NL

Kugler en Kleiman in het Huis van Bewaring I (Kleine-Gartmanplantsoen)

Kleiman en Kugler werden op 7 september 1944 van het Huis van Bewaring II overgebracht naar het Huis van Bewaring I op de Weteringschans in Amsterdam.

De twee helpers Johannes Kleiman en Victor Kugler, die net als de acht onderduikers op 4 augustus 1944 waren opgepakt, werden na verhoor opgesloten in het Huis van Bewaring II op de Amstelveenseweg (Havenstraat 6). Daar verbleven ze bijna zes weken totdat ze op 7 september werden overgebracht naar het Huis van Bewaring I op de Weteringschans (Kleine-Gartmanplantsoen).[1] Daar zaten een maand eerder ook de acht onderduikers opgesloten voordat zij naar Westerbork op transport moesten.

Als een van zijn celgenoten noemde Johannes Kleiman de naam J. Mans, wonend aan de Haarlemmerweg.[2] Kleiman noteerde dit eind 1945 op een vragenformulier van het Rode Kruis. Het gaat om Jan Mans (1901-1945). Gezien de datum van diens wegvoering, 8 september 1944, moet dat een celgenoot op de Weteringschans zijn geweest.

Vanuit het Huis van Bewaring I werden Kleiman en Kugler naar kamp Amersfoort overgebracht, waar ze op 11 september 1944 aankwamen.[3]

Noten

  1. ^ Het Nederlandse Rode Kruis (NRK), Den Haag, dossier 97791: Aanvraagformulier A, Centraal Afwikkelbureau Duitse Schadeuitkeringen, ingevuld door Kugler en gestempeld 3 september 1963.
  2. ^ Anne Frank Stichting, Anne Frank Collectie, reg. code A_Kugler_I_048: Engelstalig notitieboekje Victor Kugler.
  3. ^ NRK, dossier 97791: Registratiekaart Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort.