdat het zo donker was, kon Anne niets zien, maar een andere vrouw kwam en raapte de bundel op en rende weg. Dat was de enige keer dat ik Anne zag. Want toen, of de volgende dag of twee dagen later, was er een Austauschtransport en we hadden paspoorten en werden geselecteerd om mee te gaan op dat transport.’[8]

Het gezin verliet het kamp op 21 januari 1945 met een zogenaamde Duits-Amerikaanse civiele uitwisseling naar Zwitserland.

Marion Bienes (1925), die bij Margot Frank in de klas had gezeten op het Gemeentelijk Lyceum voor Meisjes in Amsterdam, meende zich te herinneren dat een medegevangene uit haar barak haar begin januari 1945 vertelde over de ontmoeting met Anne Frank. Bienes verklaarde dat ze destijds niet naar het hek kon komen vanwege de zorg voor haar terminaal zieke vader, die op 9 januari 1945 stierf.[9]

Ook Martha van Collem (1929), die de familie Frank kende van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam, beweerde een of twee keer met haar zus Ilse bij de ontmoetingen aanwezig te zijn geweest. Volgens haar vonden die begin maart 1945 plaats,[10] maar uit onderzoek blijkt dat de kans erg groot is dat Anne toen al was overleden.[11]

Naar alle waarschijnlijkheid hebben Anne en Hanneli Goslar elkaar dus tussen begin januari en 7 februari 1945 ontmoet. Hanneli kwam eind februari 1945, rond de tijd dat haar vader stierf, een aantal dagen niet uit de barak. Toen ze uiteindelijk op zoek ging naar Anne was het kleine vrouwenkamp leeg en kon ze haar niet meer vinden. Mogelijk was Anne binnen het kamp verhuisd, of naar een ziekenbarak overgebracht.[11]

Noten

  1. ^ Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), Getuigenarchief, Interview Hannah Pick-Goslar, 6-7 mei 2009. Zie ook: AFS, AFC, Getuigenarchief, Interview Nanette König-Blitz, 2 augustus 2012, die zich ook herinnert Anne bij het hek te hebben ontmoet.
  2. a, b Moshe Brilliant, ‘Anne Frank’s Friend. Lies Goosens, the ill-starred young diarist’s playmate, is now a housewife in Israel’, in: New York Times, 21 april 1957. Zie ook: 'Lies, vriendinnetje van Anne Frank in Amsterdam: het verhaal van het meisje, nu een ijverige huisvrouw in Israël', Nijmeegsch Dagblad, 26 april 1957.
  3. a, b, c, d, e AFS, AFC, Getuigenarchief, interview Hannah Pick-Goslar, 6-7 mei 2009.
  4. ^ Lies Goslar, ‘Anne Frank Biography/Family Frank/Friends’, in: McCall’s. The Magazine of Togetherness, Vol. LXXXIV, No. 10 Issue, New York 1957.
  5. ^ Het Nederlandse Rode Kruis, Den Haag, 2050, inv.nr. 949, Netherland names extracted by I.R.O. I.T.S.; transportlijst 3 september 1944.
  6. ^ International Tracing Service, bad Arolsen, doc.nr. 3396827#1, Brief Commission Mixte de Secours de la Croix-Rouge Internationale aan Deutsches Rotes Kreuz, Generalführer Hartmann, 23 januari 1945, met opgaven van 51 ontvangers.
  7. ^ Zie: Irene Butter: My story.
  8. ^ Origineel citaat: 'And so she and I gathered some clothing and made this bundle. [...] We throw it over and because it was so dark Anne couldn’t see anything but another woman came and picked up the bundle and ran off with the bundle. That was the only time that I saw Anne. Because then either the next day or two days later, there was an Austauschtransport and we had the passports and we were selected to go on that transport on the 21st of January our train left Bergen-Belsen.' AFS, Interview met Irene Butter in het Anne Frank Huis, interview door Larissa-Marie Lömpel, 1 oktober 2003.
  9. ^ AFS, AFC, Getuigenarchief Bienes: interview door Dineke Stam, 24 november 1993.
  10. ^ AFS, AFC, Getuigenarchief, Dotan-van Collem, Marta, transcriptie interview Marta Dotan-van Collem door David de Jong en Teresien da Silva, 5 mei 2009.
  11. a, b Bas von Benda-Beckmann, Na het Achterhuis. Anne Frank en de andere onderduikers in de kampen, Amsterdam: Querido, 2020, p. 247-258.