NL

De schrijfster Anne Frank

Behalve de dagboeken behoren ook het Verhaaltjesboek en het Mooie-zinnenboek tot de nalatenschap van Anne Frank.

Fotograaf: Allard Bovenberg. Collectie: Anne Frank Stichting.

Annes tafeltjes

Fotograaf: Allard Bovenberg. Collectie: Anne Frank Stichting. Gebruiksrechten: AFS rechthebbende

De dagboeken van Anne Frank liggen ten grondslag aan alles wat bekend is geworden over Anne Frank en de onderduikgeschiedenis. Het zijn immers vrijwel alleen Annes geschriften die het verloop van de 25 maanden onderduik documenteren.

Het handgeschreven manuscript van de dagboeken van Anne Frank op basis waarvan Otto Frank de eerste editie van Het Achterhuis (1947) samenstelde, bestaat uit een rood geruit boekje, twee gekartonneerde schriften en ruim 200 vellen gekleurd doorslagpapier. Otto Frank heeft de handschriften van zijn dochter Anne uit de periode van de onderduik nagelaten aan de Staat der Nederlanden. Sinds juni 2009 bevinden deze zich bij de Anne Frank Stichting. Sinds de wetenschappelijke editie van de dagboeken (1986) is het gebruikelijk deze handschriften achtereenvolgens dagboek 1, 2 en 3 (of A-versie) en de losse vellen (of B-versie) te noemen.[1]

Dagboek 1, 2 en 3 bevatten de oorspronkelijke dagboekaantekeningen van Anne Frank. Op de losse vellen begint ze in het voorjaar van 1944 haar oorspronkelijke dagboekaantekeningen te herschrijven en bewerken met de bedoeling een roman getiteld Het Achterhuis te schrijven.[2] Samen met het Verhaaltjesboek, het Mooie-zinnenboek en het Blanco Monster Electro Huishoudboek (fotoalbum) vormen deze handschriften de nalatenschap van Anne Frank uit de onderduikperiode in het Achterhuis.

Voor de onderduik

Van voor de onderduikperiode zijn een aantal brieven van Anne bewaard gebleven die zij schreef aan haar vader en aan haar familie in Zwitserland.[3]

In het handschrift van Anne is een aantal versjes bekend in de poëziealbums van vriendinnetjes.Er zijn versjes bekend van Anne in de albums van Juultje Ketellapper, Henny Scheerder, Mary Bos, Kitty Egyedi, Jacqueline van Maarsen, Hanneli Goslar, Ytje Swilens, Bep Groot Batavé, Dinie van Amelsbeek.[4] Verder is overgeleverd uit deze periode het z.g. Egypteboek, een gekartonneerd schrift waarin Anne commentaar heeft (over)geschreven bij plaatjes geknipt uit een werkblad van Kunst in Beeld over de geschiedenis van Egypte.[5] Verondersteld wordt dat dit een werkstuk is gemaakt in de eerste klas van de middelbare school. Eenzelfde soort werkstuk werd gemaakt door een voormalig klasgenootje van Anne Frank op de 6e Montessorischool, Klaartje Musikant in de eerste klas van de HBS.

Klasgenoten op de 6e Montessorischool zeggen dat Anne toen al verhaaltjes schreef.[6] Als dit al zo is, dan is hier niets van overgeleverd.

Ernst Schnabel citeerde in zijn boek meneer Van Gelder, Annes leraar in de eerste tot en met de vierde klas van de 6e Montessorischool, dat Anne goede opstellen schreef en schrijfster wilde worden.[7]

Anne kreeg het bekende rood-geruite dagboekje voor haar dertiende verjaardag op 12 juni 1942.[8] Haar eerste echte dagboeknotitie op 14 juni richt ze aan haar dagboek zelf: 'ik zal maar beginnen vanaf het ogenblik dat ik je gekregen heb, dus dat ik je heb zien liggen op mijn verjaardagstafel, (want het kopen, waar ik ook bij ben geweest telt niet mee).'[9]Toen ze enkele weken later met haar ouders en zus Margot ging onderduiken, is het dagboek het eerste wat ze inpakte, schrijft ze later.[10]

