NL

Emigratie uit Europa

Tussen 1933 en 1941 vluchtten ongeveer 280.000 Joden uit nazi-Duitsland en 130.000 uit het door Hitler geannexeerde Oostenrijk. Velen zochten hun toevlucht in de omringende landen. Voor velen was dit echter slechts een tussenstop op weg naar veiliger oorden.

Het uiteindelijke reisdoel van veel vluchtelingen was de Verenigde Staten, er waren er ook die naar Zuid-Afrika, Palestina en Latijns-Amerika  vertrokken. Maar emigratie was niet vanzelfsprekend. Wie weg wilde kwam in een bureaucratische molen terecht van ontelbare formulieren voor uitreisvergunningen, doorreisvergunningen, inreisvisa, gerechtelijke verklaringen en borgstellingen. De rijen wachtenden bij hulporganisaties, consulaten, ambassades en reisbureaus waren eindeloos. Regels veranderden voortdurend en emigratielanden stelden hoge financiële eisen. Naarmate anti-Joodse maatregelen en oorlogsdreiging toenamen, groeide de paniek om weg te komen. Uiteindelijk heeft maar een relatief kleine groep de Jodenvervolging in Europa weten te ontvluchten.[1]

Ook de families Frank, Van Pels en Fritz Pfeffer hebben pogingen ondernomen uit Europa weg te komen. Otto Frank probeerde al vanaf 1937 geprobeerd een zaak op te zetten in Engeland en deed in 1938 een visumaanvraag gedaan bij het Amerikaanse consulaat in Rotterdam. Beide pogingen liepen op niets uit. Toen in 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het nog moelijker om te vluchten. Na de Duitse inval in 1940 probeerde de familie Frank in 1941 opnieuw naar de Verenigde Staten te gaan. Ze worden daarbij geholpen door Amerikaanse vrienden en Julius en Walter Holländer, de broers van Edith, die er al in zijn geslaagd naar de Verenigde Staten te vluchten. Tevergeefs.[2]

Het gezin van Pels had ook geen geluk. Ondanks hun Nederlanderschap voelden zij zich niet veilig in Nederland. In 1939 deden zij een visumaanvraag bij het Amerikaanse consulaat in Rotterdam. Zij kwamen op een wachtlijst te staan die al zo lang was dat hun kansen gering waren.[2] Hun poging om verder te trekken mislukte, al zijn er enkele familieleden van Hermann van Pels en Auguste Röttgen er wel in geslaagd naar Noord-, Zuid-Amerika of een andere bestemming overzee te emigreren.

Op de vreemdelingenkaart van Fritz Pfeffer staat dat hij naar Australië wilde, maar hij probeerde ook naar Aruba te gaan. Verder deed hij een emigratieaanvraag voor Chili. Maar het lukte ook hem niet weg te komen uit Nederland.

Op 25 november 1941 verloren alle in het buitenland wonende Duitse Joden hun nationaliteit en werden daarmee stateloos. Emigratie werd daarmee onmogelijk.

Noten

  1. ^ Gertjan Broek, De (on)mogelijkheden om te vluchten: Joodse emigratie 1933-1942, Website Anne Frank Stichting.
  2. a, b Rebecca Erbelding & Gertjan Broek, German bombs and US bureaucrats: how escape lines from Europe were cut off, Washington, DC: United States Holocaust Memorial Museum, 2018.

Digitale Bestanden (1)

German bombs and US bureaucrats: how escape lines from Europe were cut off

Samen met het United States Holocaust Memorial Museum onderzocht de Anne Frank Stichting de emigratiepogingen (1938-1941) van de families Frank en Van Pels naar de Verenigde Staten. Door Nederlands en Amerikaans archiefonderzoek te combineren, ontstond een beter inzicht in de achtergronden van deze mislukte pogingen. Ook laat het onderzoek de spanning tussen de immigratiepolitiek van de Verenigde Staten en het humanitaire vluchtelingenvraagstuk van die tijd zien.

Download file