NL

De onderduikers worden verhoord door de Sicherheitsdienst

Na hun arrestatie werden de onderduikers en twee helpers naar de Zentralstelle für jüdische Auswanderung gebracht. Daar werden ze verhoord door Karl Silberbauer.

Na de arrestatie werden de acht onderduikers en de helpers Johannes Kleiman en Victor Kugler naar de Zentralstelle für jüdische Auswanderung aan het Adema van Scheltemaplein 1 gebracht.[1] Ze werden samen in een grote ruimte opgesloten, om later een voor een te worden verhoord.

Otto Frank werd één keer verhoord door Silberbauer. Het verhoor verliep rustig. Silberbauer gebruikte geen geweld en stelde slechts een aantal vragen. Nadat hij ervan overtuigd was dat Otto niets over andere onderduikgevallen wist te vertellen liet hij hem verder met rust.[2]

Noten

  1. ^ Otto Frank zelf verklaarde herhaaldelijk dat zij na zijn arrestatie door de SD naar de Aussenstelle – het regionale kantoor – van de Sicherheitsdienst aan de Euterpestraat zijn gebracht. De Zentralstelle fur jüdische Auswanderung, de dienst die zich bezighield met de opsporing en het verhoor van ondergedoken Joden, bevond zich echter aan het Adama van Scheltemaplein 1, tegenover de Aussenstelle van de Sicherheitsdienst aan de Euterpestraat. Silberbauer, die het arrestatieteam leidde, verklaarde dat hij de onderduikers had meegenomen naar zijn bureau aan het Adama van Scheltemaplein, NL-HaNA, 2.09.09 CABR, inv.nr. 23892, dossier W.G. van Maaren, proces-verbaal, 3 november 1964: verhoor Otto Frank, 2-3 december 1963, 3. Met betrekking tot het transport heeft Otto Frank het over een gesloten vrachtauto. Jan Gies noemt een donkerkleurige bestelauto, waarschijnlijk arrestantenauto van de Amsterdamse politie. Silberbauer heeft het over een Duitse politieauto. NL-HaNA, CABR, inv. nr. 23892, dossier van Maaren, procesverbaal, 3 november 1964: verhoren Otto Frank (2-3 december 1963), Jan Gies (23 december 1963) en Carl Silberbauer, 3 januari 1964. In het CABR dossier van Janssen noemt Otto Frank één beambte van de Grüne Polizei en vier Hollandsche politie-ambtenaren: NL-HaNA, CABR, inv. nr. 23834, onderzoek contra Josephus Marinus Jansen, procesverbaal, verhoor Otto Frank, 20 november 1946.
  2. ^ NL-HaNA, CABR, inv. nr. 23892 (dossier van Maaren): procesverbaal, 3 november 1964: verklaring Otto Frank, 2-3december 1963