Tijdsverloop

Op woensdag 8 juli 1942 schrijft Anne voor het eerst in onderduik in haar dagboek.[9] Ze beschrijft de dag van de oproep van Margot en het gaan onderduiken. De tweede notitie is een reflectie op haar verjaardag precies een maand daarvoor.[11] Dit eerste dagboekje loopt tot 5 december 1942.[12] 'Ik mag Bep misschien vragen of zij bij Perrij eens kan gaan kijken of die nog dagboeken verkopen, want anders moet ik gauw een schrift nemen, want mijn dagboek raakt vol, jammer! Ik kan het gelukkig nog wat strekken met de bladeren die ik er tussen heb geplakt', schrijft Anne op 20 oktober 1942.[13] Bep Voskuijl heeft verklaard dat Anne haar vroeg om een dagboek dat met een sleuteltje te sluiten was, maar dat het haar destijds niet lukte om zoiets te vinden.[14] Op 2 mei 1943 en op 22 januari 1944 voegde Anne in retrospectief aantekeningen toe.[15] Ze schreef toen ook dat ze het inmiddels zonde van de opengelaten bladzijden vond.[16]

Hoe dan ook, het volgende dagboek of dagboeken ontbreken. Het tweede overgeleverde dagboek begint met de notitie van 22 december 1943 en loopt tot 17 april 1943.[17] Het derde dagboek sluit hierop aan en loopt van 18 april 1943 tot en met 1 augustus 1944 (drie dagen voor de arrestatie van de onderduikers en twee van hun helpers).[18] Een heel jaar ‘dagboek’ ontbreekt dus.

Joop ter Heul

Vanaf de eerste pagina richt Anne zich persoonlijk tot haar dagboek en maakt haar dagboek tot een vriendin.[19] De dagboeknotitie van 21 september 1942 eindigt ze met: 'ik heb zo’n zin om met iemand te corresponderen, en dat zal ik dus in het vervolg maar met mijn dagboek doen. Ik schrijf dus nu in briefvorm wat feitelijk op hetzelfde neerkomt. Lieve Jettje (zal ik maar zeggen,) mijn lieve vriendin, ik zal je in het vervolg en ook nu nog veel te vertellen hebben.'[20] Die avond schrijft Anne ook nog een paar regeltjes aan Emmy en vraagt haar of ze Joop ter Heul heeft gelezen.[21]

Vanaf dat moment richt Anne haar dagboeknotities om beurten overwegend aan verschillende denkbeeldige vriendinnen: Jettje, Emmy, Pop, Marianne, Kitty, Conny, Pien en Loutje die ze gedeeltelijk ontleende aan de karakters uit de Joop ter Heul reeks van Cissy van Marxveldt.[22] Ze schrijft: 'deze manier om in mijn dagboek te schrijven vind ik veel fijner.'[23]

In de Joop ter Heul-reeks schreef Joop brieven aan haar vriendin Netty, maar omdat ze van haar vader vanwege haar schoolprestaties maar een keer per maand (op zondag) mocht schrijven, ging ze (stiekem) in oude schriften van haar zus een dagboek bijhouden.[24]

Joop ter Heul had met zeven vriendinnen (Pop, Pien, Noortje, Loutje, Kitty en Conny) een club waarvan de naam gevormd werd door de beginletters van hun namen: de Jopopinoloukicoclub. Anne Frank had met Sanne, Jacqueline, Ilse en Hanneli ook een club: de Kleine Beer minus-2.[9]

Anne was dol op de boeken van Cissy van Marxveldt en had zeker al voor de onderduik een deel uit de Joop ter Heul-reeks gelezen.[25] Volgens Jacqueline van Maarsen lazen Anne en zij het tweede deel. Dat zou betekenen dat zij hier het eerste deel uit had.[26] Een Zomerzotheid van Cissy van Marxveldt las ze maar liefst vier keer.[27] Tijdens de onderduik nam Johannes Kleiman de boeken van zijn dochter voor haar mee.[27]

