Onderduikers
Onderduikers zijn mensen die zich, vaak voor langere tijd, verbergen om niet door de politie of de Duitsers te worden opgepakt. De reden om onder te duiken was meestal om te ontkomen aan de Jodenvervolging of de gedwongen Arbeidsinzet, of omdat men gezocht werd wegens illegale activiteiten.
De familie Frank, de familie Van Pels en Fritz Pfeffer moesten onderduiken, omdat zij Joods waren. Maar niet alleen Joden in Nederland doken onder. Ook het leven van bijvoorbeeld verzetsmensen liep gevaar. Zij moesten net als Joden op zoek gaan naar een schuilplaats. De plekken waar mensen ondergedoken zaten waren erg verschillend. Er waren schuilplaatsen in de stad en op het land. Grote en kleine schuilplaatsen. Sommige onderduikers moesten de hele dag binnen blijven, andere konden gewoon buiten lopen. Zij hadden goede valse papieren.[1]
Wel of niet onderduiken?
Volgens schattingen hebben tussen de 300.000 en 330.000 mensen, van wie waarschijnlijk 28.000 Joden, in Nederland tijdens de oorlog voor korte of lange tijd ergens ondergedoken gezeten.[2] Voor verzetsmensen was de vraag ‘Onderduiken of niet?’ eigenlijk geen echte vraag. Als zij niet in de gevangenis wilden belanden, moesten zij wel onderduiken. Voor veel Joodse gezinnen was het wel een vraag. Een moeilijke vraag. Waarom zou je onderduiken als je niets had gedaan? En misschien viel het wel mee in de kampen.
Ondergedoken kinderen
In de oorlog stonden sommige Joodse ouders voor een erg moeilijke beslissing: het was soms makkelijker om een schuilplaats bij een gezin te vinden voor een kind alleen. Dit betekende voor die ouders dat zij hun kind alleen naar een onderduikadres moesten laten gaan. En soms zelfs hun baby. Sommige helpers durfden het risico nog wel te nemen om een kind onder te laten duiken. Voor volwassenen was het veel moeilijker om een goede schuilplaats te vinden. Bij die Joodse kinderen werd dan net gedaan alsof de logé familie was. Er werd dan bijvoorbeeld gezegd dat het kind uit Rotterdam kwam, want daar waren veel gegevens door het bombardement verloren gegaan.[3]
Verraad
Van de 28.000 Joodse onderduikers zijn er 8.000 gepakt. Vaak was daarbij verraad in het spel.[4] Als gearresteerde onderduiker kwam je als strafgeval in de strafbarak van doorgangskamp Westerbork terecht voordat je gedeporteerd werd naar een concentratiekamp. Voor de helpers verschilde het. Soms werden alleen de onderduikers gearresteerd en de helpers met rust gelaten, soms werden de helpers wel gearresteerd. In principe stond er op het helpen van Joden een zware straf. In de praktijk was dat niet altijd het geval.
Noten
- ^ Zie verder: Jaap Cohen, Onderduiken in het bezette Nederland. Hoe uniek was het Achterhuis? Website Anne Frank Stichting (geraadpleegd 4 december 2023).
- ^ Zie bijv.: Marcel Prins & Peter Henk Steenhuis, Andere achterhuizen. Verhalen van Joodse onderduikers, Amsterdam : Athenaeum-Polak Van Gennep, 2010 (zie ook de bijbehorende website: Andere Achterhuizen - verhalen van Joodse onderduikers); Michal Citroen, Een adres: de geschiedenis van de joodse onderduik, Amsterdam: Alfabet Uitgevers, 2024.
- ^ Voor literatuur over onderduikhulp aan Joodse kinderen en de ervaringen van ouders én kinderen, zie: Bloeme Evers-Emden, Geleende kinderen. Ervaringen van onderduikouders en hun Joodse beschermelingen in de jaren 1942 tot 1945, Kampen: Kok, 1994; Bloeme Evers-Emden & Bert-Jan Flim, Ondergedoken geweest. Een afgesloten verleden? Joodse 'kinderen' over hun onderduik, vijftig jaar later, Kampen: Kok, 1995; Bloeme Evers-Emden, Geschonden bestaan. Gesprekken met vervolgde Joden die hun kinderen moesten, 'wegdoen', Kampen: Kok, 1996; Bert-Jan Flim, Omdat hun hart sprak. Geschiedenis van de georganiseerde hulp aan Joodse kinderen in Nederland, 1942-1945, Kampen: Kok, 1996; Bloeme Evers-Emden, Je ouders delen. Een eerste onderzoek naar de gevoelens van eigen kinderen in pleeggezinnen in de oorlog en nu, Kampen: Kok, 1999; Marcel Prins & Peter Henk Steenhuis, Ondergedoken als Anne Frank. Verhalen van Joodse kinderen in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam: Querido, 2011 (zie ook de bijbehorende website: Ondergedoken als Anne Frank); Bert-Jan Flim, Onder de klok. Georganiseerde hulp aan Joodse kinderen, Amsterdam: Gibbon Uitgeefagentschap, 2012.
- ^ Zie bijv.: Ad van Liempt, Kopgeld. Nederlandse premiejagers op zoek naar Joden: 1943, Amsterdam: Balans, 2002; Sytze van der Zee, Vogelvrij. De jacht op de Joodse onderduiker, Amsterdam: De Bezige Bij, 2010; Ad van Liempt & Jan H.Kompagnie (red.), Jodenjacht: de onthutsende rol van de Nederlande politie in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam: Balans, 2022.