Op 21 september 1942, de dag dat ze in haar dagboek begint met de briefvorm, heeft ze net of bijna Joop ter Heul uit en moet ze wachten tot meneer Kleiman de komende zaterdag de laatste twee delen voor haar meeneemt.[28] Twee dagen daarna, op 26 september heeft ze die allebei (Joop van Dil-ter Heul en Joop en haar jongen) uit. Ze vindt het laatste deel het leukst.[29]

Omstreeks dezelfde periode schrijft Anne in haar dagboek een brief aan Jacqueline van Maarsen en beantwoordt een denkbeeldige brief van Jacqueline.[30] Anne schrijft haar dagboekbrieven aan Jettje, Emmy, Pop, Marianne, Kitty, Conny, Pien en Loutje. Ze schrijft hen over zichzelf en over de gebeurtenissen in het Achterhuis. Tegelijkertijd reageert ze op gebeurtenissen en personen die voorkomen in de boeken van Joop ter Heul. Zo vraagt Anne Noortje te logeren en regelt dat met de moeder van Noortje.[31]

Joop ter Heul had het over de afstand die er tussen haar en haar moeder altijd geweest is.[32] Zowel Anne als Joop hadden een moeder waar ze geen dingen mee kunnen bespreken. De laatste dagboeknotitie uit het eerste rood-geruite dagboekje is gericht aan Kitty.[28] Al vanaf het begin heeft Anne duidelijk gemaakt dat ze het liefst aan Kitty schrijft.[33] De echte Kitty uit de Joop ter Heul-reeks heet Kitty Franken.

In dagboek A2 en A3 richt Anne zich alleen nog tot lieve Kitty. Omdat in de A-versie 1943 bijna geheel ontbreekt, weten we niet wanneer Anne hiertoe is overgegaan.

In de eerste dagboekbrief van de B-versie legt Anne uit dat het dagboekidee is ontstaan omdat ze geen vriendin heeft, dat het dagboek zelf de vriendin zal zijn en dat die vriendin Kitty heet.[34] Alle dagboekbrieven van de B-versie beginnen met lieve Kitty.

Retrospectief

Naar aanleiding van de oproep van minister van onderwijs Bolkestein op radio Oranje op 28 maart 1944 begint Anne eind mei 1944 haar originele dagboek te herschrijven op losse (lichtgele, lichtblauwe, roze en grauwe) velletjes doorslagpapier, meestal de losse vellen genoemd.[35] Bep Voskuijl heeft verklaard dat zij Anne had voorzien van dit doorslagpapier.[14]

'Lieve Kitty, Gisterenavond sprak minister Bolkesteyn aan de Oranjezender erover dat er na de oorlog een inzameling van dagboeken en brieven van deze oorlog zou worden gehouden. Natuurlijk stormden ze allemaal direct op mijn dagboek af. Stel je eens voor hoe interessant het zou zijn, als ik een roman van het Achterhuis uit zou geven, aan de titel alleen zouden de mensen denken dat het een detective-roman was.'

En op zaterdag 20 mei 1944 schrijft Anne Frank: 'Eindelijk na heel veel overpeinzingen ben ik dan met m’n Achterhuis begonnen, in m’n hoofd is het al zover af als het kan, maar in werkelijkheid zal het wel heel wat minder gauw gaan, als het wel ooit afkomt.'

De losse vellen beslaan de periode van 20 juni 1942 tot en met 29 maart 1944. Anne heeft dus in ruim twee maanden haar oorspronkelijke dagboeken bewerkt tot versie-B. Het is belangrijk om hierbij te beseffen dat, hoewel Anne haar oorspronkelijke dagboeken als basis gebruikte, de B-versie in retrospectief geschreven is. Ze beschrijft gebeurtenissen uit 1942 en 1943 in het voorjaar en de zomer van 1944. Zo schrijft ze in A-versie over haar dagboek: 'Ik ben o zo blij dat ik je meegenomen heb.'[29] In de B-versie benadrukt ze het belang van haar dagboek door te schrijven dat ze het als eerste inpakte op de avond voordat ze gingen onderduiken.[10]

De vulpen waarmee Anne schreef, een cadeau van oma Höllander voor haar negende verjaardag, verdween per ongeluk samen met de aardappelschillen in de kachel.[36]

Anne noemt herhaaldelijk hoe belangrijk schrijven voor haar is. Zo dankt ze God dat hij haar daarmee de mogelijkheid heeft gegeven om zich uit te drukken.[37] Ze schrijft dat ze journaliste wil worden en: ‘niemand die niet schrijft weet hoe fijn schrijven is; vroeger betreurde ik het altijd dat ik in ’t geheel niet tekenen kon, maar nu ben ik overgelukkig dat ik tenminste schrijven kan.’

In de zomer van 1943 begon Anne met het schrijven van verhaaltjes. De verhaaltjes zijn opgetekend in het dagboek, op de losse vellen en in een gekartonneerd schrift.[38] Ze wilde proberen onder pseudoniem een van haar sprookjes in het blad de Prins geplaatst te krijgen, maar dacht dat dat niet zou lukken omdat haar sprookjes te lang zijn.[39] Otto Frank vertelde hierover na de oorlog dat Anne aan Kleiman vroeg om onder de naam van zijn dochter het verhaaltje Blurry op te sturen. Kleiman vond dit te gevaarlijk. In het verhaaltje Het beste tafeltje lezen we dat Anne dagelijks van half drie tot vier uur kon beschikken over het tafeltje in de kamer die ze met Fritz Pfeffer deelde.[40] Met veel moeite bevocht ze twee keer in de week een extra anderhalf uur.

Omstreeks dezelfde tijd dat Anne met haar verhaaltjes begon kreeg ze voor haar veertiende verjaardag het boekje Literatuur- en Stijlstudie.[41] Het was een bloemlezing uit literair proza en verzen waarbij stijlfiguren en karakteristieken van de verschillende schrijvers werden toegelicht.

Noten

  1. ^ Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (samenst.), De dagboeken van Anne Frank, Amsterdam: Bert Bakker, 1986.
  2. ^ Anne Frank, Dagboek A, 29 maart 1942, in: Verzameld werk, Amsterdam: Prometheus, 2013
  3. ^ Familiearchief Anne Frank-Fonds (AFF), Bazel: Brieven van Anne Frank aan Otto Frank en overige familie in Zwitserland.
  4. ^ Anne Fank, Versjes in poëziealbums, in: Verzameld werk.
  5. ^ Anne Fank, Het Egypteboek, in: Verzameld werk.
  6. ^ Anne Frank Stichting (AFS), Getuigenarchief, Rinat, Ab.
  7. ^ Ernst Schnabel, Anne Frank. Spur eines Kindes, Frankfurt am Main: Fischer,  1958, p. 40.
  8. ^ Anne Frank, Dagboek A, 12 juni 1942, in: Verzameld werk.
  9. a, b, c Anne Frank, Dagboek A, 14 juni 1942, in: Verzameld werk.
  10. a, b Anne Frank, Dagboek B, 8 juli 1942, in: Verzameld werk.  
  11. ^ Anne Frank, Dagboek A, 12 juli 1942, in: Verzameld werk.
  12. ^ Anne Frank, Dagboek A, 5 december 1942, in: Verzameld werk.
  13. ^ Anne Frank, Dagboek A, 20 oktober 1942, in: Verzameld werk.
  14. a, b AFS, Anne Frank Collectie (AFC), Otto Frank Archief (OFA), reg. code OFA_104: Verklaring Bep Voskuijl aan de onderzoeksrechter Lubeck, Rheine 29 september 1959.
  15. ^ Anne Frank, Dagboek A, 2 mei 1943, 1e, 2e en 3e; 22 januari 1944, 1e, 2e en 3e, in: Verzameld werk.
  16. ^ Anne Frank, Dagboek A, 22 januari 1944, 3e, in: Verzameld werk.
  17. ^ 'Lieve Kitty, Vader heeft toch weer een nieuw dagboek voor me opgespoord en dat het een respectabele dikte heeft, daar kan, je je ten zijnen tijde zelf van overtuigen.' Anne Frank, Dagboek A, 22 december 1943, in: Verzameld werk.
  18. ^ 'Weer is er een schat geweest die een scheikundeschrift voor mij uit elkaar gehaald heeft om me een nieuw dagboek te bezorgen, dit keer is het Margot.' Anne Frank,  Dagboek A, 18 april 1942, in: Verzameld werk.
  19. ^ 'Ik hoop aan jou alles te kunnen toevertrouwen.' Anne Frank, Dagboek A, 12 juni 1942, in: Verzameld werk.
  20. ^ Anne Frank, Dagboek A, 21 september 1942, 1e, in: Verzameld werk.
  21. ^ Anne Frank, Dagboek A, 21 september 1942, 2e, in: Verzameld werk
  22. ^ Cissy van Marxveldt (pseud. van Setske Beek-de Haan), De H.B.S.-tijd van Joop ter Heul, Amersfoort: Valkhoff, 1919; Joop ter Heuls problemen, Amersfoort: Valkhoff, 1921; Joop van Dil-ter Heul, Amersfoort: Valkhoff, 1923; Joop en haar jongen, Amersfoort: Valkhoff, 1925. Otto Frank had telefoonnummer van Cissy van Marxveldt in zijn agenda van 1946. AFS, AFC, OFA, reg. code OFA_003: Agenda Otto Frank 1946.
  23. ^ Anne Frank, Dagboek A, 28 september 1942, 1e, in: Verzameld werk.
  24. ^ Cissy van Marxveldt, De H.B.S.-tijd van Joop ter Heul.
  25. ^ Anne Frank, Dagboek A, 22 september 1942, in: Verzameld werk.
  26. ^ Email van en gesprek met Jacqueline Sanders-van Maarsen.
  27. a, b Anne Frank, Dagboek B, 21 september 1942, in: Verzameld werk.
  28. a, b Anne Frank, Dagboek A, 22 september 1942, in: Verzameld werk.
  29. a, b Anne Frank, Dagboek A, 28 september 1942, in: Verzameld werk.
  30. ^ Anne Frank, Dagboek A, 25 september 1942, 1e en 2e, in: Verzameld werk.
  31. ^ Anne Frank, Dagboek A, 27 september 1942, in: Verzameld werk.
  32. ^ Cissy van Marxveldt, De H.B.S.-tijd van Joop ter Heul, p. 277.
  33. ^ Anne Frank, Dagboek A, 21 september 1942, in: Verzameld werk.
  34. ^ Anne Frank, Dagboek B, 20 juni 1942, in: Verzameld werk.
  35. ^ Anne Frank, Dagboek A, 29 maart 1944; 20 mei 1944, in: Verzameld werk.
  36. ^ Anne Frank, Ode aan mijn vulpen, Dagboek B, 11 november 1943, in: Verzameld werk.
  37. ^ Anne Frank, Dagboek A, 25 maart 1944, in: Verzameld werk.
  38. ^ AFS, AFC, Verhaaltjes, en gebeurtenissen uit het Achterhuis beschreven door Anne Frank. Ingewijd donderdag 2 september 1943.
  39. ^ Anne Frank, Dagboek A, 21 april 1944, in: Verzameld werk.
  40. ^ Anne Frank, Verhaaltjes en gebeurtenissen uit het Achterhuis, "Het beste tafeltje", 13 juli 1943, in: Verzameld werk.
  41. ^ W. Kramer, Literatuur- en stijlstudie. Een oefenboek voor de hoogste klassen van scholen voor middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs, Groningen [etc.]: Wolters, 1930.